Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DEMENTE BEJAARDEN EN HET AVONDMAAL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DEMENTE BEJAARDEN EN HET AVONDMAAL

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een teer onderwerp

In de titel van dit artikel is bewust gekozen voor het woordje “en”. Er had ook kunnen staan “aan”: demente bejaarden aan het Avondmaal. Dat is nu juist de vraag, die in dit artikel besproken zal worden.

Ook dit thema is vanuit de kring van de ambtsdragers aan de redactie aangereikt. Het is om verschillende redenen niet zo’n gemakkelijk thema.

Daar is allereerst het feit, dat het hier vooral gaat over Avondmaalsbediening en Avondmaalsviering in een verpleeghuis, eventueel in een bejaardencentrum.

Op dit punt wordt er in onze gemeenten, voorzover ik daarvan kennis draag, niet naar één regel gehandeld. Er zijn verschillende mogelijkheden om de Avondmaalsviering in een verzorgingshuis te regelen.

Voorop moge staan, dat de broeders en zusters zelf, alsook de gemeente er de voorkeur aan zullen geven, dat deze oudere leden zo veel mogelijk deelnemen aan het Avondmaal in de gemeente zelf. Deze voorkeur gaat voorop, bij al wat nu volgt.

In het tehuis

Er zijn echter mensen die vanwege ouderdom en gebreken het huis waar zij een kamer hebben gekregen en waar zij liefdevol worden verzorgd, niet meer kunnen verlaten. Wat de kerkdiensten betreff, is er vaak de mogelijkheid om via kerktelefoon zondags met de eigen plaatselijke gemeente verbonden te zijn. Dat geeft een gevoel van vertrouwdheid. Er zullen ook huizen zijn waar kerkdiensten belegd worden, hetzij vooral door de geestelijke verzorger van het huis, hetzij door de plaatselijke kerkeraden volgens toerbeurt.

Uiteraard kan geen enkele bewoner gedwongen worden naar zo’n dienst te gaan, als hij of zij de voorkeur eraan geeft op eigen kamer met de eigen gemeente verbonden le zijn. Hier kunnen allerlei factoren een rol speien. Indien maar enigszins mogelijk, is het vanuit de gemeenschapsgedachte in het huis goed om de gemeenschappelijke kerkdienst (op zijn minst van tijd tot tijd) mee te maken. Het is goed denkbaar dat daartegen zo veel gerechtvaardigde bezwaren bestaan, dat de bewoners op hun kamer blijven en met eigen gemeente verbonden willen zijn. Op dit punt kan men geen bewoner dwingen. In het huis zelf moet er de vrijheid voor de bewoners zijn om een eigen keus te maken. Zo’n beslissing moet binnen het huis door personeel, directie en bestuur gerespecteerd worden. Ik weet dat dit helaas niet altijd het geval is. Soms worden mensen die aan de eigen kerkdienst, beluisterd op eigen kamer, de voorkeur geven, aangemerkt als onwilligen of dwarsliggers. Dat is Jammer. Het gebeurt ook ten onrechte.

Niet uniform geregeld

Nu kom ik bij de Avondmaalsbediening in zulke tehuizen. Dat is van plaats tot plaats verschillend geregeld. De bedoeling van dit artikel is allerminst om één regeling als de enig juiste voor te schrijven. Als een kerkeraad - soms na moeizaam overleg, extern en intern - een goede regeling tot stand heeft gebracht, is het niet mijn taak daarop in dit artikel kritiek te oefenen. Ik denk wel dat overleg met classis-kerkeraden aanbeveling verdient. Ook dan kan er van plaats tot plaats verschil zijn. Men zal de plaatselijke situatie (zoals deze gegroeid is en soms na veel moeilijkheden tot stand is gekomen) altijd goed in het oog moeten houden.

Het is mij bekend dat er plaatsen zijn, waar de christelijke gereformeerde kerkeraad volgens toerbeurt eens per jaar de Avondmaalsviering verzorgt. Deze kerkeraad heeft dan voor de hele dienst zijn eigen verantwoordelijkheid. De kerkeraad laat leden van andere kerken als gasten tot de Avondmaalstafel toe, zoals ook de eigen leden als gasten het Avondmaal mogen meevieren, wanneer een andere kerkeraad de verantwoordelijkheid voor de bediening heeft. Wie in eigen gemeente tot het Avondmaal is toegelaten, wordt door de christelijke gereformeerde kerkeraad als gast aanvaard. Hoewel dit niet de enige manier is om de Avondmaalsviering in tehuizen te regelen, lijkt het me wel een juiste manier.

Het gaat om uitzonderlijke situaties. De gemeenteleden kunnen niet meer naar de eigen plaatselijke kerk toe en stellen toch prijs op het meevieren van het Avondmaal. Daaraan moet zo veel mogelijk worden voldaan. Als er geen sprake is van enige gemeenschap onder de bewoners, noch onder de kerken die het huis hebben gesticht en in stand houden, dan kan het Avondmaal ook aan het individuele gemeentelid op zijn of haar kamer door de eigen kerkeraad bediend worden. Het lijkt mij gewenst, dat er dan toch minstens een familielid en een ambtsdrager extra aanwezig zijn, om de gemeenschapsgedachte tot uitdrukking te brengen.

Ik heb hiermee enkele gedachten op papier gezet, die allerminst bedoeld zijn als een exclusief voorschrift. Ze zijn een handreiking binnen het kader van de bepalingen die aan art. 63 van de Kerkorde zijn toegevoegd.

Demente bejaarden

In de titel gaat het over demente bejaarden. Zullen kerkeraden hen tot het Avondmaal toelaten dan wel het Avondmaal aan hen bedienen? Er is verschil in de mate van dementie. Er zijn mensen die nog redelijk kunnen denken en spreken. Er zijn ook mensen die, zoals men dat noemt, een bijna plantaardig leven leiden. Ik gebruik de uitdrukking niet graag. De lezer begrijpt dat ik ermee doel op de zwaarste vorm van dementie. Tussen deze beide bevindt zich een heel scala van mogelijkheden.

Laat ik ook nu mogen zeggen dat het om een teer onderwerp gaat. Een auteur schrijft zijn gedachten niet zo maar even op papier. Je voelt daarbij in je hart hoe moeilijk deze dingen voor familieleden kunnen liggen. Zelf hebben wij als kinderen vele jaren onze moeder bezocht, die ernstig dement was. Hoewel, er waren ook momenten of flitsen van bewustzijn. Nooit zal ik vergeten, dat zij tijdens een kerkdienst in het verpleeghuis erg onrustig was. Ik had haar zelf naar de kerkzaal gereden en zat naast haar. Ik begreep wel iets van haar onrust. Een kerkdienst waarin eigenlijk niets bekend of vertrouwd was. De gastpredikant was in preek en in keus van de liederen nogal modern. Toen hij met de woorden van Numeri 6 de zegen gaf, zei mijn moeder: Nu is het goed. Op dat moment was er herkenning.

Ik denk dat we in verband met ons onderwerp tussen twee uitersten door moeten. Dat is enerzijds de vanzelfsprekendheid om het Avondmaal ook aan zulke mensen te bedienen en de vanzelfsprekendheid om dat niet te doen. De bekende tekst uit 1 Korinthiërs 11:28, 29 is niet in de eerste plaats voor deze situatie geschreven, al behoeven we haar ook niet geheel buiten beschouwing te laten.

Uit wat ik hierboven schreef, mag duidelijk zijn, dat wij niet precies kunnen vaststellen hoe ver het bevattingsvermogen van een demente bejaarde reikt. We moeten voorzichtig zijn om daarover zomaar een oordeel te Vellen. Daar komt bij dat demente of dementerende mensen soms voor gebaren (noem ze rituelen) gevoelig zijn. Zij worden daardoor soms meer bemoedigd en vertroost dan door woorden. Ik denk dat dit in onze overweging betrokken moet worden.

Er is een ander aspect. Avondmaal vieren vraagt om een daad. Er zit een actieve kant aan, ook al Spraken we over “het bediend worden van het Avondmaal”. Wie Avondmaal viert moet tot op zekere hoogte die activiteit kunnen verrichten. Wie totaal passief is en de beker op geen enkele wijze kan drinken, voor hem of haar is het toch eigenlijk niet mogelijk om Avondmaal te vieren, lets dergelijks kan men van het gebruiken van het brood zeggen. Dan is er een grens bereikt waarvoor we halt moeten houden. Waar een totaal fysiek en psychisch onvermogen valt waar te nemen, moeten we niet doen alsof deze grens ons niet gewezen wordt.

Ik zou dus voorzichtig zijn met aan dementerende bejaarden het Avondmaal te onthouden. Ik zou - uit eerbied voor het heilige en voor de broeder of de zuster wie niets opgedrongen mag worden - ook voorzichtig zijn om niet een grens te overschrijden waarvoor we halt moeten houden.

Hier zijn alleen aanwijzigingen te geven. Hier is geen voor alle situaties geldende en altijd van toepassing zijnde regel te geven. Liefde en eerbied, meedogen en tegelijk een zekere schroom zullen, gepaard met gebed om wijsheid, de weg doen vinden.

Ter afsluiting benadruk ik nog eens dat het visuele juist in deze situaties een extra waarde heeft, boven het gesproken woord.

Laten we ons zelf de vraag stellen of wij een lid van de gemeente het Heilig Avondmaal mogen onthouden, als de Here het hem of haar fysiek en psychisch niet onmogelijk maakt. Over het algemeen zullen we met demente bejaarden bidden. Met hen, en niet alleen voor hen. Misschien kan ook deze overweging ons als ambtsdragers helpen tot een goede beslissing te komen, als we twijfelen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 april 1996

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

DEMENTE BEJAARDEN EN HET AVONDMAAL

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 april 1996

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's