Ware geschiedenis van Willem Farel
12
„Ik zocht" zegt hij laier naar eenige personen, die de overigen in afgoderij uitmuntteE, roaar ik werd met afkeer ver-^/uld jegens hen die in de paapsche k«rken dienst deden zonder den minsten eerbied. Daarom beoogde Willem tweeërlei met zijn vader te vragen hem raar de universiteit te Parijs te zenden. Hij hoop'e nl. onder de geleerde priesters eenigen te vinden die God en, de heiligen dienden met algeheele toewijding en voorts hoopte hij te leeren en te studeeren naar hartelust. Na veel overredingskracht gebruikt te hebben, stemde Willems vader er in toe en aanhij voorloopig in de bediening des vaardde - Willem de lange naar Parijs. reis
VI
De bron waaruit Willem dronk en hoe hij weer dorstte Wij willen nu terugkeeren tot Willem Farel, tusschen wien en óe pausen dit verschil bestond, dat de pausen wandelden aan de modderige zijde en Willem aan den schoonen kant van - den bre«den weg die r.aar het verderf voert.
Eindelijk was de dag aangebroken dat Willem zijn bergdorp •verlaten moest om-de wijde wereld in te gaan. Ver van zijn dorp verwijderd.
Hij was een eenvoudige plattelandsjongen en in zijn rustig huis was hij bewaard voor vele verdorvenheden . en misdaden der groote steden. Toen hij Lyon in zicht kreeg, hoorde hij het spelen der klokken vanmesiig toren en hij vertelt ons dat zijn hart van vreugde opsprong met de gedachte naar het goede en heilige volk'dat daar waar cJie klokken altijd dag en nacht luiden wonen moet.
„Maar helaas' zegt Farel, „hoewel ik slechts passeerde zonder te-stoppen, zag ik genoeg, om me" er over te verbazen dat God de aarde niet opende om zulk een verdorven en goddelooze stad te verslinden." Hij verwonderde zich ook over alles dat hij in de groote stad Parijs zag.
De Universiteit van Parijs heeft langen tijd bekend gestaan als de voornaamste plaats waar de geleerde menschen samenkomen. Zij woonden óf in een kostschool — waaraan er verscheidene waren — óf op kamers. iEén der kostscholen voor de godgeleerdheid werd de Sorbonne genoemd en een groot gedeelte der stad werd de Universiteit genoemd. Er waren colleges, lesssen, studenten en pro fessoren genoeg om de dorst naar kennis van jonge menschen te lesschen. Willem kon In 't Latijn onderwezen worden naar hartelust.
Wij lazen daat in de huizen van de groote drukkers in Parijs, zelfs de vrouwen, kinderen en dienstboden uitsluitend Latyn spraken. De reden was dat zij op die manier converseeren konden met al de 'vreemdelingen die zich in Parijs verdrongen. Een van Willems wenschen was dus meer dan bevredigd, want hij kon niet alleen onmiddellijk nadat hij in Parijs aankwam, een Latijnschen leeraar vinden maar hij kon ook Grieksch en Hebreeuwsch leeren. De vervulling van zijn andere en grootste wensch echter, scheen iverder verwijderd dan ooit tevoren. Het zag er niet naar uit daat hij ocider de Parijsche studenten een man zou •vinden die zich aan God en de heiligen wijdde, want de studenten te Parijs stonden o-ver geheel Europa bekend als een wild wanordelijk stelletje jonge menschen, die niets om den godsdienst gaven, of er alleen aivdacthen a!s er een groot festival op harden was, b.v. Kerstmis of het „feest der dwazen" of de kermis van Lendit. Bij die gelegenheden hadden zij hun deel in-•de viering volop d.w.z. zij kleedden zich in de vroolijkste tenues, zongen, dansten, vochten en redetwistten in de kerken, op de straten of waar anders het zijn moge.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 oktober 1945
De Banier | 4 Pagina's