Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

TER OVERWEGING

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

TER OVERWEGING

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Dr. C. Trimp, Zorg voor de gemeente, Het ambtelijk werk van ouderlingen en diakenen toegelicht. 266 blz., f. 24,50. Copieerinrichting Van den Berg, Kampen 1982.

Dit boek bevat een bundeling van artikelen die de hoogleraar in de ambtelijke vakken van de (vrijg.) Gereformeerde Hogeschool in Kampen eerder deed verschijnen in „De Reformatie” en „Dienst” (het blad voor ambtsdragers). De stof is keurig op een rijtje gezet en in drie hoofddelen verdeeld: de beide laatste delen zijn ongeveer even groot. Soms zijn er herhalingen, bijvoorbeeld over de ouderling en de leesdienst (blz. 37 en 56); over Calvijn en het Diaconaat (biz. 187 en 205). Of men van een „generatieve kracht” van het ambt (biz. 19) kan spreken is voor mij de vraag. Wei deel ik de kritiek op Kuypers herleiding van de drie ambten tot de drie aspecten van het ene ambt van Christus. Ook waardeer ik de nadruk op het voluit ambtsdrager zijn van de ouderling. Node mis ik in deze serie een nadere beschouwing over het specifieke van het predikan-tenambt vergeleken met dat van de ouderling.

Jammer vind ik het dat sommige Paragrafen bestaan uit boekbesprekingen, ook al gaat het dan vooral om beschouwingen naar aanleiding van een boek. Dit maakt het boek zelf wat onevenwichtig. Dat temeer als we dan ineens op bladzijde 78 weer „een schets” tegenkomen, onder het kopje: „Gemeenteopbouw en huisbezoek”. We kunnen ons de factor tijd als excuus indenken. Niettemin zou een samenvattende herschrijving van het hier geboden materiaal het boek meer bruikbaar hebben gemaakt.

Ook nu is het mede door de duidelijke paragraafindeling goed te overzien. Men mist echter een grondige, van de grond af en systematische uitgewerkte aanpak van de Problemen.

Ik betreur het dat een artikel uit 1965 (blz. 253-256) over de Algemene Bijstandswet zonder nader commentaar is afgedrukt, nog wel vlak voor het eind van het boek. Als ik de pers goed heb gevolgd, heeft men dat standpunt in de praktijk verlaten. Heeft prof. Trimp dat niet gedaan? Dan zou een dringend appèl om terug te keren op zijn plaats zijn geweest. Heeft hij dat wel gedaan, dan zou hij van deze verandering in zienswijze rekenschap hebben moeten afleggen.

Al met al een bundel die hulp verschaft, maar effectiever had kunnen zijn door effi-ciënter herschrijving van de stof.

Dr. Bruce Narramore e.a., Geloof bij de hulpverlening. 144 blz., f. 18,50. Buijten & Schipperheijn, Amsterdam 1982. Telos boek 122.

In 1981 werd een Evangelisch Hulpverleningscongres gehouden. In dit boek zijn de toespraken gebundeld en wordt verslag gedaan van de discussie met de hoofdspreker, de Amerikaanse counselor dr. Bruce Narramore. Deze neemt een heel ander standpunt in dan de hoofdspreker van het congres 1982: dr. J.E. Adams. Op twee punten zijn er verschillen. Narramore wil psychologische methoden gebruiken en slaat het integratie-middel voor. Adams is veel meer antithetisch. Narramore spreekt over emotionele psychologische schuldgevoelens, die hij van de duivel afkomstig acht (105). De wet dient om onze rebellie aan te wakkeren. Dit lijken mij in hun eenzijdigheid onjuiste uitspra-ken.

We krijgen in het boek echter te weinig om zulke uitspraken in verbanden te kunnen plaatsen.

Nog veertien andere auteurs leveren een bijdrage, waarvan de een meer pakt of meer overtuigend voorkomt dan de ander. Voor bezoekers van het congres zal de bundel be-tekenis hebben. Wie daar niet waren, zullen zelf wel wat moeten aanvullen. De titel is enigszins tweeslachtig. Bedoeld zal zijn de plaats van het geloof in de hulpverlening. Er is echter ook een andere uitleg mogelijk. Die ambivalentie zou bijna symbolisch kunnen heten voor het boek.

Drs. Aad W. van der Kooi, Ik of Gij? Een christelijke cultuurkritiek. Uitgave Buijten & Schipperheijn, Amsterdam/Oosterbaan & Le Cointre, Goes. Prijs f. 19,90.

Dit boek wil vanuit christelijk gezichtspunt een kritische doorlichting geven van de Westeuropese cultuur. We treffen vijf hoofdstukken aan; maar zonder titel ! Het eerste fungeert als een soort inleiding, ondanks de korte inleiding die de auteur over zijn werk zelf schreef. Het tweede behandelt de geschiedenis van de wijsbegeerte, althans grepen daaruit. Het derde gaat over enkele theologen, die sterk onder invloed van moderne wijsgeren staan. Het vierde gaat over de geschiedenis van de kunst. Het vijfde over dich-ters, en over het narcisme. Als aanhangsel treffen we 23 gedachten en gezegden aan. Daarnaast nog 20 bladzijden noten plus een literatuurlijst.

Het boek doorlicht de cultuur onder het thema van de zelfrechtvaardiging van de fari-zeeër en de bede van de tollenaar. Vandaar de titel van het boek. Indringend wordt be-schreven hoe de ik-filosofie en levenshouding voor God geen plaats laat en tot geeste-lijke eilende van de mens leidt.

In dit boek is veel kennis vervat, ook veel energie geïnvesteerd. Compositorisch acht ik het niet sterk. Men komt door het hele boek heen steeds weer dezelfde namen tegen. Toch bevat het een scherpe analyse en gewaagt het van geloof. Een boek met een boodschap - negatief èn positief.

Dr. R.H. Bremmer, Visioenen op Patmos. Uitgave De Vuurbaak b.v., Groningen. Prijs f. 17,50.

Dat van dit werkje een zevende, herziene druk verschijnt, bewijst wel dat het z’n weg heeft gevonden, vooral waarschijnlijk in de kring van de vrijgemaakte zusters voor wier Bond het werd uitgegeven. Zoals de titel doet verwachten gaat het over het laatste Bij-belboek. In 22 bijbelstudies (144 blz.) worden de 22 hoofdstukken van Openbaring be-handeld. Dr. Bremmer sluit zich met name aan bij de exegese van wijlen prof. Greijda-nus en formuleert z’n uitgangspunt aldus: Christus laat in dit boek zien met welke geestelijke krachten en met welke oordelen de kerk in haar gang door de wereldge-schiedenis wordt geconfronteerd (13). Van een „programma van de wereldgeschiede-nis” zoals velen tot in het meest extreme dit boek zien, wil hij niet weten. Terecht naar mijn mening. Van auteurs buiten eigen kring wordt geen melding gemaakt dan alleen uit de tijd die voor de zusters als prehistorie van de vrijmaking zal gelden. Onder hen wordt ook ds. A.M. Berkhoff genoemd (117). Dat een „heftige strijd” over de beteke-nis van de „duizend jaren” (Openb. 20) onze kerken heeft „beroerd” moge met enige overdrijving te zeggen zijn, maar dat dit „leidde tot de afzetting van ds. Berkhoff”, is historisch zelfs met overdrijving niet juist (zie Acta 1933, art. 16). Overigens de „be-knopte” maar evenwichtige bijbelstudies met „handreiking voor de bespreking” lenen zich uitstekend voor persoonlijk gebruik alsmede voor gebruik in verenigings- en kring-verband.

Ds. C.G. Bos, Voetsporen van voorgangers. Uitgave De Vuurbaak b.v., Groningen. Prijs f. 18,--.

Hoewel niet met zoveel woorden aangeduid, doen vorm en opzet van dit boekje van 157 pagina’s denken aan hetzelfde doel van uitgave als het boekje van dr. Bremmer, nl. de Bond van Verenigingen van Gereformeerde Vrouwen. Een vijftiental figuren uit de kerkgeschiedenis wordt besproken nl. Ignatius, Irenaeus, Tertullianus, Athanasius, Augustinus, Gregorius de Grote, Bonifatius, Karel de Grote, Anselmus, Franciscus van Assisi, John Wycliff, Thomas à Kempis, Maarten Luther, Ulrich Zwingli en Johannes Calvijn. De hier gevolgde methode om de kerkgeschiedenis te behandelen rondom markante figuren van wie bijzondere invloed uitging (15), maakt het mogelijk de kerkgeschiedenis op een levendige wijze te behandelen. Ook hier wordt telkens een „handreiking voor de bespreking” geboden bijv. (op blz. 16): „Het gevaar van de Evangelische Omroep voor een rechte visie op kerk en ambt”, en: „Gebrek aan kennis van de kerkgeschiedenis als oorzaak van gebrek aan gezond kerkelijk besef”. ’t Lijkt me dat toe-stemmend of bestrijdend over deze en dergelijke handreikingen wel enige discussie kan loskomen, behalve dan in een kring van gelijkgestemden. Maar dat zal niet beletten om te ontdekken „dat wat als ,modern’ wordt aangeduid, vaak oeroude dwaling is” (14). Belangstellend zien we uit welke „voorgangers” in het tweede deel zullen worden gete-kend. Dit eerste deel is de moeite van kennis nemen zeker waard.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1982

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

TER OVERWEGING

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 november 1982

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's