Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Uit de consistoriekamer

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit de consistoriekamer

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat nu volgt zou verslag kunnen zijn van een gesprek dat na afloop van een kerkdienst in een consistoriekamer gevoerd werd. Ik schrijf dit stukje naar aanleiding van een brief die ik ontving uit het Noord-Oosten des lands. De briefschrijver is ouderling en reageert op mijn artikel ”Gesprek over de preek” (november 1977).

Hij uit zijn waardering voor het vele werk dat Studenten en predikanten aan hun preek besteden. Toch vraagt hij zich af of men niet over de hoofden heen preekt. Ik weet niet of hij vindt dat dit vaak dan wel weinig gebeurt. Het past mij ook niet daarover iets te zeggen. Wel lijkt het me nuttig voor predikanten en ouderlingen iets door te geven van wat in deze brief te lezen valt.

De kernvraag is eigenlijk: wordt ingegaan op de geestelijke situatie van de mensen? Wordt niet te snel aangenomen dat men eenmaal lid van de gemeente zijn de, ”nu maar in dat spoor moeten blijven? Dan zijn er verder geen moeilijkheden. Dan komt alles goed. Twijfelen mag niet, ongeloof is zonde”

De briefschrijver vraagt dan aandacht voor het verschil - ”hemelsbreed” - tussen zoals het zijn moet en zoals het is. Hij zou willen dat predikanten juist door huisbezoek komen te weten ”waar de Schapen gelegerd zijn”. Wat er omgaat in de harten van de mensen en hoe men in de prediking daarop moet ingaan. Dit acht ik nu precies een onderwerp dat in de consistoriekamer besproken moet worden. Ik wil niet zeggen dat dit altijd direct na afloop van de kerkdienst moet gebeuren. Het kan best zijn, dat dit op een later tijdstip in de week plaats vindt.

Onlangs hoorde ik dat de kerkeraad van een vacante gemeente regelmatig met Studenten - in de week nadat ze aldaar zijn voorgegaan - een gesprek heeft. Dit om van gedachten te wisselen en elkaar wat beter te leren kennen. Ik vind dit een prijzenswaardig initiatief. Wel moet ik direct eraan toevoegen, dat niet elke kerkeraad dit voorbeeld kan volgen; alleen al niet vanwege het feit dat dit voor de Studenten een te zware belasting zou worden. Toch geef ik in deze rubriek dit voorbeeld graag door. Het blijkt dat kerkeraden bezig zijn met de vraag hoe ze hun taak moeten vervullen. Dat is verheugend.

Het lijkt me goed dat we als predikanten/studenten/hoogleraren én kerkeraden met de vraag bezig blijven hoe wij de gemeente het best kunnen dienen. Het gesprek met de eigen predikant zal voor de kerkeraad het gemakkelijkst zijn. Men ontmoet elkaar regelmatig en heeft op vergaderingen gelegenheid over de prediking te spreken. Waar het gastpredikanten betreft is het veel moeilijker. Toch blijft het een ideaal dat ook dan door de kerkeraad over de prediking gesproken wordt. Niet om toch vooral maar kritiek te oefenen, maar om elkaar van dienst te zijn. Ik ben van mening dat predikanten daarbij de steun en Stimulans van kerkeraden heel goed kunnen gebruiken, om niet te zeggen dat ze die zelfs nodig hebben.

Het komt mij voor dat de moeite van elke predikant en student is de vraag: Raak ik de gemeente werkelijk? Ga ik echt in op de vragen van de mensen? Geef ik met mijn prediking werkelijke ”geestelijke leiding”, zoals prof. Kremer daarover bij zijn ambtsaanvaarding in 1954 heeft gesproken. (Men kan de rede herdrukt vinden in de bundel ”Priesterlijke prediking”), De consistoriekamer is niet maar de plaats waar de kerkeraad zich verzamelt voor de dienst. Zij is ook de werkplaats van de kerkeraad. Er wordt vergaderd en besloten, er wordt gebeden en gesproken. Het lijkt mij uitermate belangrijk dat de consistoriekamer ook gebruikt wordt voor de onderlinge opbouw van de ambtsdragers, niet in het minst voor de bemoediging van predikanten met het oog op hun verantwoordelijke taak ten aanzien van de prediking.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1978

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

Uit de consistoriekamer

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 oktober 1978

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's