Het Handvest van de Vereenigde Naties
Dinsdag j.l. kwam het Handvest 'van de Vereenigde Naties in de Tweede Kaïmer in bespieking. Wij zijn voornemens op die vergadering nog nader terug te k«men, doch kunnen dit met het oog op de plaatsruimte in ©ns blad thans niet doen. Wij moeten op het oogenblJk volslaan me't de rede, welke Ds. Zandt by deze gelegenheid hield, in De Banier te doen afdrukken.
Ds. Zandt sipiak: Mijnheer de Voorzitter! Gaarne wil ik mij aansluiten bij de vele leden, die in het Voorloopig Verslag hunne waardeering hebben uitgesiproken voor de voartreffelijke wijize waaroip de Regeering het Handvest der Vereenigde Naties in haar Memorie van Toelichting besiiröken en verduidelijkt heeft.
Het Handvest beoogt den wereldvrede te vestigen en te bestendigen. Dit doel kan een ieder sympathiek zijn en heeft ook enze symipathie. Vrede toch is een moeilijk te overschatten weldaad. Reeds daarom zoo zegenrijk, de wijl de ellende, welke elke oorlog noodwendig met zich brengt, boven alle bewoordingen vreeselijk is. Ook al gaan wij nóet accoord met den Engelschen wdjsgeer Thomas Hobbes, waar deze stelt, dat de regeeringen om des "viredes wil zijtn ingesteld, toch achten wij het een dure plicht voor elke regeering en voor elk volk om den vrede na te jagen. Zoo hoog slaat Gods Woord den vrede aan, dat er bij monde van den Apostel Paiulus daaiin geschreven stiaat:
, , Ik vermaan dan voor alle dingen, dat gedaan worden • smeekingen, gebeden, voorbiddingen, dankzeggingen voor alle menschen; voor Koningen en allen die in hoogheid zijn opdat wij een .gerust en stil leven leiden mogen in alle Godzaligheid en eerbaarheid."
Ook in het verleden zijn wij ten aanzien van het doel namelijk oan den 'vrede te handhaven eenstemmig geweest met de Regeering en de Kamer dat daar naar gestreefd diende te worden echter niet ten aanzien van het daartoe gekozen middel.
Onze hioudinig tegenover den Volkenbond mag ik in dit op^ zicht als algemeen bekend veronderstellen.
Wat het Handvest van de Vereenigde Naties hetreft 'verheugt het ons, dat dit niet met dusdanige hoovaardsü is ingediend als destijds bij de stichting van den Volkenbond geschied is. Toen toch hetoben zijne stichters het van de daken gepredikt, dat door de oprichting van dien Bond een nieuw tijdperk van ongeikende welvaart en vrede zioiu aanbreken en het maar al te zeer voorgesteld alsof het vestigen en bestendigen 'van den vrede niet van den Schepï)er, maar van het schepsel afhing. Die hoovaardij — alle hoogmoed is God een gruwel — vervulde ons van stonde aan met argwaian en afkeer tegen den Bond. En als wdj hem zagen ineenstorten, hebben wij daarin een rechtvaardig eordeel Gods opgemerkt en zagen daarin vervuld het Woord der Spreuken: „Als de hoo-•vaardigheid Ikoimit, zal de schande O'Ok komen."
Niet minder strekt het ons tot 'voldioening, dat in het Handvest het vermogen, de ifcracht, - viain de menscheliüke na tuur niet zoo hoog 0(p het schild verheven is zooals dat in d^e geestesgesteldhei.' der Fransche revolutie het geval is. Het is wel niet zioo, dat het beginsel der Fransche revolutie in het Handvest en in zijn voorgeschiedenis geen enkel woord meespreekt, maar toch oip het hoogst belangrijke piumt •van de leer dier revolutie, dat de mensch vrij geboren en deswege goed, ja, edel is, volgt het Handvest haar niet. Het rek'ent veel en veel meer met de werkelijkheid dan de Volkenbond dit deed. Daarom jaagt het ook veel minder hersenschimmen na. Daarom kan het den onvervalschten revolutionnair en den puren idealist ook begrijpelijkerwijze niet recht bekoren, daar dezen in het rijk der illusies hun leven en heerlijkheid hebben en liever met hunne utopieën droomen en dweipen dan met de werkelijikheid ook maair eenige rekening te houden.
Evenzeer moet het elk, die met het feitt rekening houdt, dat wij in een gevallen wereld leven, genoegdoening geven, dat in het Handvest de ooatwapeninigsigedachte veel aminder naar •voren is gebracht dan bij de totstandkoming lyan den Volkenbond. Wie zooi dien dag niet begeeren, waarop de wapens vooir immer gestrekt konden worden? Eeuwenlang is daar reikhalzend naar uitgezien. Ook is de eeuwige vrede al gedurig in den loop der eeuwen aangekondigd. Reeds Keizer Augustus richtte den tempel ter eere van den eeuwigen vrede op, welke hij , , Templium pacis ad alternum" noemde. En ook Napoleon voorspelde een eeuwigen vrede, als hü Rusland ten on^ der gebracht had. Zelfs Hitler kondigde een duizend jarig rijk van vrede ^an, als Duitschland overwon. Doch dit gulden tijdperk laat nog immeir op zich wachten. Trouwens "VOor de toekomst is anders ivoorspeld. Er staat geschreven, dat wij in het laatst der dagen z(uil!-n hooren van oorlogen en gerechten van oorlogen. Het is dan ook prijzenswaard, dat het Handvest geen hooggespannen verwachtingen inzake de ontwapening gewekt heeft, zoioials de Volkenbond hen gewekt heeft, - welke tenslotte op de bitterste teleurstellingen zijn uitgeloopen.
Want juist die hoog gesipanne. verwachtingen hebben het hunne er niet weinig toe bijgedragen, dat de geallieerden, toen de oorlog uitbrak, vrijwel weerloos waren en Duitschland de een na den ander onder de voet kon looipen. De hoogst gebrekkige bewapening der geallieerden - een vruchtgeval •van de ontwapeningsgedachte en de ontwapeningspiropaganda van den Volkenbond -r is naar den mensch gesproken er de oorzaak van geweest^ dat de oorlog zoo lang heeft moeten duren, z< - • ontzaggelijk veel leed en slachtoffers gebracht heeft en noig veel en veel meer geldelijke uitgaven gevorderd heeft dan wanneer de geallieerden hun bewapening op een behoorlijk f> €il gehouden hadden. De uitkomst heeft wel heel overtuigend bewezen, dat de ontwapen jngsactie van den Volkenbond heel de menschheid onnoemelijk meer schade dan voordeel bezorgd heeft en in stede "van bloedvergieten en slachtoffers te voorkomen, oorzaak is geworden dat stroomen bij stroomen bloeds vergoten zyn en de slachtoffers bij millioenen gevallen zijn. Het is toch altijd duizendwerf verkiezelijker een oorlog door behoorlijke 'bewapening te voorkomen dan dat in den oorlog - zooals nu geschied is - millioenen menschen tot kinderen toe elkander met wapens op leven en dood ibevechten en duizenden fabrieken ingericht worden tot smederijen van de meest gruwzame moord-en vernielinoSwerktuigen.
Mede beschouwen wdj het als winst op den Volkenbond, dat het Handvest boven dien Bond verre in oprechtheid uitimiunt. Of men er voorstander of tegen, stander van is, men zal er den lof moeilijk aan kunnen onthouden^ dat het een knap stuk werk is, hetwelk met zorgvuldigheid is voorbereid en samengesteld en dat, althans, zooals het Handvest ons OU wordt aangeboden, het kenmerk van een zekere opiechtheid draagt. Hét inoge in de toekomst oak alzoo blüiven. Want het was hatelijk bij den Volkenbond te moeten waarnemen, dat zyne leden in Geneve den 'vrede preekten en nauwelijks tot hunne haardsteden teruggekeerd, de oorlogsmae : ne in elkander zetten en niet minder hatelijk, dat deze in Geneve het algemeen lelang en de algemeene welvaart bezongen en in de onder hunne leiding staande conferenties het meest grove eigen belang dienden en er voor niets anders oor en oog hadden dan vooir de welvaart van het eigen land. Dit was niet alleen hatelijk, maar hovendien was die gedragswijze zoo ergerlijk dubbeltongig en dubbelhartig, dat daardoor het gezag zoo schrikkelijk omlaag gehaald werd, dat het volk niet dan spottender en schimpenderwijs over den Volkenbond en diens leiders ging Sipreken.
Ook kunnen wij het op de creditzijde van het Handvest plaatsen, dat de gedwongen arbitrage daarin een veel geringer plaats inneemt, dan bij den Volkenbond. Ook in dezen met de in acht genomen voorzichtigheid te prijzen. Het is toch veel beter niets vast te stellen dan dat men bepalingen vaststelt, welke men toch niet nakomt. Wat is het toch voor duizenden en nog eens duizenden eene bittere ontgoocheling geweest, dat, toen Japan China aanviel, de Volkenbond, in weer wil 'van zijn statuten, niets deed en in het geheel niet tegen Japan optrad? En tot welk een aanfluiting werd de Volkenbond toen Italië het weerlooze Abessinië overviel en die Bond dien zoo gansch onrechtvaardigen oorlog niet alleen gelaten aanzag, maar zelfs zijne voornaamste leden zich haastten wat zij konden me't te •verklaren, dat zJj geen sancties wilden toepassen.
Ongetwijfeld is het ten opizichte van den Volkenbond een gewichtige verbetering, dat het Handvest der Vereenigde Naties een o'P zich zelf staand verdrag is, dat los van de toekomstige •vredesregelingen is, terwijl in tegendeel daarvan het Volkenhondsverdrag een deel uitmaakte van het vredesverdrag van Versailles. Dit neemt echter niet weg, dat er nochtans veel verband is gelegd tusschen het Handvest en de regeliwgen van den toekoifflstigen vrede. Artikel 53 van het Handvest bepaalt toch eene afzonderlijke regeling met betrekking tot dwangactie krachtens regionale regeling tegen vijandelij'ke staten, waaronder dan begrepen •worden, de staten, die in den oorlog 'vijanden zijn geweest van een der staten, die het Handvest hebben onderteekend. Men mag met recht benieuwd zdjn, boe de verhouding der Geallieerden tegenover die vijandelijke staten zal zijn, waar dit voior de toekomst toch van groot belang zal zijn. De Minister heeft naar aanleiding van eèn tot hem gerichte •vraag in zijn Memorie van AntwooiTd verklaard dat, „dien Staten ongeacht de hun opgelegde behandeling hiun volksrechterlijke positie althans tot dusverre niet ontnomen is." Tijdens den oorlog is in de pers herhaaldelijk plechtig verzekerd, dat de fouten, die aangaande de overwonnen volken van den eersten wereldoorlog bij en na het sluiten van de •vredesverdragen gemaakt zijn, thans 'vermeden zullen worden. Zal dit ook inderdaad gebeuren? In dit verband is te-ens opmerkelijk, om van Spanje nu maar niet te spreken, dat Zweden en Zwitserland geen lë3«i zijn van oe vereeniging der Vereenigde naties.
(Sezien het groote aantal leden en vooral dat van matchtige leden die de Vereenigde Naties tellen, had deze vereeniging veel meer recht den naam van Volkenbond bunnen ivoeren dan die Bond, welke ten onrechte dien naam gedragen heeft, Wijiselijk is die naiaim echter niet gekozen. Galet 0(p het verleden heeft die naam een slechte klank. Het vertrouwen dat de Regeering en de Kamer in dien Bond gehad hebben, hebben wij er nimmer in kunnen stellen. Met mr. Groen van Prjnstgrer zijn WIJ van oofdeeï gewieest, dat het bouwen van een Volkenbond op humanistischen, grondslag gelijk stond met het bouWen va.i een tweeden toren van Babel. De uitkomst heeft hem en ons in het gelijk gesteld. Als een tweede toren van Babel is die Bond tot P'Uin HX'een gestort, niets dan verwarring en ellende achterlatende. Een bond, die Gods Woord als grondslag miste, zoo hebben wii voorspeld, zou tot eene volkomen mislukking gedoemd zijn. De uitslag heeft die voors'pelling waar gemaakt. De Bond is gevallen. En zijn val was groot.
Hierby zij opgemerkt, dat wij in dezen onze wijsheid niet gekroond wenschen te zien, maar de kroon der eeie enkel toekomt aan den alleen wijzen God, die Zijn Woord gelijk in alles ook hierin getrouw bevestigd heeft.
Als eenr verbetering in vergelijking met den Volkenbond rekenen zeer vele leden onzer Kamer, gelijk ook wij zelf, het, dat een land, hetwelk partij is 'bij het geschil in den Raad geen stem heeft bij het vaststellen van de uitspraak. Deze verbetering wordt echter niet weinig overschadiuw^d door het feit, dat in geval sancties zouden moeten worden toegepast, deze alleen zich kunnen keeren tegen de kleine mogendheden, want tot dwangmiddelen tegen een der grooten zal het niet kunnen komen.
Mijnheer de Voorzitter. Dit feit vertoont geen geringe sichaduwzijde van het Handvest. En deze is niet de eenige. Er zijn meerdere, welke ik thans ga bespreken, nadat ik eerst de lichtzijden van het Handvest héb naar voren gebracht. Als een groote inconsequentie, zelfs als een grove inbreuk op het beginsel beschouw ik met zeer ivele andere leden der Kamer, dat, vele bepalingen van het Handvest eene overheerschende macht toekennen aan de groote mogendheden, , hetgeen in flagranten strijd is met het grondbeginsel van de souxsisiae gelijkheid der Staten, waaroip het Handvest gebaseerd is. Die overheersching gaat zelfs zoo ver, dat heel het stelsel van de handhaiving van de wereldvrede bankroet slaat als één der groote mogendheden den vrede verbreekt, ja, zelfs als een der kleine of een der middelgroote mogendheden, onder bescherming van één der groote mogendheden, tot den aanval overgaat. Die overheerschende macht der groote mogendheden, welke noodwendig in eiken Volkenbond, welke op humanistischen grondslag is, moet opitreden, vormt voor ons een groot bezwaar tegen zulk een Bond. Daarin hecrscht in de praktijk recht boven macht, menigwerf zelfs het recht van de sterkste. Dat was in de praktijk bij den Volkenbond ook al het geval. Meer nog. Hier in dit geval komit oiok de onmacht van het humanistische leyensbegifisel helder aam het licht. Bij déh Volkenbond liet men die onmacht onder allerlei vage en rekkelijke bepalingen schuil igaam, in het Handvest laat tanexn haar duidelijk uitkomtii.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 2 november 1945
De Banier | 4 Pagina's