De Kamerzitting van 9 en 10 October

De Kamerzitting van bovengenoemde dagen is met betrekking tot één P'Unt voor de S.G.P. van te groot belang dan dat wij daar niet nogmaal op terug zouden kcmen. Het geldt hier de vacante zetels. Niet minder dan 25 zetels zijn in de Tweede Kamer vacant. Zij moeten dO'Oi voordr»(.i'nt en benoeming worden bezet. De Nationale Adviescommissie draagt voor eiken vacanten zetel twee persenen voor. De ca.T., missie van elf heeft het reent van benoemmg. Dat hier groote willekeur in het sipei is. staat boven allen twijfel vast. Hoe zal het hierbij met den tweeden zetel van de b.G.P. af loop en? Dat is eene vraag, die op den d& g van heden niemand met eenige zekerheid kan beantwoorden. En toch is dit met het oog op het recht en ook voor de S.G.P van groot belang. Daarom drong Ds. Zandt er in zijne rede op aan, dat in het algemeen en ook in het bijizonder ter aanzien van den zetel van de S.G.P. naar reiht overeenkomstig de vigeerenoe wet gehandeld zal woraen. De huid.ge wet eiscnt een evenredige veitegenwooraigmg. Deze »et dient derhalve ook bü de benoeming van de vacante, zetels gehanahaald tt worden en in het bijzonder zeKer met betieiuting tot oen Kamerzetel van de S.G.P. De S.G.P. toch heeft 16 jaren twee vertegenwoordigers, 8 jaren zelts drie vertegenwoordigers in de Tweede Kamer gehad. Billijkerwijze heelt de S.G.P. dus reoM cup twee zetels in de Kamer. Daarom bepleitte de afgevaardigde der Partij, dat in artikel 3 lid 4 het woord „belangrijk" geschiapt zou worden. De motieven wel'ke hij daarvoor aanvoerde staan in de rede zelf, die wij in haar geheel in De Banier zullen afarukken, te lezen. De Minister heeft, toen hij Ds. Zandt op diens rede van antwoord diende, geen enkele van de door hem aangevoerde motieven ais onjuist of als ongegrond bestreden. De motieven liet hü onaangetast. Zij waren oiok inderdaad steekhoudend en derthalve voor geen bestrijding vatbaar. Daairom was de teleurstelling des te grooter en had zij alle reden van bestaan, toen de Minister verklaarde, dat er bij de regeering: Tegen eene wijziging e^htei van artikel 3 lid 4 in den door den geachten afgevaardigde Ds. Zandt gewenschten zin nochtans bezwaar bestaat. De minister had even te voren tegenover den heer Tilanus de verklaring afgelegd, dat er bij de vervulling der vacante zetels door de commissie naar evenredige vertegenwoorr'igin.g gestreefd moest worden, maar er aan toegevoegd dat zij evenzeer rekening had te houden met de tijdens bezetting gegroeide staatkundige opvattingen.

Ze o biijft er dan bij de voordracht en bij de benoeming in de vacante zetels, dei Kamer alle ruimte voor willekeur. De groote partijen en ook de voorstanders van de Nederlandsche Volksbeweging kunnen daarbij ten koste van de kleine partijen en ook bepaaldelijk ten koste van de S G.P. onrechtmatig bevoordeeld worden. Ds Zandt noemde, indien zulks plaats zal vinden, zeer terecht , , zetelroof". Doch laat ons het bij deze inleiding miogen laten. Wij drukken hieronder in De Banier de rede van den afgevaardigde der S.GP: al.

Ds. Zandt: riijnheer de Voorzitter! Ik wil, den loop der gewis: e: de olficieele stukken volgende, nu gaan spreken over de vacatures in de Kamer. Ik heb het mijne er reeds over gezegd, dat de benoeming in de vacatures ongrondwettig it. Ik wil om herhaling te vermijden daar niet nogmaals op terugkomen. Ik wil alleen opmeirken, naar ik meen - s dit onder meer ook door den geachten afgevaardigde den heer Tilanus gedaan, is dat de invloed die de Regeering daaror uitgeoefend heeft, te groot is. De Nationale Adviescommissie, die door de Regeeiing benoemd is, heeft bij de voordracht in de benoeiming der aanstaande kamerleden te sterke stem in het capittel. Ook brengt de Regeering hierbij een element in de wetgeving, waartegen ik met kracht moet opkomen. Zij sipireekt in haar verklaringen van belangrijke staatkundige stroomingen en wil in de wetgeving bepaald zien, gelet op artikel 3 lid 4: „Bij de benoemingen en het samenstellen van de aanbevelingen wordt er naar gestreefd, dat in de Voorloop ige Staten Generaal de verschillende belangrijke staatkundige stroomingen tot haar recht moeten komen." Wat verstaat de Regeering onder dit woord belangrijk? Dh bUjkt uit de stukken niet.

Ik betreur het dan ook zeer, dat de Regeering op de in het Voorloopig Verslag gedane vraag: En wat verstaat de Regeering onder , ; belangrijke staatkundige stroomingen" niet geantwoord heeft. Althans ik heb een bepaald antwoord, hoezeer ilk er ook naar gezocht heb In haar Memorie van Antwoord, niet kunnen vinden. Nu de zaak dan zoo staat, vraag ik met nog des te meer klem, dat de Regeermg zich in dezen klaar en duide.ijk uitspreke

Dit mag mij echter niet beletten, omdat ik hierin een zaak van groot gewictt zie, om er thans alreeds nader op in te

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen