Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

EVANGELISCHE ELEMENTEN IN DE EREDIENST

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

EVANGELISCHE ELEMENTEN IN DE EREDIENST

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Welke plaats geven we in een kerk van gereformeerd belijden aan allerlei evangelische elementen in de eredienst? Deze vraag wekt interesse. Wie heeft in een kerk niet een gesprek meegemaakt over de liedkeuze, waarbij op een lied het stempel ‘evangelisch’ werd gezet? Ook zijn wel muziekinstrumenten van dit label voorzien. Persoonlijk bidden voor elkaars nood in de hal van de kerk bijvoorbeeld wekt maar zo argwaan. Is dat niet evangelisch? En hoe zit het met het geven van een getuigenis ter onderstreping van je ja-woord bij een belijdenisdienst? En vind ik er iets van als we staan en een zuster heft haar handen op tot God?

DE SCHERPTE IS ERAF

Naar mijn indruk is de scherpte van de tegenstelling gereformeerd-evangelisch er af. Was ‘evangelisch’ decennia geleden een vies woord, het wordt nu gebruikt in de werktitel voor ambtelijk contact; weliswaar met een vraagteken erachter, maar toch niet in afwijzende zin.

Een aantal jaren geleden was er een symposium over de vraag of de tegenstelling reformatorisch-evangelisch achterhaald is. Daar werd geconstateerd dat er op het grondvlak veel wederzijdse beïnvloeding en grensverkeer is. Bij conferenties en christelijke organisaties zie je een behoorlijke mengeling. Waar voorheen gewaarschuwd werd ‘pas op voor elkaar’, worden de scheidslijnen nu vager en is de houding vooral ‘waarin kunnen we elkaar helpen’. Dat hangt samen, zo werd daar geconstateerd, met een verandering in interesse. Waar ouderen gelovigen zich meer interesseren voor dogmatische vragen over verbond en verkiezing, rechtvaardiging en heiliging, spelen voor jongere gelovigen culturele, sociologische en psychologische vragen een veel belangrijkere rol. Een conclusie was dat in de toekomst de scheidslijn orthodox versus vrijzinnig de bepalende scheidslijn zal zijn en niet gereformeerd versus evangelisch.

BELEVINGSCULTUUR

Over de belevingscultuur is al veel gezegd en geschreven. Ik ga dat hier niet nog eens doen. Terecht zijn er kritische opmerkingen te maken. Feit is wel dat we in een postmoderne cultuur leven en dat we deze niet bij de kerkdeur achter ons laten. De vraag is of dat nodig is. En: welke invloed heeft dat op de vraag in de titel? Als kerk hebben we twee eeuwen geleefd in een moderne cultuur die vroeg om rationele verklaringen. Dat heeft de manier waarop we invulling gaven aan de eredienst en aan het geloof diepgaand beïnvloed. Veel geloofskennis werd verstandelijke kennis, een uit het hoofd leren van een lesje. Onze kerkcultuur was soms doortrokken van het-is-zo-redeneringen, maar wat je ermee kon op je werk, in je gezin? Bevinding van het geloof stolde, bekeringsverhalen werden schaars. Ons grote verhaal moest opboksen tegen andere grote verhalen. We sloten ons op in onze zuil. We wisten wat goed was en zeker ook wat dat niet was. En de kerkenraad en predikant droegen dat met kracht uit.

Er is veel veranderd. De cultuur is nu meer doortrokken van de vraag naar ervaring: hoe werkt het bij je? Wat heb je eraan? Wat voel je erbij? Via allerlei media en zeker via internet horen we de ‘kleine verhalen’ van allerlei mensen dichterbij en verder weg. Mensen willen daarbij best horen naar geloofsverhalen, maar ‘blijf wel dicht bij jezelf’. Daarbij vragen de mensen nu naar authenticiteit en dat komt in de buurt van de christelijke waarde echtheid. God wil waarheid in het verborgene, diep in ons hart, zegt Psalm 51. Dan zitten we in het ‘onder-water-niveau’, het niveau van overtuigingen en identiteit. Wat geloof ik? Welke overtuigingen belemmeren mij?

ONZE GEREFORMEERDE IDENTITEIT

Een boek over dit thema heet ‘Bijbels en daarom gereformeerd’. De historische volgorde is een theologische rangorde. Klassieke geloofskernen zijn dan het delen in Gods heil door zijn genade dankzij het offer van Jezus Christus voor onze zonden, de rechtvaardiging door het geloof en niet door eigen prestaties, de bekering tot God als een innerlijke verandering van een mens. Verder zijn te noemen de sobere liturgie en de levensvisie dat de hele cultuur (onderwijs, politiek, vakbeweging, enz.) zal worden doordrongen van dit geloof in God.

Uiteraard zeg ik hier te weinig. Dit is ook niet de plek om hier uitgebreid op in te gaan omdat ik uitga van een bestaande gereformeerde praxis. Ik noem het voor het gesprek over de evangelische elementen. Zelden staan deze elementen ter discussie. Het gesprek gaat veelal over het geven van ruimte aan elementen die vreemd zijn aan onze ervaring.

DISCUSSIES IN DE KERKENRAAD

Iedere kerkenraad krijgt te maken met vragen rond evangelische elementen, waarbij die naar liederen het meest de aandacht zullen vragen. Je kunt dit bestuurlijk aanvliegen en kijken naar draagvlak binnen de gemeente, naar afbreukrisico’s (mogelijke vertrekken uit de gemeente) of je kunt leden in functie willen pleasen. Ik zou een andere insteek willen kiezen. Dat is het gesprek voeren over het hart, over overtuigingen, in het onder-water-niveau. Waarom wil je dit lied zingen? Waarom wil je begeleiding met een combo? Wat is de reden om aandacht te vragen voor stil gebed in de eredienst (en niet alleen vóór de dienst)? Wat heeft dat te maken met de kernen van ons geloof? Kerkenraden willen nogal eens geestelijk leven managen. Een bestuurlijke oplossing aandragen voor een geloofsvraag. Dit werkt meestal niet goed uit. Relaties komen onder druk te staan. Mensen voelen zich niet serieus genomen in hun diepste intenties of genegeerd door wie leiding geeft aan een gemeente.

VERSCHIL IN GELOOFSBELEVING WAARDEREN

We hebben behoefte aan kerkenraden die hun geloof beleven en uitleven door constructief om te gaan met verschillen in de gemeente en ook in de geloofsbeleving. Verschillen in geloofsbeleving kunnen kansen zijn om de grootheid van God meer tot uitdrukking te laten komen. Deze gemeenteleden laten ons aspecten zien die veelal buiten ons eigen bereik liggen. Door deze gevarieerdheid te waarderen hebben we ambassadeurs van gevarieerde doelgroepen in onze gemeente. Het bepaalt ons ook bij de grote liefde van Jezus Christus die muren tussen mensen en culturen heeft doorbroken. Hij houdt van degenen die zo anders zijn dan ik ben. Nieuw is de trend in ons kerkverband dat multiculturele gemeenten ontstaan. Als de kloof in taal en cultuur te groot wordt is dit een begaanbare weg gebleken. Maar vanaf het begin van de nieuwtestamentische kerk worden kloven overbrugt. In bijna elke brief van Paulus voel je de spanning tussen met name Joodse en heidense gelovigen en de oproep om te streven naar eenheid in Christus. Het ging hierbij om een enorme kloof, lees nog eens Handelingen 15. De apostelen en later de leiders van de oude kerk gaven met wijsheid leiding aan deze diversiteit in het besef dat je het over hoofdzaken eens diende te zijn; over bijzaken mag je het samen oneens zijn. Dit zal overigens geen dooddoener zijn. Het is een aanmoediging tot het respecteren van elkaar, waarbij de kerkenraad het initiatief zal nemen.

Als ik het goed zie zijn veel evangelische elementen bijzaken. Die kunnen onze gemeenten verrijken, mits met wijsheid begeleid. Die zijn niet nodig voor onze identiteit, al kunnen ze wel een stabiliserend en stimulerend effect hebben op onze gereformeerde identiteit. De toets zal vooral de vraag zijn of ze bijbels zijn en tot opbouw van de gemeente dienen. Nu kan dit laatste criterium ‘eng’ gebruikt worden in die zin dat alles wat discussie oplevert geweerd dien te worden. Het is de vraag of dit wijs is, want in de gezinnen, in jeugdverenigingen en andere groepen kan dit een eigen leven gaan leiden. Vooral kan er een soort liturgische ‘schijnheiligheid’ gecreëerd worden: van votum tot zegen zijn er heel veel beperkingen en daarbuiten gelden deze beperkingen niet. ‘De organist mag wel bepaalde liederen spelen, maar we mogen het niet zingen.’ Dat lijkt me ongewenst.

GELOOFSEXPRESSIE

In een gemeente die ik diende was er een zuster die het vanwege privéomstandigheden vreselijk moeilijk kreeg. Bijna iedereen in de gemeente wist op een bepaalde zondag wel wat er aan de hand was. Ze meed die zondag de diensten niet, maar je voelde wel de spanning. De familie wilde nog niet dat er openheid aan gegeven zou worden of voorbede gedaan. Toen de kerkenraad de kerkzaal uit was speelde de organist ‘God enkel licht’. Terwijl hij het een tweede keer speelde met een uitkomende stem, zong deze zuster luid en duidelijk mee ‘Heer, waar dan heen? Tot U alleen! Gij zult ons niet verstoten’. Dat weten velen zich jaren later nog te herinneren als een expressie van haar geloof in bange tijden, maar ook als een richtingwijzer voor wie ook in zwaar zat.

Nog een voorbeeld. In onze gemeente geven we rond de belijdenis ruimte aan een toelichting op de belijdenis. Daar wordt geregeld gebruik van gemaakt. Wat gebeurde er tussen God en een gelovige zodat hij tot deze stap kon komen? Het is een illustratie hoe de heilige Geest werkt in de levens van jonge en ook oudere gemeenteleden. Soms met een snik in de stem, soms verrassend onder woorden gebracht, vaker een eenvoudig verhaal met bekende bewoordingen, maar als unieke expressie van het geloof van deze persoon. Het is goed om geregeld te benadrukken dat dit geen mal is, waar anderen aan moeten voldoen. Het geven van een dergelijk getuigenis is ook geen voorwaarde om belijdenis te kunnen doen.

BALANS

Onze tijd vraagt naar geëigende vormen in de eredienst om uitdrukking aan te geven aan ons algemene christelijke geloof, zowel voor wie op de preekstoel staat, als wie een muziekinstrument bespeelt, uitleg geeft bij een kinderproject of in de bank zijn geloof belijdt. Het is een taak van de kerkenraad om hier gelovig en wijs leiding aan te geven. Het is een taak van elk gemeentelid om met liefde en zorg om elkaar te geven.

Ds. E.J. van der Linde (1964) dient de kerken sinds 1993 en staat momenteel in RotterdamAlexanderpolder

Dit artikel werd u aangeboden door: Christelijk Gereformeerde Kerken

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 2015

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's

EVANGELISCHE ELEMENTEN IN DE EREDIENST

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 maart 2015

Ambtelijk Contact | 20 Pagina's