S.G.P.-ers sluit de gelederen
Het is verblijdend, dat op ? oo vele plaatsen de kiesvereenigingen der'-SGP herrezen zijn en dat er zelfs opgeriqht zijn, waar zij te voren nimmer hebben beslaani.
Dit feit, ihoe verheugend het op zich zelf ook moge zijn, kan ons echter niet weerhouden om nog eenmaal met al^e kl^m op deze hoogst gewichtige aangelegenheid terug te komen. Hoogst gewichtige aangelegenheid — er is misschien een lezer, die dit betwijfelt. En toch. is het zoo en niet an
ders. Het is een zaak van groot aanbelang, dat al de kiesvereenigingen der SGP weder tot stanid komen en dat er nieuwe, waar dit maar even mogelijk is, worden Qpgericht. Dit is noodiger dan. ooit tè voren. Nog nimmer toch heeft ons land in zulk een jammervollen staat verkeerd als thans. En dit wel op allerlei gebied. Op religieus, zedelijk en stoffelijk terrein, ja, van welken kant gij ons land ook beschouwt, het was er tijdens de Duitscbe bezetting en het is er nog op den «üag van heden allerdroevigst mede gesteld.
Hoe zien wij er allerwege Gods geboden als met voeten vertrapt! Welk een vreeselijke en ontstellende verachting van des Heeren instellingen valt er waar te nemen! Hoe schrikkelijk . wordt Gods heilige naam in den lande al vloeiend en ijdel misbruikt! Hoe wordt zijn gezegende dag ey op het ergelijkst ontheiligd!
Dit alleen reeds moest voor een iegelijk reden te lOver zijn, om dit alles niet met een koud en onbewogen hart aan te zien, maar zich op te maken om in vereenlging met de SGP daartegen te getuigen. Wij mogen ons toch niet zoo gedragen alsof dit zoo Gode tergende kwaad ons niet aangaat, wie alzoo handelt, die bezondigt zich ter dege. Integendeel. Wij zijn van Gode's wege ten duurste verplicht om te dcen, wat onze hand vindt om te doen. Daarom sluite men zich aan bij de SGP, opdat er zoo straks met vereende krachten mannen in de onderscheidene regeeringscoUeges gekozen zullen worden, die hun stem tiegen de zonde in die colleges zullen verheffen en opdat er in gemeente, provincie en in het land verordeningen en wetten tot stand gebracht mogen worden, welke het kwaad beteugelen. Daartoe dienen de handen uit de mouwen gestoken te worden, opdat de stem der waarheid in de vergaderzalen geboord zal worden en er op aangedrongen zal worden, dat er eèn Gode verheerlijkende wetgeving moge komen. Het schreit toch ten hemel zooals heden ten dage des Heeren inzetiingen door ons volk als door het slijk gesleurd worden. '
Ein wat de zeden van ons volk betreft — ach, ach, hoe jammervol is bet daar ook al niet mede gesteld. De Heere heeft ons zoo wonderbaarlijk nog uit de hand onzer vijanden en van het scherpe zwaard van den hongersnood willen verlossen. Doch waar is de rechte dankerkentenis? In stede daarvan viert men feest op feest in dartele en aondJge ijdelheid. Een danswoede, zooals er nog nooit in heel de geschiedenis van ons volksbestaan op onzen vaderlandschen bodem gekend is, heeft oud en jong aangegrepen, dansclubs hier, dansclubs daar en dansclubs schier overal, tot christelijke en gereformeerde toe, zijner in ons land opgericht. Dat is gruwelijk, gruwelijk niet minder wat er uit voortkomt en wat er soms mede gepaard gaat. 2ioo werd ons'deze week door een hoogst betrouwbaren zegsman medegedeeld, dat in de plaats zijner • inwoning een dansgezelschap een soort napretje hield, waarbij de flesch danig werd aangesproken en een meisje van negentien jaar in dronkenschap spiernaakt werd uitgekieed.
Lezer of lezeres, zegt mu niet, dat gaat mij niet aan en spreekt toch niet met Kain: , , Ben ik mijns broeders hoeder."
Er is zulk een geweldige zedelijke ontwrichting onder ons volk waar te nemen. Er dreigt van den kant van de bioscoop en de danszaal zulk een groot zedelijk gevaar. Dit gevaar bedreigt ook uwe kinderen of kleinkinderen of uwe familieleden of ook uwe vrienden of kennjssen. Zeer velen onzer landgenooten zijn m die draaikolk getrokken én dreigen daarin reddeloos te gronde - te gaan. Velen zijn er reeds in verdronken. Veler huwelijk is daardoor verwoest. Velen ook loopen daardoor met een door en door ziekelijk lichaam rond.
Hoe broodnoodig is het, dat daartegen van Overheidswege met alle kracht wordt opgetreden! Hoe noodzakelijk is het, dat er eene wetgeving ontworpen wordt, welke het kwaad beteugelt en in wortel en tak aantast! Heel ons volk, dat hoe langer boe meer zich om rfiets anders bekreunt dan om brood en spelen en naar niets anders dan naar ijdel en zondig zingenot vraagt, is op den weg om zedelijk te ontaarden. Daarom, dewijl er zulk een groot volksbelang in het geding is, is het des te meer een hoogst dure plicht voor elk, die ons land overeenkomstig Gods Woord en Wet bestuurd wenscht te zien de handen aan de ploeg te slaan en zich in vereeniging met de SGP op te maken, opdat er door woord en daad middelen beraamd zullen worden om onder de gunste des Heeren het zedelijk verval te keeren. Hoe hebben de Profeten onder het oude volk van Israël op Gods uitdrukkelijke last hunne stem niet moeten verheffen tegen het zedebederf, dat zich onder dat volk vertoonde! Hoe hebben onze vaderen zich niet met alle krachten ingespannen om wetten te ontwerpen welke er bet hunne toe bijdroegen, dat Overheid en onderdaan in alle eerbaarheid'zouden leven!
Beschouwen wij de stoffelijke belangen van ons volk, dan is ook te dien opzichte de groei en de bloef van de SGP een eerste vereischte.
Wat wordt er heden ten dage ook door Overheidsinstellingen niet met het geld gesmeten! Welk een schromeUjke verüüwisting kan elk, die niet met lalgeheele blindheid' geslagen is, al niet m©t eigen oogen waarnemen! Hoe is het corps der ambtenaren, dat toch al zoo groot was, niet op eene geweldige wijze uitgebreid.! Niet dat wij op zich zelf iets tegen ambtenaren als zoodanig hebben, neen, dat is volstrekt niet het geval, zij zijn noodig en zij kunnen den staat en de gemeenschap zeer goede diens'ten bewijzen, maar toch moet hun aamtal niet op zulk een ongeboorde wijze als nu geschiedt, uitgebreid worden. Zij moeten per slot van rekening allen uit de kassen van den staat, de provincie of de gemeente betaald worden en de belastingbetaler, die toch al zooveel beeft op te brengen, moe> t hunne tiactementen bovendien ook nog betalen. W'at klagen menige zakenman en handelaar er niet over, dat alles zoe bureaucratisch, ingericht .wordt, dat zij menigwerf van het eene bureau naar het andere worden verwezen en dat zij maar al te vaak van het kastje naar den muur worden gezonden. En ook komen zij da - -bij tot de conclusie, dat het eene bureau het andere en de eene Regeeringsimstantie de andere tegenwerken. Hoeveel is er daarenboven nog niet van de Duitsche methodes ten onzent in stand gebleven! De Duitschers zijn gelukkig het land uit, maar van hun doen en laten, van hun gebruiken en methodes is er maar veel te veel in ons land achtergebleven. Daarover verneemt men in steeds breeder wordende kringen klacht op klacht. Wiat komt er al geen corruptie aan den dag! Wat heef^^ er al geen omkooperij piaatsf Hoe kan men nog steeds al niet veel met een „pondjie boter", met wat sigaren of sigaretten, met wat geld of andere gaven in natura gedaan krijgen! Deze en dergelijke grieven hoort men in trein en tram ja, waar niet al, gedurig uiten. Niet bet minst in de kringen dergenen, die door het oorlogsgeweld alles verloren hebben, heerscht een gee& t van bittere ontstemming, daar zij volgens hun zeggen de bittere ^ervaring hebben opgedaan, dat zij die aan alles gebrek hebben, m< et niets of weinig werden afgescheept, terwijl degenen, die goede kennissen of voorspraak bij de bureiaux of Regeeringsinstellingen hebben, al hebben zij het bepaald niet noodig, met een groote en goede buit gaan strijken.
Behalve het opgesomde is er op stoffelijk gebied nog al zoo veel meer dat dringend om eene algeheele verandering en verbetering vraagt. Wij zullen daar •thans niet nader op ingaan, daar dit artikel anders te veel plaatsruimte in De Banier zou innemen. Wij hopen er te zijner tijd nog wel eens over te schrijven.
Alles te samen genomen is er oowel tein aanzien van de reliie, alsook van de zeden en de toffelijks belangen van ons olk een dringende noodzaak, dat de SGP zich krachtig ontikkelt en dat een ieder, die het loude artikel 36 der Nederlandsche geloofsbelijdenis voorstaat, zich bij haar aansluit. Als kinderen der Hervorming betaamt het ons om voor de gezegende beginselen van de met zooweel goed en bloed gekochte reformati j op te komen. Dat was noodig ten tijde van de coalitieregeeringen, maar dat is thans niet minder noodig, dewijl de gevaren voor het welzijn des lands ons van alle zijden bedreigen. Wie moet het niet bang om het hart worden, als hij waarneemt, hoe Gods geboden in den lande lande als niets, als van nul en geenerlei waarde, geacht worden, hoe een schrikkelijk verval dier goede zeden daarin zichtbaar voor aller oog zich voordoet en hoe ook dientengevolge de stoffelijke belangen van ons volk zeer in het gedrang zijn gekomen.
O, dat er toch van dien zoo heilzamen ijver onzer voorouders, om Gods ordinantiën in staat en maatschappij tpt heerschappij te, brengen, onder ons midden meer en mieer openbaar mocht worden?
O, dat wij verwaardigd mochten word ? n door met inspanning van alle krachten er naar te staan, gelijk artikel 36 der Nederlandsche geloofsbelijdenis het zoo krachtig uitdrukt, „opdat God van een iegelijk geëerd en gediend wordt, gelijk Hij in Zijn Woord gebiedt".
Een iegelijk is verschuldigd daarna te streven. Dat heerlijke en hooge doel streeft de SGP na. Daarom sluite men zich bij haar aan, sluite men de gelederen en trekke als een eenig man onder haar vaandel op. Gezegend is degene, die Gods geboden daarbij voor oogen staat, vervloekt degene, die vleesch tot de arm van zijn betrouwen stelt.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1946
De Banier | 4 Pagina's