Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ware geschiedenis van Willem Farel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ware geschiedenis van Willem Farel

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

26

Zij beiden hadden hun eigen redenen om het Evangelie met een buitengemeenten haat te haten. Louise was een vrouw van «en losbandig leven en van een tyranniek temperaifient. Duiprat, die door een roomschen historicus genoemd werd „de verdorvenste onder die tweevoeters", was een geestelijke geworden, teneinde rijkdommen te 'vermeerderen bij de vele onwettige middelen, die steeds bij de hand waren voor priesters die listig genoeg waren ze te gebruiken.- Hij was ook een man van losbandige gewoonten. Door het Evangelie tegen te staan, dienden deze twee knechten van satan niet alleen hun natuurlijke begeerten, maar zij hoopten hun goddelooze leven, m«t den mantel van ijver •voor God en de kerk te bedekken. Louise had groeten invloed op haar zoon. Zij overreedde hem den paus toe te staan een grootere macht in de kerkelijke zaken van Frankrijk te hebben, dan hij ooit tevoren had. Als wederdienst voor 's konings vriendschap, gaf de paus hem het recht bisschoppen en geestelijken door het geheele koninkrijk aan te stellen. De koring maakte een winstgevend zaakje van deze ambten, „precies als het volk in Venetië fortuinen maakte met den handel in peper en kanaal". Aangemoedigd door den haat, die Louise en Duprat het prediken van het Evangelie toonden, nam de universiteit, in het bijzonder de Sorbonne. den moed om te overleggen hoe de predikers het best den mond kon gestopt worden.

De voornaamste spreker in deze beraadslagingen was Noel Bédier, de syndicus van de Sorbonne. U doet goed zijn naam fee onthouden, als den derden groeten vijar.d van het vangelie Gods in dien tijd. Hij was een man van gemeene bekwaamheden. Hij schepte behagen in twistgesprekken van alle soort en was meer verheugd een vijand te vinden, dan de meesten zouden zijn in het vinden van een vriend. Hij had een specialen haat tegen meester Faber, omdat hij van dezelfde provincie Picardië kwam en zulk een reputatie van geleerdheid en talent had, dat Bédier met woede en jaloezie vervuld werd. Zooveel onwetendheid, domheid, vooroordeel en huichelarij vulden de ziel van dezen ongelukkigen man, dat Erasmus van hem zeide, dat hij gelijk was aan drie duizend monnikenj in één persoon. Hij sprak lang, luid en dikwijls, ter beantwoor. ding van Faber en Farel. Een menigte monniken en priesters, even onwetend als hun leider, luisterden naar hem met kreten van genot en instemming. Sommigen gingen met hem mee, zuiver uit domheid, denkende dat de man, die zooveel te zeggen heeft, gelijk moet hebben; anderen, omdat zij zich erover verheugen dat Faber en Farel werden tegengesproken; en weer anderen, omdat zij dachten, dat iemand, die voor de roomse kcheik sprak, de waarheid aan zijn zij moest hebben. Bédier was te onwetend om eenig argument tegen h'et Evanlie naar voren te brengen. Hij verstond de zaak niet voldoende om te weten, wat hij nu eigenlijk moest tegenspi eken. Maar hij had eens in eenige oude boeken gelezen, dat de zondares in Lucas 7, Maria Magalena en Maria, de zuster van Lazarus, allen tezamen slechts één persoon waren. En toen meester Faber zeide, dat zij drie verschillende personen waren, btgon hij hem overluid te bechuldigen van ketterij. Niet alleen Parijs, maar de geheele Christenwereld was in toom ontstoken tegen meester Faber, o.Tidat hij er zulke goddelooze roeeningen op na hield. Een Emgelsche bisschop schreef een boek tegen hem, waarin hij trachtte te bewijzen, dat de drie vrouwen, slechts die eene Maria Magdalena was. De geheele universiteit vsn Parijs verklaarde dat meester Faber de straf moest lijden, die voor ketterij staat, maar de koning stond op slechten voet met de universiteit en verheugde er zich nu o'ver, dat hij deze gelegenheid kon aangrijpen, om de priesters en doctors te vernederen.

(Wordt vervolgd).

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 januari 1946

De Banier | 4 Pagina's

Ware geschiedenis van Willem Farel

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 januari 1946

De Banier | 4 Pagina's