OOK IK DE GEEST GODS?
Een ervarings-visie op de K.P.V.
Alhoewel deze vorming in Nederland pas tot ontwikkeling kwam in de jaren zestig, moet toch niemand denken, dat het allemaal nu pas speelt of dat er nu ineens alle hens aan dek geblazen moet worden.
Waar gaat het om? Vele pastores hebben in de loop der jaren ontdekt, dat ze er met hun theoretische theologische opleiding toch niet helemaal waren. Zij ervoeren en voor zichzelf èn t.o.v. anderen aan wie pastorale verzorging moest worden geboden, dat er tal van blinde vlekken waren. Dat is niet enkel een kwestie van ken-nis vergaren en boeken lezen. Dat kan ie-der naarmate hij over tijd beschikt, voldoende. Het gaat om het kennen van je-zelf als je omgaat met mensen. De achtergronden van het menselijk handelen moe-ten enigermate worden doorlicht.
Voor alle duidelijkheid zeg ik direct, dat men niet moet menen, dat het gaat om het aanleren van een bepaalde techniek, in casu b.v. de gesprekstechniek. Terecht is opgemerkt: „Met alleen gesprekstechnieken krijg je nog slimmere pastores die het nog handiger doen, die nog beter kunnen manipuleren. Het gaat om echtheid. Je bent zelf instrument in het gesprek”1). Er zijn zoveel verborgen motieven vaak, die in een pastorale relatie positief of negatief meetellen. Het is niet zomaar duidelijk in het pastoraat, waarom een gesprek van de pastor met A of B altijd tot mislukken is gedoemd. Gevoelens van onbehagen, van tegenzin, van zich gepasseerd voelen, de neiging om zich te laten gelden en iets niet te nemen, de onzekerheid bij een chronisch zieke, de camouflage waarbij je jezelf zelfs met bijbelteksten in het pastorale gelijk stelt, de camouflage ook waarmee mensen die worden bezocht, zich omhullen en of bij het laatste bezoek op de mat nog net een heel vertrouwelijke mededeling doen, enz. enz., dat alles heeft diepe wortels, achtergronden, die het leven met de Here en de om-gang met elkaar beihvloeden, bemoeilijken en niet zelden verduisteren.
De K.P.V. wil de pastor helpen eerlijk te zijn voor zichzelf en echt te zijn voor anderen. Dit met de bedoeling, dat het Woord Gods Zijn loop hebbe!
Het behoeft weinig betoog, dat de pastores op deze punten nauwelijks bagage van-uit de opleiding meekrijgen. „Je had geen flauwe notie van hoe je gesprekken moest voeren, hoe je met zieken moest omgaan, hoe je stervenden moest begeleiden” 2). Zo gezien is de K.P.V. een aanvulling op een tekort in de opleiding. Hoe de pastor overkomt bij de ander is vaak niet aan de pastor zelf bekend of.... hij weigert het onder ogen te zien. Vanuit een bepaalde monopolie-positie is dat wel te verbergen, maar binnen een groep van de K.P.V. is dat niet meer weg te moffelen. Juist door het groepsgebeuren wordt de pastor de spiegel voorgehouden en wordt hij be-vraagd naar zijn eigen zijn.
Met de bedoeling om een goed instrument in de handen van de Here God te zijn en pastoraal de mensen niet in de kou te la-ten staan, heb ik deze vorming genoten. Ik was ervan overtuigd, dat er te weinig snaren zaten op mijn pastorale instrument om in toenemende mate gemeenteleden werkelijk te kunnen bijstaan. Ik wilde ook helderheid over mijn eigen pastorale identiteit, opdat voor mezelf duidelijk zou worden waarom ik bepaalde dingen deed of liet, zei of niet zei.
Dat is dus het uitgangspunt. In de K.P.V. staan het bespreken van de gespreksverslagen die je naar aanleiding van bezoeken in het psychiatrisch centrum hebt gebracht, alsook de preekbesprekingen en het rollenspel, in dat kader. Wat die preekbe-spreking betreft: het gaat daarbij niet om de goede exegese of de theologie die je „van huis uit” meebrengt, het gaat om de vraag: wat roep je op en hoe kom je over; hoe hoort de luisteraar jouw verhaal. En als hij afhaakt, waarom doet hij dat dan? Heb jij al prekende aanleiding gegeven om af te haken en was je je bewust dat je dit zei en waarom?!
De manier waarop
Om tot een betere pastorale houding te komen en om beter te kunnen functioneren bij dieptepunten in menselijke relaties, om het Woord van God dichter bij de mensen te kunnen brengen, gebruikt de K.P.V. o.a. gegevens uit de psychologie, de gedragswetenschappen en de psychiatrie. Nooit om de pastor te leren hoe hij als amateur-psycholoog of -psychiater de gemeente rond kan gaan. Wel, om - zoals jaren geleden de christen-psychiater dr. Hamer het zei - de Signalen te leren verstaan. Maar dan ook de Signalen bij jezelf! Natuurlijk zijn deze wetenschappen niet automatisch goed, net zo min als een theologie op voorhand deugt. Men zal hier het snode van het kostelijke moeten leren scheiden, zei prof. Hovius ons vroeger.
Er is echter verschil tussen bepaalde psychologische wetmatigheden op zich en het kader waarin je die zet of de filosofie, die je er bij wil verkopen. Bij het woord „groepsdynamica” moet men niet op voorhand aan allerlei uitwassen en mistoe-standen denken. Groepsdynamica is de leer over de Processen, die zich in de groep afspelen. Dat kan elke ambtsdrager b.v. op een catechisatie die meer is dan een monoloog, nagaan. Bij de K.P.V. is er uiteraard in die drie maanden ook een groepsproces. Je kunt elkaar niet ontlopen. Je logeert - uitgezonderd de weekends - allemaal op hetzelfde adres. Er zijn groepsbesprekingen, en er gebeurt van alles daarin. Onder deskundige leiding en in de absolute beslotenheid van de vormingsgroep wordt er letterlijk geworsteld met elkaar en met jezelf. Nooit banaal, nooit om de ander zijn geloof of theologie of kerkbesef af te nemen. Maar wel om in de hantering van dat alles volkomen echt te kunnen zijn.
Zoals een speiend kind in de kamer bij moeder er in zijn spel blijk van geeft wel-k’ gevoelens het heeft en opdoet, zo on-geveer moet men ook het rollenspel zien, dat als oefenmateriaal bij de vorming wordt gepleegd. Als dan ook de Videorecorder nog wordt gebruikt, dan zie je jezelf bij bepaalde zinnen en situaties. Woorden blijken soms te goedkoop ge-hanteerd, te snelle troost blijkt de ander dicht te slaan, en je eigen woorden blijken niet altijd te corresponderen met je gevoelens en.... met je houding! Ik heb bij dit alles sterk gedacht aan Paulus in 1 Tim. 4:4 en 5 als hij zegt: Alles wat God geschapen heeft is goed en er is niets verwerpelijk, als het met dankzegging aanvaard wordt: want het wordt geheiligd door het Woord van God en door gebed. Vandaar dat elke dag met een dagopening werd begonnen. Wij zongen zelfs regelmatig een psalm of lied.
Gevaren
Dat ik in het kort daarvan een enkel ding zeg, komt omdat blijkt dat sommigen echte en anderen aangeprate vrees heb-ben, dat het gebruik van gegevens uit de psychologie en de groepswetenschap tot allerlei excessen zal leiden. Nu, het zij toegegeven, dat elke wetenschapsbeoefening kan ontsporen. Het is ook „gevaarlijk” om theologie te studeren. Men zal bij andere wetenschappen dan de theologie moeten oppassen, dat men mensen niet manipuleert en ondeskundig gevoelens oprakelt en wil ombuigen. En de pastor zal het gevaar moeten onderkennen, dat de psychische integratie van de mens nog niet zijn of haar bekering is. Hij zal de boodschap niet mogen verpsychologi-seren en zijn zelfstandigheid en eigen optiek moeten handhaven.
Juist terwille van al die klippen wordt de K.P.V. zo bewaakt en deskundig begeleid. Het is een fabeltje als men zou beweren dat de K.P.V. met verborgen verleiders werkt, die je je geloofsvertrouwen zouden willen doen inruilen voor psychologie, je pastoraat voor tactiek, je gebed en het aandringen op gebed voor medemenselijk-heid, je kerkelijk standpunt voor oecume-nische vaagheid. Als iemand mij voor-werpt dat filosofen als Jaspers, Bastian en Tillich zo hun humanistische ideeën in de wetenschappen hebben verdisconteerd, dan weet ik dat zeer wel. Toch blijkt in de K.P.V. dat men deze ideeë’n niet nodig heeft om een vorming te doen slagen en de pastor te helpen.
Nota bene!
In een aantal punten wil ik een paar za-ken noemen die nodig zijn om te bedenken, wil men de K.P.V. enigermate kun-nen beoordelen:
1. De K.P.V. is wat anders dan sensitivity-training. Dr. Zijlstra die vaak niet wordt begrepen en die men vaak laat buikspreken - heeft gezegd: „Ik ben tegenstander van al die methodieken die mensen open-ploegen zoals in sensitivity trainingen”3). Dat zegt de vader van de Nederlandse K.P.V.! Er worden dan ook geen handtastelijkheden geoefend, noch slopende marathon-zittingen gehouden die de pastores zouden moeten murw maken. Niemand wordt weggestuurd en de groep tyranni-seert niet. Er wordt niets aan je privé-relaties ten kwade gesleuteld of wat dies meer zij. Daarom is het ook volkomen onjuist, dat in onze kring een boekje verscheen, waarin de K.P.V. op één hoop gegooid wordt met S.T. 4). De manier waarop daarin alles op één hoop wordt gegooid en de tegenstellingen die gemaakt worden tussen b.v. rollenspel en H. Geest zijn zowel unkritisch, alsook onwetenschappelijk en bijna in de buurt van het negende gebod, dat ook wil waken over het verdraaien van woorden en feiten. Dat de K.P.V. gebruik maakt van gegevens uit genoemde wetenschappen, maakt haar nog niet tot slaaf daarvan. Wat in het genoemde boekje wel terecht gebeurt, is dat allerlei uitwassen aan de kaak worden gesteld. Daar tegen te waarschuwen is nodig en goed. Maar, men moet dan niet met het badwater de baby over boord gooien en doen alsof de duivel losbreekt, wanneer er hoe dan ook van groepsdynamica of psychologie sprake is. Onze christen-psychologen en christen-psychiaters kunnen zich dan - ook in de therapie b.v. van kinderen met gedragsmoeilijkheden - terecht in de kou gezet voelen. Elke catecheet trou-wens die een gesprek voert, zal bij oefening ontdekken, dat er op zijn catechisatie wat gebeurt. Is het verkeerd, als hij leert te onderkennen wat er plaatsvindt?
2. Vaak worden - ook weer in dat boekje -allerlei artikelen en boeken aangehaald om toch te bewijzen, hoezeer predikanten dwalen, die hun pastorale vaardigheid en attitude (instelling en houding) op de K.P.V.-manier hebben laten scholen. Maar men bedenke toch dit: in zo’n groep zat (althans bij mij) o.a. een remonstrantse predikant, een roomskatholieke man en een links-hervormd theoloog. Die komen er na de K.P.V. niet ineens chr.geref. uit! Hun theologie klopte o.i. en ook m.i. al niet vóór de K.P.V. Welnu, we zijn het nog oneens ná de K.P.V. Wie dus zegt: kijk die en die schreef dat, zegt eigenlijk nog niets. Theoloog X had een verkeerde visie. De K.P.V. blijkt hem niet te hebben omgeturnd! Hij is nog even remonstrant. En als deze theoloog dan gaat schrijven, dan aanvaardt hij uiteraard ook allerlei onjuiste gegevens, waartegen een reformatorisch mens hartgrondig neen zegt. En een links-hervormd man of modern-r.k. pastor zal uiteraard de K.P.V. in een humanistisch kader gaan zetten.
Boeken- en artikelen-schrijvers in onze kring moeten hun eigen mensen bevragen, die aan zo’n vorming deelnamen. Men doet alsof de K.P.V. mensen zo humanistisch en verwereldlijkt doet preken, dat men de K.P.V. daarom afwijst. Maar die verkeerde prediking had met het theologisch standpunt te maken en niet met de K.P.V. Men verwijt aan pastores die de K.P.V. volgden, dat zij meestal zeggen: ik heb het over mijn vorming. Dat verwijt is niet terecht. Het illustreert juist, dat men niet gekneed wordt naar een model. Bovendien: wie er als vrijzinnige binnenstapt, stapt er ook zo weer uit en zal bij de theoretische verheldering zich bedienen van onaanvaardbare humanistische categorieën.
3. Het woord agressie valt nogal eens. Toch behoeft dat niet een vies woord te zijn. Het is eigenlijk een bepaald mechanisme in de mens, dat in een bepaalde situatie gaat werken. Over het ontstaan en de achtergrond ervan zijn nog nauwelijks voldoende gegevens. Maar in de K.P.V. kan (niet: mòet per definitie) verborgen agressie worden blootgelegd, opdat die niet als stoorzender in het pastorale op-treden zal gelden. Er blijkt bij theologische discussies, bij vergaderingen en bij relaties zoveel agressie verpakt te zitten, dat het goed is als men dat gaat herkennen bij zichzelf en bij anderen. Heel eenvoudig gaat het daarbij om a.h.w. de pus uit de wond te drukken. Juist ter genezing. De K.P.V. zal mensen daarbij niet pressen, niet omturnen, maar helpen om door conflicten heen te groeien. In Gal. 2 : 11 is het opvallend dat Paulus zegt, dat hij Petrus openlijk heeft aangevallen over diens houding. Prof. Van Stempvoort schrijft in zijn commentaar daarop: „Zo kunnen zelfs openbare conflicten hun nut hebben”. „Een oud-christelijk realisme, dat in moderne kerkorden vaak ontbreekt” 5). 4. Er zal ook binnen de K.P.V.-kring hard moeten worden gestudeerd op de verheldering van de verhouding van de H. Geest en het humanum (d.w.z. de menselijke factor). Een van de onjuiste tegenstellingen is nl., dat men vaak zegt: je laat je òf leiden door de Geest òf je gebruikt een vorming als de K.P.V. Men zegt: òf groepsleer òf gebed om de leiding met de H. Geest. Dat is onjuist. Als Paulus bidt, doet hij dat niet alleen door de Geest, hij wil ook met verstand bidden.
Het is inderdaad niet juist om psychisch evenwicht en pastorale integriteit achteraf met het etiket H. Geest te beplakken. Dat heeft prof. Trimp terecht bij diverse filosofen gesignaleerd 6). Voorts: de communicatie kent eigen wetmatigheden en men mag niet zeggen dat het begrip communicatie per definitie onbijbels gevuld wordt in de K.P.V. en bij de praktische theologie. Terecht maakte prof. Veenhof erop attent dat het niet juist is om aan het begrip „communicatie” perse bepaalde ongeloofstheorieën inherent te achten 7). De H. Geest neemt alles in dienst. Als u en ik medicijnen slikken, dan hebben die bepaalde effecten. Als de patiënt dan geneest, zegt de ongelovige dat dit komt door die scheikundige Stoffen in de pillen. De gelovige zegt dat de Here gebruik heeft gemaakt van de kennis en de middelen. Als een professor alleen maar zou leren van boeken die uit onze kring kwamen, was hij nooit gepromoveerd! Hij gebruikt allerlei dingen die bij anderen in een ander kader worden gezet. Wij gebruiken alle dagen allerlei zaken, die de „wereld” ons biedt. Maar juist de christen heeft er weet van dat de Here werkt door de middelen. Zo ook bij gedragswetenschappen, groepsleer en psychologie. We sturen een alcoholist toch naar een bureau en aanvaarden de gegevens van de computers. We hebben er echter - althans dat proberen we - een bijbelse visie op. Wie bij het functioneren van het lichaam wel en bij de psychische functionering geen hulp van andere wetenschappen aanvaardt, kon wel eens blijk geven van het feit, dat hij de heidense onderschatting van het lichaam en overwaardering van de geest toch nog niet geheel kwijt is. „Als christenen, die bewust het heil en de dynamiek van de H. Geest hebben ondervonden, zich van groepsdynamische methodes bedienen, dan is dat wezenlijk iets anders dan wanneer mensen, die in nun leven geen enkele relatie met God kennen, groepsdynamica gebruiken.” 8).
5. Juist de K.P.V. zou reformatorische christenen en theologen moeten oproepen vele gegevens op een eigen wijze te ont-wikkelen. Wat dat betreft, was het uit mijn hart gegrepen, dat de christen-psy-chiater dr. D. Kok in het blad voor de Calvinistische wijsbegeerte een pleidooi voerde voor reform atorische wetenschaps-beoefening op deze terreinen. Men leze het dec.no. 1978, waarin dr. Kok wijst op de noodzaak van een luisterhouding, die niet bestaat in zwijgend luisteren. En in dat verband noemt hij dan Rogers, van wie men zijn humanistische uitgangspun-ten niet hoeft te delen om toch veel te kunnen leren van wat hij gezegd heeft over het invoelend luisteren. Dr. Kok acht dat van belang o.a. voor catecheten en voor theologen onder elkaar!! 9).
6. Bezinning daarbij vraagt ook de ver-houding waarheid van Gods openbaring en de menselijke situatie. Deze kennen een spanning. Wie pastoraal gezien de spanning oplost, zit altijd fout. Wie niet naar de situatie kijkt, die niet wezenlijk laat meespreken in het pastoraat, dropt „waarheden” die steriel zijn en nooit hel-pend zijn. Ze laten de mens in nood in kou. Wie de situatie als uitgangspunt neemt, belandt in individualisme en laat het Woord opgaan in een soort religieuze klanten-service. De K.P.V. voorzover ik die heb ervaren, heeft mij tot het oplossen van die spanning in de tweede zin niet verleid. Zij heeft me wel laten zien, hoezeer dat eerste gevaar ons van huis uit bedreigt.
7. De K.P.V. mag geen vierde kenmerk van de kerk worden, ook niet een testcase van confessionele trouw, en zeker geen schibboleth in de kerken. Men hoede zich voor verdachtmakingen. Men bedenke, dat de H. Geest in deze wereld van alles wil gebruiken om „Het Woord Gods tot zijn volle recht te doen komen” Kol. 1:25. De K.P.V. heb ik naar bijbels reeept met grote dankzegging genomen. En mag ik -na twintig jaar te hebben gewerkt en ge-preekt - zeggen: Ook ik meen de Geest Gods te hebben? God was mij genadig daarin!
1) Dr. Zijlstra in het Welzijnsweekblad van 12 mei 1978.
2) Idem.
3) Idem.
4) J. van Amstel, Getraind en wel. Texel 1978.
5) Dr. Van Stempvoort in zijn commentaar op Gal. 2:11.
6) Dr. C. Trimp, Communicatie in ambtelijke dienst.
Groningen 1976. pag. 7-18; voor de conclusie zie pag. 17-18.
7) Prof.dr. Veenhof in Geref. Weekblad van 13 okt. 1978, pag. 145/6.
8) Zie Wilhard Backer e.a. in Groepsdyna-mika, Den Haag 1976. pag. 101.
9) Dr. D. Kok in „Beweging”, dec. 1978. pag. 97/8.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1979
Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 1979
Ambtelijk Contact | 16 Pagina's