Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

PREDIKANT EN KERKENRAAD - EEN TOEGERUST TWEETAL

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

PREDIKANT EN KERKENRAAD - EEN TOEGERUST TWEETAL

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Aan veel problemen in het beroepsmatig functioneren van predikanten blijken een kwetsbaar zelfbeeld en een gebrek aan gevoel van eigenwaarde ten grondslag te liggen. De biografie van de predikant, zijn spiritualiteit en de wijze waarop hij zijn roeping beleeft, spelen daarin een belangrijke rol.

DIVERSITEIT AAN TAKEN

Preken, pastoraat, catechisaties, kerkenraadswerk, classiswerkzaamheden en synodale taken. Het is een greep uit het takenpakket van een predikant. In het contact met allerlei mensen binnen verschillende structuren wordt van hem verwacht dat hij voldoende kennis en vaardigheden bezit om deze taken uit te oefenen. In gemeenten waar sprake is van meerdere predikantsplaatsen wordt er ook nog eens een beroep gedaan op samenwerkingsvaardigheden, zowel tussen predikanten als in contact met de kerkenraad. Kortom, er wordt een allround herder en leraar gevraagd, die in staat is leiding te geven aan kerkenraad en gemeente en die in staat is om eventuele problemen of conflicten te hanteren. Een onmogelijke opgave om dit alleen en op een goede manier uit te voeren. Dit vraagt dan ook de nodige ondersteuning voor en vaardigheden van de predikant.

VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE KERKENRAAD

De predikant maakt deel uit van de kerkenraad, waarin hij meestal de functie van voorzitter heeft en sturing geeft aan de kerkenraad. Uit contacten met kerkenraadsleden blijkt dat veel kerkenraden het lastig vinden om de verantwoordelijkheid voor hun predikant vorm te geven. Dit kan te maken hebben met onduidelijkheid van de positie van de predikant, wisselingen en onervarenheid van kerkenraadsleden, afwezigheid van profiel en beleidslijnen, onvoldoende communicatie over taken, werklast en werkdruk. In de praktijk blijkt de inhoudelijke boodschap van de prediking wel besproken te worden met de predikant. Het dagelijkse functioneren en de voortgang van het werk komen echter nauwelijks aan bod. Men is over het algemeen niet toegerust voor het begeleiden van een predikant. Bovendien blijkt uit de casuïstiek dat veel predikanten dit ook niet gemakkelijk toelaten.

GESIGNALEERDE PROBLEMEN

In de afgelopen jaren is de VC verschillende keren betrokken geweest bij (zeer) ernstige problemen in de gemeenten. Vaak waren de problemen immens en/of geëscaleerd. Het gevolg is dat de meeste betrokkenen in meerdere of mindere mate beschadigd raakten. Alle begeleide situaties bleken uiteindelijk terug te voeren op vier typen problemen:

a. Problematiek geworteld in persoonlijke en/of psychische ontwikkeling

b. Gebrek aan communicatieve vaardigheden

c. Twee predikanten in één gemeente

d. Zwakke en/of afwezige kerkenraad

Ad. a Problematiek geworteld in persoonlijke en/of psychische ontwikkeling

De problemen in deze situaties hangen samen met een scheefgroei in de persoonlijke ontwikkeling van een predikant. Er kan sprake zijn van autoritair, dominant en narcistisch gedrag, waarbij de predikant niet (meer) aanspreekbaar is op zijn gedrag en nauwelijks zelf reflectie laat zien op het gedrag. De predikant is zeer overtuigd van eigen handelen. Er is een onvermogen om een goed en empathisch contact te maken. Er zijn ook situaties waarin de predikant zich juist snel aangevallen of afgewezen voelt. Hij heeft de neiging om alles op zichzelf te betrekken en voortdurend bevestiging te zoeken. Deze aspecten zijn altijd verbonden met de eigen geschiedenis. Een laatste aspect dat tot problemen kan leiden is een te hoge ambtsopvatting. Deze moet zekerheid bieden waardoor men onbereikbaar wordt voor anderen.

Ad b. Gebrek aan communicatieve vaardigheden

Onvoldoende communicatieve vaardigheden van predikanten om op een effectieve manier te kunnen communiceren met gemeenteleden en kerkenraad, kunnen leiden tot conflictsituaties. Actief luisteren, structureren van gesprekken, het zoeken van de balans tussen afstand en nabijheid zijn vaardigheden die nodig zijn in de communicatie met de ander. Als deze vaardigheden onvoldoende aanwezig zijn wordt het lastig om op een positieve manier de regie te nemen waarbij de ander zich gehoord en gezien voelt.

Ad c. Twee predikanten in één gemeente

Als er meerdere predikanten in één gemeente zijn blijken karakters en persoonlijkheden nogal eens met elkaar te botsen. Als gevolg hiervan kunnen problemen optreden in de samenwerking. Achter deze samenwerkingsproblemen gaat, helaas, veelal een machtsstrijd schuil. Een strijd die in wezen gaat over de vraag: wie heeft het hier voor het zeggen?

Ad d. Zwakke en/of afwezige kerkenraad

In een aantal situaties is er sprake van het gedeeltelijk of helemaal ontbreken van een kerkenraad die een predikant durft te bevragen, de leiding durft te nemen of, indien nodig, ook vóór zijn predikant durft te gaan staan. Waar dit niet gebeurt, kunnen gemeenteleden ongebreideld allerlei zaken projecteren op de predikant, met alle ingrijpende gevolgen van dien. Als de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het leiden van de gemeente ontbreekt en deze vooral op het bord van de predikant terecht komt, kan dit leiden tot situaties waarin de predikant zijn eigen gang kan gaan en niet aanspreekbaar is op zijn handelen.

In bijna alle casussen is sprake van een combinatie van meerdere factoren. Soms is er al sprake van problematiek in een eerste gemeente, maar is het daar niet geescaleerd. Dit gebeurde pas in een volgende gemeente. Problemen die in een gemeente ontstaan of persoonlijke problemen van gemeenteleden raken vervlochten met de persoonlijke kwetsbaarheid van de predikant en leiden tot escalatie, omdat de predikant ‘onderdeel’ wordt van het probleem. Bij sommige studenten worden op de TUA bepaalde persoonlijke problemen gesignaleerd. Ondanks dat kan de student toch predikant worden. Dit roept de vraag op of er wel voldoende aandacht is voor deze competenties. Scheefgroei in de persoonlijke ontwikkeling en onvoldoende communicatieve vaardigheden komen ook naar buiten via de prediking. Opvallend is dat burn-out en overspannenheid niet terugkomen in de casuïstiek, hoewel onderzoek aantoont dat steeds meer predikanten hier last van hebben2. Mogelijk kunnen kerkenraden hier beter mee omgaan en leidt het niet tot escalaties tussen predikant, kerkenraad en gemeente.

CONCLUSIE

De vier zojuist geschetste problematieken staan niet op zichzelf, maar zijn verbonden met de veranderende context van maatschappij en kerk. Het is daarom van belang dat een predikant niet alleen theologisch geschoold is, maar dat er daarnaast voldoende aandacht is voor persoonlijke vorming. Kerkenraden zijn onvoldoende toegerust om hun predikant te begeleiden. Er is weinig aandacht voor communicatieve en reflectieve vaardigheden en de persoonlijke ontwikkeling van de predikant. Daarnaast is er onduidelijkheid over de eindverantwoordelijkheid van de kerkenraad voor zijn predikant. Gezagsverhoudingen zijn zowel in de kerkorde als ook in de beroepingsbrief niet duidelijk vastgelegd.

De VC verzet veel werk in de periode dat een predikant en/of kerkenraad met ernstige problemen te maken heeft. Dat de commissie geen enkele bevoegdheid heeft, leidt soms tot moeilijke situaties, wanneer een kerkenraad of predikant het advies van de VC niet overneemt en verder contact niet nodig acht. Daarnaast signaleert de VC een ontbrekend professioneel vangnet voor predikanten, kerkenraden en gemeente en tijdige en professionele ondersteuning in conflictsituaties.

AANBEVELINGEN

Een combinatie van theologische deskundigheid en persoonlijke vorming heeft allereerst consequenties voor de opleiding tot predikant. Persoonlijkheidsvorming is tijdens heel de opleiding tot predikant noodzakelijk. Het oefenen van deze vaardigheden in de stageperiode hoort hierbij. Na de opleiding blijft deskundigheidsbevordering van essentieel belang, bijvoorbeeld door het volgen van (groeps)supervisie, intervisie, coaching of periodieke bijscholing. Het volgen van werkbegeleiding zoals opgezet bij de PKN, biedt zeker aan beginnende predikanten een veilige plek waar zij terecht kunnen met al hun vragen. In deze context is er ook aandacht voor de pastorale zorg voor de predikant. Ook moet duidelijk worden waar predikanten, kerkenraden en gemeenten (vroegtijdig) terecht kunnen als er problemen rijzen. Er zijn verschillende mogelijkheden om dit professioneel vorm te geven, bijvoorbeeld vanuit het dienstenbureau of via een (interkerkelijk) expertisecentrum. Verschillende kerkenraden hebben hun behoefte uitgesproken aan concrete handvatten ten aanzien van een profiel of taakomschrijving voor predikanten, voor het vorm en inhoud geven van de (eind)verantwoordelijkheid van de kerkenraad en het hanteren van conflicten. Deze ondersteuning kan geboden worden in profielbeschrijvingen, scholing en/of begeleiding. In een conflictsituatie is professionele begeleiding gewenst.

OPDRACHT VAN DE SYNODE

De generale synode heeft het advies van de VC overgenomen en de TUA de opdracht gegeven om met de VC een totaalplan te maken voor de verbetering van de selectie, ontwikkeling en begeleiding van studenten. Daarnaast heeft de VC de opdracht gekregen een nascholingsprogramma voor predikanten op te stellen, waarin de onderwerpen mentoraat, actualisering van theologische vakkennis, persoonlijke vorming en communicatieve vaardigheden een plaats krijgen. Voor het opzetten van een vangnet voor predikanten, kerkenraden en gemeenten en voor ondersteuning en toerusting van kerkenraden bij problemen worden plannen van aanpak geformuleerd. Het reglement kerkvisitatie wordt aangevuld met de bepaling dat er een afzonderlijk gesprek zal plaatsvinden tussen de visitatoren en (ieder van) de predikant(en) eventueel samen met zijn/hun vrouw(en), met het oog op de bespreking van vraag I.9. Van informatie uit dit gesprek mag alleen met wederzijds goedvinden gebruik gemaakt worden binnen het visitatiegesprek met de kerkenraad. Er wordt dringend aanbevolen om jaarlijks een gesprek te voeren over het wederzijds functioneren van kerkenraad en predikant. De VC zal voor dit gesprek een handreiking opstellen en aanbieden aan de GS 2013. Als laatste wordt de VC opgedragen het bezinningsdeel van het rapport ter beschikking te stellen, waarvoor in Ambtelijk Contact ruimte ter beschikking wordt gesteld. Aan deze laatste opdracht is op deze wijze voldaan. Eén en ander is terug te lezen in het besluit van de GS 2010 (Ambtelijk Contact, februari 2011, blz. 752).

1 Van Langevelde, Dominee worden, 2005.

2 Ds. B. Loonstra (2005). Werkdruk, zingeving en burn-out bij predikanten in orthodox gereformeerde kerken.

De Vertrouwenscommissie

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 2012

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

PREDIKANT EN KERKENRAAD - EEN TOEGERUST TWEETAL

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 mei 2012

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's