Ware geschiedenis van Willem Farel
20
Kardinaal Bembo heeft eens getracht hiem uit de Schrift te bewij.zen, dat de ziel des menschen onsterfelijk is. In woede riep hü uit: „Wat! u beweert mij te overtuigen door een boek van fabeien? " Deze paus wakkerde den oorlog aan over geheel Europa, teneinde de belangen van zijn familie te bevorderen.
Het is daarom geen wonder, dat de twee bezoeken aan dezeE paus Leo X door den Bisschop van Meaux hem niet betvestigde in het geloof, dat de oaus als God vereerd behoorde te worden. De bisschop kwam, door de braspartijen en de feesten in het paleis des pausen gehouden, ziek terug en begaf zich ^aar zijn ouden vriend, meester Faber. Ook was hij dankbaar kennis met Willem Farel te maken, Eenige andere jonge mannen, o.a. Arnold en Geraad Roussel, gaven er blijk van, dat zij het Efvangelie in hun hart ontvangen hadden. Met dit kleine gezelschap bestudeerde de bisschop het Woord Gods en luisterde nederig en gedwee naar de les, die hij nu voor den eersten keer hoorde. Hij kon zijn vreugde en dankbaarheid over het feit dat het licht des Evangelies hem aldus bestraald had, niet op.
Meester Faber spoorde den bisschop aan den Bijbel voor zichzieH te bestudeeren, om aldus te leeren, wat het Christendom was voordat de mensch er had bij of afgedaan. De bisschop Jas veel en nauwkeurig en zeide dat hij nooit genoeg van dit henielsche voedsel krflgen kon. Hij sprak over het Evangelie en de Schrift, tot al zijn vrienden. Velen van hen waten vrienden des konings en verkeerden veel aan het hof. De geneesheer, ja zelfs de biechtvader des konings schenen met genoegen naar hem te luisteren en begeerden meer te weten omtrent Gods Woord.'Dit alles bemoedigden Faber en Farel, waarom zij niet direct de kerk van Rome verlieten, Farel en Faber gingen nog naar de kathedraal en de kerken. Het was waar, wat Willem zeide, dat de paperij slechts langzamerhand van zijn hart viel. Maar hoewel het langzaam viel, het viel ? ; eker en gestadig. De vormen en de ceremoniën, het zingen en de afgoderij schenen hem bij het voortschrijden van den tijd meer en meer ondraaglijk en hinderend, goddieloos en zondig. Warmeer het volk voor een beeld of «en altaar knielden. stond Farel met smart en misnoegen tusschen hen in: „O God", placht hij te zegj, »n, „Gij alleen zijt wijs. Gij alleen zijt goed. Niets moet van Uw heilige wet worden afgedaan, noch er aan worden toegevoegö. want Gij alleen zijt de Heere en Gij allieen moet bevelen". •
De prachtige diensten, die h'êt vermaak van zijn hait geweest waren, haatte hij nu en ze smartten hem. De priester en doctors, die hij geëerd had, kwamen hem nu slechits voor als vijanden van het Evangelie. Hij had de heerlijkheid van Christus gezien en in den luister van dat licht was al het andere donker voor hem.
Meester Faber l> egon ongerust te worden dat Willem te ver ging. Indien zij in dien tijd waren beginnen te spreken over de noodzakelijkheid de kerk van Eome te verlaten, dan zou dat een punt geweest zijn, waar over zij h«!t niet eens waren. Er zijn velen van Gods knechten, die tenslotte zeiden: „Wij hadden Babyion willen heelen", maar zij was niet te heelen".
Tot dezen behoorde meester Faber niet. Hij bleef de hoop koesteren, dat de keik, waar bij nog van hield en die hij nog steeds hoog achtte, vernieuwd mocht worden en dat de priesters en het volk tenslotte van h'um afgoden tot den levenden God zouden wederkeeren.
Spoedig vond er een gebeurtenis plaats, die ongetwijfeld mieester Faber in zijn hoop op betere tijden bevestigde. Des konings zuster Margaretha, gravin van AlenQon, was reeds beroemd door haar groote talenten, haar vriendelijkheid en haar buitengewoneh invloed op den koning, haar broeder.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 december 1945
De Banier | 4 Pagina's