IN DE GEEST VAN HET EVANGELIE ”DE SPONS OVER HET VERLEDEN HALEN”
”Onverzoend leven en sterven” zou ook de titel van deze bijdrage hebben kunnen zijn. Bij deze woorden moet dan overigens niet direct worden gedacht aan het onverzoend zijn in de relatie tussen God en mensen, maar aan onverzoende verhoudingen tussen mensen en mensen. Wèl zal blijken dat deze twee alles met elkaar te maken hebben, althans voor de christen. In een onverzoende relatie tot een medemens staan kan aan het christelijke geweten (wat is dat eigenlijk, beter is te spreken van het geweten van een christen) knagen. Gekomen aan de grens van dit aardse bestaan kunnen mensen het er heel erg te kwaad mee krijgen. Soms ook helemaal niet.
In een anonieme brief die ik ontving, wordt het als volgt geformuleerd: ”Een kennis met wie ik vroeger heel goed was, is ernstig ziek. Het ziet er naar uit dat van beterschap geen sprake meer zal kunnen zijn. Tussen mij en haar is ooit eens iets voorgevallen waar-door het tussen ons kapot ging. Goed kapot. We hebben nooit meer contact met elkaar gehad. Nu ik hoor dat zij zo ernstig ziek is, knaagt het aan mij dat het nooit meer goed is gekomen. Ik zou van mijn kant iets willen doen. Maar wat en hoe?
Onherstelbare schade
Ja, er zijn heel veel mensen die tot anderen in een verstoorde verhouding staan. Soms heel dichtbij, binnen huwelijken en gezinnen, maar ook in allerlei andere verbanden. Verstoorde verhoudingen komen voor op het werk en in de kerk. Ook in de kerk teilen we niet weinig mensen, die op een of andere manier, of om welke reden dan ook, hard te-gen elkaar zijn opgelopen; die dingen hebben gedaan of gezegd, die zo gemeen en kwet-send waren, dat in de verhouding tot elkaar onherstelbare schade werd aangericht. Men neemt een vijandige houding jegens elkaar aan of men trekt zich ieder in een positie van volstrekte negatie terug. Men heeft voor elkaar afgedaan. Soms hoeven - om in deze situatie te geraken - niet eens zulke ingrijpende dingen voorgevallen te zijn. Misverstan-den en kleinigheden zijn er soms al oorzaak van dat mensen elkaar uitsluiten en negeren. Dat hangt dikwijls samen met de grootte van het incasseringsvermogen van mensen. De één verdraagt meer dan de ander. Zelfs bij het licht van en onder de klem van het Evangelie, beschikken ook christenen lang niet altijd over voldoende ”sociale intelligentie” om conflicten in de persoonlijk-menselijke verhoudingen uit de weg te gaan, onder beheersing te brengen of de wereld uit te helpen. En natuurlijk zijn er situaties, waarin conflicten door onmogelijk en eenzijdig (wan)gedrag van de ander onvermijdelijk zijn.
In veel levens
In méér levens dan wij denken en weten, komen situaties als beschreven in de brief voor. Zoals gezegd, in allerlei verhoudingen en verbanden. Waartoe intermenselijke storingen in de kerk kunnen leiden, komt soms aan de oppervlakte als kerkelijke gemeenten met Problemen in de publiciteit komen. Dat trekt soms diepe sporen van eilende en verwijde-ring, die slechts op termijn op te heffen zijn. Altijd littekens nalatend. Bij elke ”klimaats-verandering” laten die littekens zich geducht voelen.
We beperken ons in dit artikel tot de conflicten en situaties van verwijdering in de per-soonlijke sfeer, waarvan ook in de eerder aangehaalde brief sprake is. Wat dáárin staat, komt in allerlei variaties voor. Er zouden talloze voorbeelden van te geven zijn. Van onherstelbare conflicten en van verzoening in verhoudingen, die onherstelbaar leken. Soms op de ”valraap” van het leven. ledere ambtsdrager kent ze uit eigen praktijk.
De man die vijfentwintig jaar geen avondmaal vierde, omdat hij niet met die ander aan één tafel wenste te zitten. Eerst na een ernstige ziekte kwam er ontvankelijkheid voor de gedachte, dat als zijn verhouding tot de Here er naar was om het Heilig Avondmaal waar te nemen, de verstoorde verhouding tot die ander daaraan niet langer in de weg mocht staan. Die moest worden opgeruimd. In denk aan de vrouw, die mij onlangs beide met de mededeling dat zij en haar man al enkele jaren geen avondmaal meer vierden vanwege de miskenning van haar man, die de gemeente lange jaren met vreugde in het ambt had gediend, maar bij de predikant en een aantal medebroeders uit de gunst was geraakt doordat hij in bepaalde dingen een al te kritische opstelling koos. Het vrat aan hen dat hun geestelijk leven hierdoor onder druk was komen te staan. Haar vraag was hoe hierbovenuit te komen zou zijn. Wat te denken van de dochter, die haar ernstig zieke vader niet bezocht en op zijn begrafenis verstek lief gaan, omdat zij in de verdruk-king kwam toen haar vader na het overlijden van haar moeder een engagement aanging met een (christelijke) vrouw, die alle sporen van het vorige huwelijk uitgewist wenste te zien zonder dat de vrouw daarbij van haar vader tegenspel kreeg. De gedachte aan de onherroepelijkheid en de onomkeerbaarheid van dit alles had haar intussen een tame-lijk ernstige mentale ontregeling bezorgd. Er kon niets meer goed worden gemaakt. Hoe onbegrijpelijk van die man, die door velen tot het ”echte volk” werd gerekend, maar die op zijn ziekbed decreteerde dat na zijn dood iedereen een rouwcirculaire kon krijgen, maar die ene in elk geval niet. Dat de dood alle tegenstellingen opheft, wordt lang niet altijd bevestigd. Men gaat er soms ”rustig” de dood mee in.
Gelijk of ongelijk
Verstoorde verhoudingen hoeven overigens lang niet altijd op beledigende woorden of gemene daden terug te gaan. Scherp toegespitste verschillen van mening zijn soms al voldoende om verwijdering tussen mensen te brengen. Sympathieën en antipathieën bewegen zich daarbij in neer- en opwaartse richting. Minder leuke ervaringen en indruk-ken zijn voor mensen soms al aanleiding anderen uit te sluiten, b.v. van informatie over geboorte, huwelijk, jubilea en dood. Dit is echt geen verschijnsel waarvan de buitenker-kelijke wereld het alleenvertoningsrecht heeft. Ook binnen de gemeente van Christus komt het maar al te veel voor. En er zijn heel veel mensen, ook christenen, die met zo’n verstoorde verhouding best weten te leven, zeker als zij van oordeel zijn dat het gelijk aan eigen zijde zit.
Verdraagzaamheid
Wat kan hierover bij het licht van het Evangelie worden gezegd? Dat is niet zo eenvou-dig. Belangrijk hierbij is het antwoord op de vraag wáár en wanneer van een zodanige structurele verstoordheid in de verhouding tussen mensen moet worden gesproken, dat men elkaar het licht in de ogen echt niet meer gunt en de een bij de ander als mede-schepsel en medechristen geen erkenning meer vindt. Er bestaan nogal wat lichtere vor-men en variaties van verstoordheid, waarbij men elkaar misschien uit de weg gaat c.q. bewust negeert, maar waarbij nog niet voluit sprake is van haatdragendheid. Ook in de gemeente van Christus manifesteert zich het algemeen menselijke verschijnsel dat men de een méér mag dan de ander. Niet iedereen ligt ons. Niet aan iedereen voelen we ons ook als christen even sterk verwant. De uiteenlopende geaardheid vraagt wel om grote verdraagzaamheid, een eigenschap waaraan de gemeente van Chistus als geheel en haar leden persoonlijk in het algemeen wel wat rijker zouden kunnen zijn.
Maar situaties van structurele verstoordheid, van verstoorde verhoudingen waarbij men elkaar heeft buitengesloten, mogen onder christenen niet bestaan en in elk geval niet voortbestaan. Men mag er niet mee leven en men kan er niet mee sterven. In situaties van verstoordheid kan men gelijk hebben en tegelijk ook ongelijk, namelijk wanneer men niet al het mogelijke doet om tot herstel van de verhouding te komen. Het initiatief daar-toe kan moeilijk zijn, zeker als de ontvankelijkheid van de ander minimaal lijkt te zijn. Maar juist dan wijst het op grootheid van geest, die ons geestelijke eigendom mag worden als Christus in ons hart woning maakt, als we er om zijnentwil aan hechten om een stuk zondige gebrokenheid te helen.
Geen ruimte voor broederhaat
Niet alleen in dat bijbelboek, maar toch wel heel in het bijzonder in de eerste brief van de apostel Johannes, wordt duidelijk aangegeven dat binnen een wandel in het licht geen ruimte is voor broederhaat. In hoofdstuk 4 : 20 en 21 staat het in niet mis te verstane taal: ”Indien iemand zegt: ik heb God lief, doch zijn broeder haat, dan is hij een leugenaar; want wie zijn broeder, die hij gezien heeft, niet liefheeft, kan (ook) God, die hij niet gezien heeft, niet liefhebben”.
Valien ook verstoorde verhoudingen buiten mijn schuld en door ander toedoen ontstaan, binnen de termen van wat de apostel hier zegt? Ja, in deze zin, dat ik - als de liefde van God werkelijk in mij woont, als ik werkelijk onder de indruk ben gekomen van wat God in Christus mij heeft willen vergeven - van mijn kant al het mogelijke behoor te doen om het weer goed te maken. Om Christus’ wil zal ik proberen met vindingrijkheid en vast-houdendheid ingangen te vinden om tot een gesprek te komen en in de geest van het Evangelie ”de spons over het verleden te halen”.
Hoewel in haar geval het conflict in de verwijdering mede door haar toedoen ontstond, zal mijn briefschrijfster er zich bevrijd en gelukkig onder voelen als zij zelf het initiatief neemt om de ernstig zieke kennis op te zoeken en op de weg naar haar levenseinde althans één belemmering weg te nemen.
Door dit te doen krijgt zij zelf een aangenamer leven en - althans wat dit betreff - straks een ruimer sterven.
In de gemeente van Christus wordt door ambtsdragers in de regel om verstoorde verhoudingen heengegaan. Men beseft dat ambtelijke bemoeienis, als deze niet wordt in-geroepen, kan betekenen dat men in allerlei delicate kwesties verwikkeld raakt, niet zelden op een manier waarbij de gramstorigheid van de betrokkenen zich uiteindelijk op het hoofd van de bemiddelende ambtsdrager(s) ontlaadt. Onpartijdige benadering van de twistende partijen vraagt nogal wat. Toch zouden in situaties van gebroken en verstoorde verhoudingen ambtsdragers meer helend door de gemeente moeten gaan. Wie als ambtsdrager helpt om mensen weer op de weg naar elkaar te zetten, draagt ertoe bij om grote zonden te bedekken.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1991
Ambtelijk Contact | 20 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 september 1991
Ambtelijk Contact | 20 Pagina's