Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TER OVERWEGING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TER OVERWEGING

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. L. Praamsma, De kerk van alle tijden. Verkenningen in het landschap van de kerkgeschiedenis; deel 2, omvang 436 tekstpagina’s en 68 bladzijden illustraties; deel 3 omvang 432 tekstpagina’s en 48 blz. illustraties. Prijs bij voorintekening f. 49,50 en na verschijning van deel 4 f. 55,--. Uitg. Wever - Franeker.

Op grond van het eerste deel hadden we goede verwachtingen voor de hele serie. Die verwachtingen zijn niet beschaamd. Deel 2 handelt over de Reformatie-eeuw en de natijd der Reformatie (samen 32 hoofdstukken). Deel 3 handelt over een eeuw van rede en deugd en over verwarring en verrassing (samen 28 hoofdstukken). De beide delen omspannen vier eeuwen kerkgeschiedenis.

Met bekwame hand worden figuren getekend, stromingen beschreven en gekarakteriseerd, verbanden gelegd. Rome en de zending, wijsgerige stromingen en opwekkingsbewegingen in Europa en Amerika krijgen hun plaats in het geheel.

Men krijgt de indruk dat de schrijver het Amerikaanse continent gebruikt als de waarnemingspost voor de kerkgeschiedenis van Europa; dat is een interessant gegeven in dit boek.

Tal van foto’s illustreren het levendige betoog. Met name het derde deel is een mooie combinatie van de geschiedenis van de kerk, van politieke geschiedenis en van die van het geestelijk leven. Uiteraard was beperking geboden. Toch ziet men de grondlijnen van de geschiedenis en ook de innerlijke samenhang van gebeurtenissen, verval en herleving, afval en ontrouw aan Gods Woord, en de trouw van God aan Zijn kerk.

Soms hadden bepaalde figuren minder uitvoerig en anderen weer meer uitvoerig getekend kunnen worden. De Nadere Reformatie had wat mij betreft, wel scherper getekend en gekarakteriseerd mogen worden. Niettemin een serie die een plaats in elk gezin verdient. Een prachtig bezit en een royaal cadeau voor wie een ander een blijvend plezier wil doen.

Dr. J.D. te Winkel, Metterdaad en in der waarheid. Kijk op evangelisatie en werken aan een missionaire gemeente. Uitg. Kok - Kampen, f. 19,90.

Dit is een prachtige studie over Anthony Brummelkamp en Willem van den Bergh, die beiden in de vorige eeuw zich ingezet hebben voor activiteiten op het gebied van de evangelisatie. Boeiend historisch materiaal treffen we in deze portretteringen aan. Wel vind ik het gebruik van kleine letters bij de vele lange citaten, en ook de manier waarop de zaken schematisch op een rijtje afgedrukt worden, geen goed doen aan een rustige typografische uitvoering.

Voor het tweede deel van het boek heb ik minder waardering. Sterker nog: het lijkt me beslist onjuist om het pluralisme in opvattingen over het Evangelie en over de evangeli-satorische taak van de kerk te rechtvaardigen met een beroep op deze beide figuren uit de vorige eeuw. Zij waren het over de kern eens. Dat is men tegenwoordig niet meer. Het is jammer te moeten zeggen dat de hedendaagse opvattingen over het Evangelie en over de evangelisatorische taak van de gemeente diametraal staan tegenover wat deze beide figuren naar voren hebben gebracht. Men zou wensen dat de schrijver hun werk voor vandaag geactualiseerd had. Dan was aan hun betekenis voor vandaag recht ge-daan. Nu blijven we zitten met een prachtige tekening - het zij nog eens met dankbaarheid gezegd - van mensen wier geestelijke visie niet meer gedeeld wordt. Daarom is dit prachtige boek tegelijk een schrijnend boek.

Ds. H.G. Abma, Tien Woorden Ethiek. Uitg. Kok - Kampen, f. 22,50.

Dit boekje gaat in op de betekenis van de tien geboden voor het christelijke leven. Hoofdstuk 1 bespreekt de betekenis van de Tien Woorden. Hoofdstuk 2 handelt over het drieërlei gebruik van de wet, waarin ook de betekenis van de wet voor het openbare leven aan de orde komt. Hoofdstuk 3 gaat uitvoerig in op de eerste zonde in het pa-radijs. De schrijver tracht met behulp van de tien geboden de overtreding in het paradijs te peilen. Dat levert belangrijke resultaten op. Toch lijkt het wat geforceerd als daarbij ook het sabbatsgebod in het geding gebracht wordt.

In hoofdstuk 4 en 5 worden de geboden van de eerste en die van de tweede tafel uitvoerig besproken. De schrijver heeft mij niet overtuigd van zijn stelling dat het 5e gebod bij de eerste tafel der wet gerekend moet worden. De argumentatie van Calvijn met verwijzing naar Matt. 19 lijkt mij sterk te staan.

Er staan prachtige zinnen in dit boek. De schrijver heeft visie en formuleert kernachtig. Er zit niet altijd vaart in het betoog. Dat hangt ermee samen dat veel zinnen bijna aforismen zijn: uitspraken die men zo los van het verband kan overnemen. Het huwelijk heet een apotheose van het scheppingsoeuvre en tegelijk instrument van de verlossing (blz. 132). De schrijver prikkelt ook wel tot tegenspraak door zijn pregnante formuleringen. Dat het 7e gebod een specifieke aantasting en lastering van de Naam is (blz. 134), zou ik hem niet nazeggen. Evenmin dat het zogenaamde vloeken maar kruimelzonde zou zijn vergeleken met veel vroom gepraat en gepreek (blz. 94).

Er staan echter zoveel prachtige uitspraken in dit boek, dat wars is van wetticisme en formalisme, dat ik het graag hartelijk aanbeveel.

Voor bespreking in een kring (ook van ambtsdragers), voor zelfstudie en voor praktische preken over de Tien Woorden bij de behandeling van het desbetreffend gedeelte van de Catechismus acht ik dit boek een waardevol hulpmiddel.

William Hendriksen, Uitzicht over de dood. Uitg. Buijten en Schipperheijn-Amsterdam.

Prijs f. 17,50.

Prof.dr. W. Hendriksen is hoogleraar in de exegese van het Nieuwe Testament aan het Calvin Seminary in de Verenigde Staten. Van hem zijn diverse boeken verschenen die bij reformatorische christenen in Amerika een goede ingang vonden. „Uitzicht over de dood” - een Nederlandse vertaling na vele herdrukken elders - geeft korte beschouwingen over sterven en leven, de „laatste dingen” en de wederkomst. Elk hoofdstuk wordt vooraf gegaan door de notitie van een te lezen Schriftgedeelte en gevolgd door een aantal discussievragen.

Wat opvalt is de grote stelligheid, waarmee Hendriksen zijn meningen poneert over het mensenleven na de dood en de ontwikkelingen in de eindtijd. Deze stelligheid doet denken aan een soort catechismus over de laatste dingen. Zelfs de discussievragen worden in deze opzet tot opdrachten om te bewijzen dat men het gelezene goed heeft begrepen. Wanneer dit boekje zal gaan dienen als leidraad voor werk- en studiegroepen - een doel waarvoor het lijkt te zijn geschreven - moge ik de gebruikers raden hun vrijheid van overwegen en benaderen goed in het oog te houden.

Dr. W.H. Velema, Discussie over de mensenrechten, Uitg. Willem de Zwijgerstichting-Buijten en Schipperheijn - Amsterdam.

De Willem de Zwijgerstichting stelt zich ten doel in de lijn van de Reformatie voorlichting te geven over actuele vraagstukken. In dit kader is van prof. dr. W.H. Velema een bijdrage gevraagd tot de discussie over de mensenrechten.

Onbekommerd beroept men zich in deze dagen op de rechten van de mens, maar al te vaak ook zonder de geringste neiging tot bezinning op de herkomst van de formuleringen die als zodanig opgeld doen, hun wezenlijke inhoud en vooral de consequenties van een al te gemakkelijke codificatie. Daartegenover mag de benadering van dr. Velema gezien worden als een poging om de lezer tot nadenken te brengen over hetgeen over dit onderwerp is gezegd en geschreven. Tot kritisch nadenken, dat overigens zeker niet behoeft uit te monden in een ontkenning van de mogelijkheid van theorieën over mensenrechten. Integendeeld, in dit geschrift wordt een bijbelse basis aangegeven van waaruit zinvol en verantwoord met en aan mensenrechten kan worden gewerkt. Het gebod, Gods gebod, gaat aan het recht vooraf. Dit gebod schept echter wel de plicht te ijveren voor vrijheid van en onder mensen, gelijkwaardigheid en kansen tot het dragen van verantwoordelijkheid-door-participatie. Tussen het evangelie van Jezus Christus en het opkomen voor mensenrechten wordt een positieve relatie gelegd: „De heiliging van het leven is vrucht van de verlossing door Christus en van de bekering tot God. Opkomen voor mensenrechten is gestalte van deze heiliging. Daarom christenen zich voor men-senrechten inzetten - zij in het bijzonder”.

Een bijdrage tot de discussie, die naar mijn oordeel ruimer aandacht verdient dan de toch wat beperkte kring van lezers rond de Willem de Zwijgerstichting.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1981

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

TER OVERWEGING

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 mei 1981

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's