Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE KERK IN DE SAMENLEVING toegespitst op haar verhouding tot de overheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE KERK IN DE SAMENLEVING toegespitst op haar verhouding tot de overheid

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een boer in Giessenburg die op het dak van zijn schuur met grote letters ‘Jezus Redt’ had aangebracht heeft een paar jaar moeten procederen om, in een minder opvallende kleur, de tekst te mogen handhaven. In 2011 nam de Tweede Kamer een wetsvoorstel van de partij voor de dieren aan waarmee onverdoofd slachten van dieren zoals godsdienstige voorschriften van Joden en Moslims dat voorschrijven zou worden verboden.

HOOFDTREKKEN VAN ONZE SAMENLEVING

We beginnen met een paar korte typeringen van onze samenleving. We noemen twee trefwoorden: individualisering en globalisering.

Individualisering houdt in dat individuen zelf kunnen beslissen bij welke sociale verbanden ze zich willen aansluiten en wat ze daarbinnen dan willen. Een aspect van individualisering is ook dat traditionele gezagsverhoudingen aan erosie onderhevig zijn. Gezag moet verdiend worden. Allerlei maatschappelijke en culturele processen – waaronder de economie – zijn mede door de technologie een mondiaal gebeuren geworden. Tegelijkertijd beseffen overheden en burgers steeds meer dat veel problemen te groot zijn om per land op te lossen en daarom op mondiaal niveau moeten worden aangepakt: de globalisering

Processen van individualisering en globalisering hebben geleid tot veelvormigheid op allerlei gebied. Onze samenleving is multicultureel en multireligieus geworden met een grote diversiteit aan levensstijlen waartussen spanningen kunnen optreden. Onze geseculariseerde, pluriforme, ‘tolerante’ samenleving heeft vaak grote moeite met minderheden die geworteld zijn in religieuze tradities en die opvattingen koesteren - en die publiek willen uiten - die soms haaks staan op dominante opvattingen van de meerderheid. Werkelijk samenleven in een plurale samenleving valt niet mee. Naast religieus fundamentalisme is er ook seculier fundamentalisme.

De plaats van de kerk in de moderne Nederlandse samenleving is in enkele decennia radicaal veranderd. Van het centrum naar de marge. De kerk dient zich te realiseren dat ze gezien wordt als een van de organisaties die behoren tot het zogeheten ‘maatschappelijk middenveld’. Voordat we ons afvragen wat het bovenstaande kan betekenen voor het optreden van de kerk in de samenleving en jegens de overheid luisteren we eerst naar enkele centrale noties uit de Bijbel.

BIJBELSE NOTIES

We signaleren hier slechts enkele hoofdlijnen.

a. God wil dat er orde heerst. Daarom zijn overheden door God ingesteld. Zij ontlenen hun gezag aan God. (vgl. Dan. 2:21 en 27, Dan. 4:14 en 17, Mar. 12:17, Rom. 13:1, 1 Petr. 2:13-17);

b. Dat schept ook een verantwoordelijkheid voor de overheid. Zij is, als Gods dienares (Rom. 13:4), geroepen om de orde te handhaven - ze heeft de zwaardmacht en zorgt voor onpartijdige rechtspraak (zie Deut. 1:16-17 en Deut. 16:18-20) -, maar van haar wordt ook gevraagd om recht en gerechtigheid te bevorderen (vgl. bijv. Ps. 72, Jer. 22:1-9, Am. 5) en om zich aan God te onderwerpen (vgl. Ps. 2). Ook het handelen van de overheid dient genormeerd te zijn door gerechtigheid;

c. Uit het voorgaande vloeit voort dat de overheden vanwege hun opdracht respect en gehoorzaamheid verdienen van alle mensen, dus ook van christenen (vgl. 1 Sam 24:6 en 11, Spreuken 24:21a, Rom. 13:1 en 5, Tit. 3:1, 1 Petr. 2:17). Deze basishouding van respect sluit een kritisch volgen en bevragen van de overheid niet uit, maar juist in;

d. De kerk respecteert de overheden en geeft de overheden een plaats in de voorbede. De christenen verschaffen de overheden de nodige middelen door het trouw betalen van belastingen (vgl. Mar. 12:17, 1 Tim. 2:2, Tit. 3:1) en zoeken het goede voor de samenleving (vgl. Jer. 29:7);

e. De Bijbel stelt grenzen aan de macht van de overheden en waarschuwt tegen grensoverschrijding (zie bijv. Mar. 12:17, Opb. 13). In zo’n situatie van grensoverschrijding eindigt de plicht van gehoorzaamheid aan de overheden en geeft de gehoorzaamheid aan God de doorslag (vgl. Dan. 3 en Han. 5:29);

f. Zoals profeten in Israël, zo kan de kerk ook vandaag geroepen worden als profetisch wachter.

g. De overheid heeft een plaats in het voorlaatste, haar gestalte is voorlopig. Dat geeft de kerk ook een zekere ontspannenheid jegens de overheid.

Wat betekent bovenstaande schets van de situatie waarin de kerk zich bevindt in het licht van de zo-even genoemde Schriftgegevens?

DRIE BENADERINGEN

Met het oog op beantwoording van deze vraag schetsen we drie manieren waarop de verhouding tussen Evangelie en samenleving gezien kan worden. Die drie verhoudingen zijn: het Evangelie als verbetering, als crisis en als vernieuwing van de samenleving. Deze drie verhoudingen kunnen we verbinden met drie manieren waarop de kerk (als instituut dan wel in haar leden) in de samenleving participeert en zich jegens de overheid opstelt. We werken deze drie verhoudingen en manieren van participeren nader uit.

1) Verbetering

In de eerste verhouding trachten christenen, naast anderen, in de samenleving verbeteringen te bewerkstelligen zodat de waarden en normen van Gods Woord beter gestalte krijgen in maatschappelijke verhoudingen en het leven van mensen (vgl. bijv. Jer. 29). Ze trachten ongerechtigheid, bijvoorbeeld in verkeerde wetten en verstoorde verhoudingen, tegen te gaan en nood van mensen te lenigen. Dit kan via de politiek maar ook via particulier initiatief, bijvoorbeeld via diaconale activiteiten van kerken.

2) Crisis

In de tweede verhouding gaat het om het uitdragen van het Evangelie met woorden ontleend aan het Woord. Dit brengt ieder mensenleven en iedere samenleving in de crisis door duidelijk te maken dat dit leven niet is zoals het is bedoeld en dat de mens zelf dat ook niet gaat oplossen. De crisis waarin het Evangelie brengt, heeft als doel de mensen te leiden tot bekering en geloof in Christus en tot navolging van Hem. Deze benadering benadrukt de radicaliteit van de zonde, het bederf van de schepping en de fundamentele breuk tussen alle menselijke moraal en het Koninkrijk van God.

3) Vernieuwing

In de derde verhouding gaat het om voorbeelden van christelijk leven, om praktijken waarin, in onvolkomenheid en in voorlopigheid, iets zichtbaar kan worden van Gods heil en Zijn heilzame bedoelingen. In dit model staat de overtuiging centraal dat in het Koninkrijk van God de schepping en de cultuur verlost en vernieuwd zullen zijn. Zo kunnen kennis en vaardigheden, bijvoorbeeld vormen van geneeskunde en zorgverlening, maar ook kunstvormen uit de diverse culturen door het Evangelie worden geheiligd tot dienstbaarheid aan het Koninkrijk van God en daarmee aan het heil van mensen. Een hedendaags voorbeeld is de terminale palliatieve zorg waarin toegewijde zorg, ook van vrijwilligers en inclusief pastorale zorg, samen met hoogwaardige technologieën, mensen een zo goed mogelijke laatste levensfase trachten te geven.

CONSEQUENTIES

Hetgeen in de vorige paragrafen is beschreven, heeft consequenties voor de wijze waarop de (plaatselijke) kerk(en) zich heeft (hebben) op te stellen jegens overheid en samenleving. We benoemen er enkele:

a. In de kerkdiensten wordt voor de overheden gebeden en wordt voorbede gedaan voor maatschappelijke problemen en noden. Gemeenteleden worden opgewekt om ook in het persoonlijk gebed overheid en samenleving te gedenken;

b. Gemeenteleden worden toegerust ten aanzien van hun houding als christen jegens overheid en samenleving. Zij worden opgewekt om als christen, op de eigen plek, hun verantwoordelijkheid jegens de samenleving te nemen. Dit kan inhouden dat we ons moeten bekeren van onze in-onszelf-gekeerdheid en op allerlei (ook nieuwe) manieren proberen mensen met het Evangelie te bereiken vooral ook op een zichtbare wijze.

c. In haar spreken als kerk jegens de centrale overheid is de kerk terughoudend. Zij spreekt alleen als zij niet kan zwijgen, wanneer het om belangrijke principiële kwesties gaat. Zij probeert dan ook duidelijk te maken dat de geboden van God heilzaam zijn en zoekt zo mogelijk naar argumenten die ook voor niet-gelovigen overtuigingskracht hebben;

d. Plaatselijke kerken proberen goede contacten op te bouwen en te onderhouden met de plaatselijke overheden, door te participeren in overleggen tussen de burgemeester en de plaatselijke predikanten, WMO-beraden etc. en geregeld van hun belangstelling voor de plaatselijke overheid blijk te geven, bijvoorbeeld door de nieuwjaarsreceptie van de gemeente te bezoeken;

e. Plaatselijke kerken zoeken naar mogelijkheden om (diaconaal) betrokken te zijn op de samenleving, door – bij voorkeur samen met andere kerken ter plaatse – hulp en menskracht ter beschikking te stellen aan maatschappelijke projecten. Via Stichting Present of ‘Hulp in de praktijk’ zouden plaatselijke kerken met een dergelijk project kunnen beginnen;

f. Gemeenteleden die daarvoor de gaven hebben ontvangen, worden gestimuleerd om in het maatschappelijk debat een inbreng te hebben.

We zijn ons ervan bewust dat met aandacht voor de vraag in hoeverre de gemeente een contrasterende gemeenschap is en gemeenteleden hun roeping verstaan, ‘succes’ nog niet verzekerd is en dat om daarvan wat in de praktijk te brengen een levend geloof en bekering vereist zijn. Maar waar, vanuit het Woord van God, de gemeente op haar verantwoordelijkheid gewezen wordt, mag daarvan ook zegen verwacht worden, voor de gemeente, haar leden, maar ook voor de samenleving.

Prof. dr. H. Jochemsen en mr. H. de Hek hebben zitting in het deputaatschap Kerk en Overheid. Dit artikel bevat een sterk verkorte versie van de inhoud van het rapport dat het deputaatschap Kerk en Overheid schreef in opdracht van de Generale Synode van onze kerken en dat door de Generale Synode van 2010 werd vastgesteld. Voor het volledige rapport zie http://www.cgk.nl/index.php?contact-overheid.

Vragen voor verdere studie en bespreking

1) Herkent u de tendensen die in de eerste twee paragrafen worden geschetst? Kunt u zelf nog andere voorbeelden noemen?

2) Wordt naar uw inzicht onze overheid meer gekenmerkt door Romeinen 13 dan door Openbaring 13 of andersom?

3) In welke van de drie modellen voor de relatie tussen Evangelie en samenleving herkent u zich het beste in uw persoonlijke en in uw beroepsmatige leven?

4) Door welk model wordt het optreden van uw plaatselijke gemeente het beste gekenmerkt?

5) Ziet u mogelijkheden om ook langs de lijnen van de andere modellen gemeente te zijn?

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 april 2013

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

DE KERK IN DE SAMENLEVING toegespitst op haar verhouding tot de overheid

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 april 2013

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's