Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TER OVERWEGING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TER OVERWEGING

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

J. Thomas, Het luistert nauw. Het gesprek over de preek tussen gemeente en predikant, 121 blz., f. 14,90. Kok, Kampen.

In 7 hoofdstukken gaat de schrijver in op het moeilijke werk van het maken van een preek. Het opvallende van dit boek is, dat het maken van de preek ter sprake komt in het kader van het gesprek over de preek tussen predikant en gemeente. Deze opzet geeft het boekje iets tweeslachtigs. Met name hoofdstuk IV (In de werkplaats) is een typisch hoofdstuk uit de homiletiek. Homiletische regels en Stellingen vindt men eigenlijk in elk hoofdstuk. Tegelijk wil het boek een handleiding zijn voor het gesprek ter voorbereiding van of als kritische evaluatie van de preek. Deze handleiding is echter zelf ontworpen naar een bepaalde visie op de preek. Ik vrees dat de auteur door zowel het een als het ander te behandelen aan zijn eigenlijke doel voorbij schiet. Hij spreekt op blz. 18 over de leerroute die in dit boek gevolgd wordt. Deze komt mij voor als tamelijk ingewikkeld. Het korte slothoofdstuk (mogelijkheden) geeft in 8 bladzijden een goed leesbare samenvatting.

Mij blijft de vraag bezighouden: welk gezag heeft de prediking in de opvatting van de auteur? Op blz. 43 lezen we dat mensen alleen in volledige wederzijdse vrijheid met elkaar kunnen omgaan. Het betekent voor de schrijver dat de kerkganger in het horen een even grote vrijheid heeft als de predikant in het spreken. Ik meen dat in deze Stelling niet voldoende verdisconteerd is het gezag dat het Woord van God over prediker en gemeentelid (luisteraar) heeft. Wie wil weten hoe er over preekvoorbereidingsgroepen gedacht wordt, hoe daarmee gewerkt wordt, krijgt in dit boek veel informatie. Op blz. 36 en 109 worden prediking over geloof en over Rijk Gods als twee aanvullende lijnen voorgesteld. Het is een poging om horizontaal en verticaal met elkaar te verbinden.

Toch denk ik dat het zo niet lukt. Ze zijn één binnen de structuur van het Evangelie en kunnen elkaar binnen de ene preek niet missen.

Dr. T. Brienen, Bevinding. Aard en funktie van de geloofsbeleving, 174 blz., f. 21,--. Kok, Kampen.

Dr. Brienen heeft in dit boek een uitwerking gegeven van hetgeen hij op een conferentie van het C.O.G.G. in 1977 als referaat heeft voorgedragen.

De studie valt na in het inleidend deel in 4 delen uiteen. In het analytisch deel worden 8 Nederlandse theologen besproken (blz. 24 - 88). Daarop volgt een kritisch deel, dat begint met een breedvoerig en goed gedocumenteerde bespreking van Romeinen 5 : 4. Verder komen de gezichtspunten aan de orde, waaronder de in het vorige deel besproken theologen zijn te rangschikken. Bij elk van deze gezichtspunten constateert Brienen een tekort (blz. 89 - 111). In het derde - thetische - deel verwoordt Brienen zijn eigen visie. Het hoofdstuk valt uiteen in twee delen. De bijbelse gegevens worden besproken op blz. 113 - 126; confessionele gegevens op blz. 127 - 146 (en noten op 148 -150); het slothoofdstuk is het praktische deel (blz. 151 - 164). Tenslotte een literatuuropgave en Personenregister.

Het is een zeer overzichtelijk boek en het behandelt een belangrijk onderwerp. Het trof me dat het overzicht van gegevens uit de belijdenis zeker anderhalf keer zo lang is als de bespreking van de bijbelse gegevens. Trouwens de confessionele gegevens zijn eigenlijk een geloofsleer in het klein. Ik had minder citaten gewild en wat dieper ingaan op allerlei passages waarin strijd, groei, worstelen en „het mijnen” van het geloof naar voren komt.

Uit de ondertitel is duidelijk dat Brienen bevinding ziet als geloofsbeleving. Ik acht dit een juiste Stelling. Op beide moet gelijkelijk het accent vallen: Het gaat om beleving van het geloof èn het gaat om beleving van het geloof. Geloof zonder beleving is dood. Beleving zonder geloof is hol, Staat los van Christus en is geen vrucht van de Geest.

Ik betreur het dat het praktische deel slechts 14 bladzijden beslaat. Hier zou juist de eigen visie van dr. Brienen breed uitgekomen moeten zijn! De behandeling van onderscheiden theologen geschiedt uitvoerig en nauwkeurig. In zijn oordeel over hen kan ik mij niet altijd vinden. Het bezwaar tegen Graafland: verinnerlijking, spiritualisering en „verdinglichung” lijkt mij onjuist, omdat de beide eerste bezwaren het tweede uitsluiten en omgekeerd.

Het oordeel over Miskotte op blz. 106 lijkt mij geen recht te doen aan de samenvatting die Brienen zelf geeft op blz. 56/7. Het probleem bij Miskotte is m.i. dat de kennis de bevinding filtert en zuivert, al gaat het wel om kennis van het geloof.

Dit boek biedt veel informatie en geeft een goede behandeling van het onderwerp. Er is met name in het slothoofdstuk toch meer beperking dan men op grond van de volgende zin uit het Woord vooraf zou verwachten: „Zo is het mogelijk mijn totale bezinning op de bevinding zonder beperking onder de aandacht te brengen”.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1979

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

TER OVERWEGING

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 1979

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's