TWEE LEERLINGEN DER APOSTELEN
I. Ignatius van Antiochië.
Na het verscheiden van da Apostelen heeft de Heere in Zijn kerk g: ebruik willen maken van de zoogenaamde kerkvaders. Deze worden weer zoo onderscheiden, dat de oudste de Apostolische vaders worden geheeton, omdat zij het onderwijs der Apostelen nog hebben ontvangen. Tot hen rekent men dan: Barnabas, van wie echter niet zeker is of hi, j de reisgenoot van Paulus is geweest. Clemens, bisschop van Rome: Hermas Hegesippers Ignatius, bisschop van .Antiochië en Polycarpus, bisschop van Smyrna. Dan volgen de apologeten, die het Christendom hebben verdedigd tegen de aanvallen van het heidendom. En hier toe behooren: Clemens van Alexandrië, Origenes, Quadratus, Melito, Mhenagoras, Justinos de martelaar, Innacus en Tertullianus.. En als latere kerkvaders komen dan in aanmerking mannen als Athanasius, Ambrosius en Augustinus. De Apostolische Vaders hebben een aantal geschriften nagelaten, die niet zonder gewicht zijn, zoo om hun inhoud, als ook omdat zij'betrekking hebben op de Apostolische geschriften en er licht over verschaffen.
Sommigen hunner, zooals Si-meon, bisschop van Jeruzalem en bloedverwant des Heeren na, ar het vleesch, Clemens van Rome en Polycarpus van Smyrna, zijn den marteldood gestorven. Dit is ook het geval geweest met Ignatius, bisschop van Antiochië.
Hij had als leerling nog gezeten aan de voeten van den Apostel .lohannes. Omstreeks 100 jaar r.a Christus was hij bisschop van de gemeente te Antiochië. Deze stad, de koningsstad der Schudden, de opvolger van Alexander dan Groote. was in die dagen van beteekenis. In omvang de tweede stad in het Romeinsche rijk werd zij door een Grieksch sprekende bevolking bewoond. Hier werden de dicipelen des Heeren hot eerst christenen genoemd. Hier had de Apostel Paulus vroeger zijn zetel gevestigd en van daar uit zijn zendingsreizen gedaan. Alleen Jeruzalem, de Joodsch-Christelijke moedergemeente, en Rome, waar zoowel Paulus als Petrus hadden gearbeid en den marteldood ondergaan hadden, konden zich meten met Antiochië. Eon tijd lang mocht Ignatius zich verheugen in den bloeienden toestand der gemeenteclau hem en velen met hem echter zou het Woord des Heeren: In de wereld zult gij verdrukking hebben, tot de bonden en den dood toe m vervulling gaan. Donkere wolken toch waren opgekomen en hingen omstreeks 111 na Christus als een dreigend zwaard over Je christenen, met vrome in de Oostersche landen. Keizer Trojanus n.l. gaf toen een bevel uit waar bij bepaald was dat de christenen moesten sterven als iemand hen aanbracht. Het christendom toeh werd in dien tijd aangemerkt als een des doods schuldig genootschap, dat uitgeroeid diende te worden, zoolang er nu geen aanklager optrad konden zij in vrede leven. Trad hij echter op dan was het een van tweeën öf zich door verloochening van Christ'is het leven redden óf den marteldood sterven.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 september 1945
De Banier | 4 Pagina's