Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

LEES MAAR

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

LEES MAAR

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

‘Waar twee of drie in mijn Naam samen zijn, ben Ik in hun midden.’

De belofte van Jezus, dat Hij in het midden is waar - weinig - mensen in zijn Naam samen zijn, lijkt van toepassing op een gemeente of kring die klein is of wordt. Maar in het verband van het hoofdstuk blijkt dat Jezus iets anders zegt.

Hij geeft in de verzen 15-20 aan hoe we met de zonden van een medechristen moeten omgaan. De verzen 15-17 hebben een plaats gekregen in onze kerkorde (art. 72-74). Daarin is bepaald welke stappen moeten worden gezet, als iemand heimelijk zondigt. Het woord ‘heimelijk’ - Jezus gebruikt dat niet - geeft deze bepaling een toespitsing. Toch is er in concrete situaties vaak discussie over de vraag of er wel naar de regel van Mattheüs 18 gehandeld is. Daarbij hoort ook de herhaalde vermaning onder twee of drie getuigen.

De verzen 19-20 hebben in de kerkorde geen plaats gekregen. Ten onrechte, want in het onderwijs van Jezus zijn die juist van groot belang. Daarin geeft Hij aan hoe de twee of drie die met een overtreder in gesprek gaan dat moeten doen: in eensgezind gebed. Hij verzekert dat Hij dan bij hen is, als zij tenminste samen zijn in zijn Naam.

Die uitdrukking heeft een diepe betekenis, zo blijkt in Johannes 16:26. Daar zegt Jezus tegen zijn leerlingen, dat zij na zijn opstanding zullen bidden in zijn Naam. Dat is: in innige verbondenheid met Hem, hun opgestane Here. Ook in Mattheüs 18:5 gebruikt Jezus deze uitdrukking, als Hij zegt dat zijn discipelen een kind moeten ontvangen in zijn Naam. Dat kun je alleen als je, net als Jezus, kind en herder wordt. Dan word je bereid tot dienst aan de naaste in de Geest van Christus, lees Mattheüs 18:1-14.

Het is niet terecht met vers 21 een nieuwe perikoop te beginnen, want ook daar gaat het over de zonde van een broeder. Petrus beseft dat God wil dat we hem vergeven, maar hoe vaak: zeven keer? Jezus antwoordt: zeventig maal zevenmaal. Dat is Zijn maat, die twee aspecten bevat. Hij wil dat wij als discipel van Hem met de zonden van onze naasten omgaan. Als mensen die zelf ook zondaren zijn, maar vergeving hebben ontvangen.

Hij is als jij. Daarom is het niet christelijk om met een broeder die tegen je zondigt uit de hoogte te spreken. Spreek met hem op ooghoogte, van hart tot hart. Doe dat, terwijl je bewogen met en voor elkaar bidt om verandering. Dat appel doet Jezus in vers 20.

Met dit vers geeft Jezus dus geen bemoediging aan een kleine groep gelovigen. Hij geeft een belofte die een oproep is om in zijn lijn met elkaar om te gaan in nede-righeid, als herders voor elkaar. Concreet moet dat zich uiten in een eensgezind gebed – samen in de Naam van Jezus – voor een zondaar, in vertrouwen dat de Here erbij is en Zijn zegen wil geven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2015

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's

LEES MAAR

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 2015

Ambtelijk Contact | 16 Pagina's