TWEEDE KAMER
Schadevergoeding Een onderwerp, waarbij vele Nederlanders groot belang heb. ben, trok ook in de Tweede Ka. mer bij vele leden sterk de aandacht. Onderscheidene sprekers hebben dan ook het - woord ge. voerd, toen aan de orde kwam hetgeen de Regeering aangaande de schadevergoeding in haar.no- ^r^r^riSi:5^^/^a; ""ta heeft ingenomen, komt weinige woor~den gezegd daarop ^ ^^^^ ^^ Regeerini de oorlogsschade - ' - - wil vergoeden naar de verkoopwaarde van 9 Mei '40. Vrijwel alle sprekers vonden dezen maatstaf veel te laaj ge. steld Wordt toch naar dien maatstaf de schade vergoed dan komen t ongetwijfeld talrijke ge. dupeerden in een diepe' materieele ellende te verkeeren. JJie maatstaf zal ten slotte toch niet gehandhaafd kunnen worden. Ook de Minister kon dit niet ontkennen. Het is dan ook te verwachten, dat wij indien' de Regeering niet met een andere regeling komt, dezelfde langdu. rige Ijjdensgeschjedenis door zullen moeten maken, welke wö enkele jaren geleden bij de Zuiderzeesteunwet beleefd hebben. Het zal dan weder een kwestie -n ^aren - ordenden de scha^thebben te-betalen dan wanneer de zaak ineens en afdoende werd geregeld. Ds. Zandt voerde bij de behandelihg van deze materie bet woord en wees terecht op deze dingen en op enkele andere zaken, welke daarmede nauw in verband staan. Het is verblij. dend, dat de Minister een apar te regeling voor Walcheren toezegde, daar dit eiland zooals de afgevaardigde der S.G.P. op. merkte daar op wel recht heeft. Dit is te meer verblijdend, daar ook andere steden en streken des lands zeer zwaar getroffen zijn. Ook daarop vestigde Ds. Zandt "Je aandacht der Regeering Waar ^^^ ^^^^ Walcheren een betere regeling te wachten staat — als er een schaap over de brug is, volgen er gewoonlijk meer — is er uitzicht, dat ook andere streken ten slotte met het eiland Walcheren, in hetzelfde lot mo. gen deelen. /
Ds. Zandt sprak dan in de Tweede n Kamer/het navolgende: Mijnheer de Voorzitter. Het zijn voortreffelijke woorden, welke •wij in de "Regeeringsnota aan. gaande de
aan de schatkist zelfs evenveel zal kosten.
op blz 16 lezen. Zij wekken bij dezen de gegronde hoop op, dat hun recht zal wedervaren en dat hun bestaansmogelijkheid, in zooverre dit in de macht der Re* geering staat, voor de toekomst gewaarborgd is. Wij lezen in deze Regeerings, nota toch op genoemde bladzijde het volgende: , Het Nederlandsche volk YHeit door ij verzet te bieden collectief have en goed in de waagschaal gesteld. Het besef, dat men de «chade, die "daaruit voortvloeit, ^^^ collectief moet dragen, ver. dient in een daad te worden omgezet."
Wie zou, na zulk een taal beluisterd te hebben, niet billijker, wijze verwacht mogen hebben, dat de Regeering een volledige oorlogsschade gedupeerden wilde voorstellen? Toch is dit helaas niet het gë. val. Wij zien, dat de Regeering
haar rechtsstandpunt
de praetijk^rloochend heeft en dat zij, in stede van de gele. den °^" oorxogsscnaae oorlogsschade door ao heel het ''°^^ ^^ 1^*^." '''^agen hetgeen naar haar eigen verklaring recSt en billijk is —, deze te zeer op de zwaarst getroffenen afwentelt.
Hetgeen haar daartoe bewoog, zijn de hooge financieele kosten. Wij willen volstrekt niet ontken, nen, dat er met een algeheele schadevergoeding uit de alge. meene Rijksmiddelen groote sommen gelds gemoeid zijn < f.i dat dit zware offers van d schatkist zal vorderen. Nochtans , . . hebben , , wij , tegen , de fegehng m zake de schade, wel ^ce de Regeermg ons thans voorstelt zeer ernstige en ook ge. gronde bedenkingen, daar wij gelooven, dat deze op den duur °ok jeer zware offers van de
schatkist zal vragen, ja, aan de schatkist zelfs evenveel zal kosten.
De Regeering stelt thans voor tegemoetkomingen in de geleden schade te doen toekomen. Wij vreezen, en dit waarlijk niet zonder grond, dat wij alsdan een herhaling van de lange lijdensgeschiedenis,
zooals de Zuiderzeesteunwet ons geboden heeft
zullen beleven. Ook bij die wet. geving werd de rechtsgrond verlaten en de toevlucht tot tegemoetkoming, tot steun, geno. men. Welk een bittere ontstem, ming heeft dat gewekt! Jaar op jaar kwam deze aangelegenheid weder in de Kamer ter sprake. Gedurig mpest die wet op de hel. ling worden gebracht Door den nood gedwongen, werd de Re. geering genoodzaakt om steeds mildere bepalingen te ontwerpen, foodat - uiteindelijk de Re. geering ook geweldige sommen uit de schatkist heeft moeten laten uitkeeren. De Regeering herinnere zich die toedracht van zaken met de Zuiderzeesteunwet en doet wel zich niet tweemalen aan denzelfden steen te stooten. Het laat zich toch aanzien, a'A de gedupeerden zich niet bij de thans door de Regeering voorge. stelde regeling zullen neerleggen en ook niet zullen kunnen neerleggen, daar velen der gedupeerden daardoor in grooten nottd, zoo niet in bittere armoede, zul. len gebracht worden. Dit is te meer te vreezen, wijl de voorgestelde regeling de deur wijd openzet voor de
grootst mogelijke willekAir.
Reeds nu zijn de bewijzen daarvoor aanwezig. De factor van de verkoopwaarde van 9 Mei 1940, waarnaar de schadevergciding geregeld wordt, is toch, zooals uit de practijk reeds nu al gebleken is, een hoogst rekbaar en willekeurig begrip* Deze factor
wordt toch niet alleen door de onderscheidene schade-enquête, commissies verschillend in practijk gebracht, maar ook speelt 't jaar, waarin de schade geleden werd, daarbij een hoogst voorna, me rol. De regeling der Regee. ring was voor het Grebbegebied zeer gunstig, voor Rotterdam aannemelijk, maar is voor Middelburg en andere gebieden en plaatsen zeer ongunstig. De Minister kan zich daar zelf van overtuigen, indien hij
de bijlagen uit het rapport,
dat een Zeeuwsche commissie ook de Regeering heeft doen toe. komen, slechts wil raadplegen. Ik acht mij er van ontslagen om de gegevens, welke de bijlagen van dat rapport bevatten, bij den Minister in zijn rede voor te dragen. Ik kan volstaan met den Minister er uitdrukkelijk attent op te maken, hoe onbillijk de door de Régeering voorgestelde regeling in vergelijking met het Grebbegebied en Rotterdam voor Middelburg en stellig ook voor menig andere gemeente en gebied is.
Het kan niet uitblijven, dat men in tal van plaatsen en gebieden zich onrechtvaardig be. handeld zal gevoelen en men alle gewettigde middelen te baat zal nemen om die onrechtvaar. dige bejegening ongedaan te maken, zooals dat ook bij' de Zuiderzeesteunwet het geval geweest e is. .5^
De huidige door d^ Regeering voorgesteld^ regeling zal toch in vele gevallen
een noodlijdende bevolking
maken. Het is te voorzien, dat de met hypotheken zwaar belaste bedrijven geen of een zeer sober bestaan voor de bevolking zullen opleveren. Dit is niet alleen allerongewenscht voor de bevolking zelf, maar ook werkt het den bloei van een streek in hooge mate tegen en is bovendien zeer schadelijk voor gemeente, provincie en land, daar de inkomsten dooi: middel van belastingen maar zeer schaarsch zullen vloeien. Zoo kan de zuinigheid de wijsheid gemakkelijk bedriegen.
De Regeering moge er toch niet toe medewerken, dat de welvaartsbronnen worden toegestopt; hetgeen onvermijdelijk het geval zal zijn, als door een te geringe schadevergoeding tal van plaatsen en bedrijven in een noodlijdenden toestand worden gebracht. Wij hebben immer bij de Regeering aangedrongen op het betrachten
van de noodige zuinigheid.
Wij doen dit nog. Doch het geldt hier een gansch exceptioneel ge. val. Daar zijn streken in ons land, waar elke boom verdord, de grond verzout is, gansche plekken zijn weggespoeld en de sloten vol zanderig slik zitten, huizen en boerderijen vernield zijn en men alles, huisraad, paarden, koeien, tot kippen toe, kwijt is. Daar zijn steden, dorpen en gehuchten, welke geheel of gedeeltelijk verwoest zijn en wier inwoners geweldige schade hebben geleden. Voor de inwoners van deze streken en steden is de geboden tegemoetkoming beslist onvoldoende. Men kan al. daar het gevoel niet onderdrukken, dat men, zacht gezegd, hoogst onvoldoende en bovenal op
een onbillijke en onrechtvaardige wijze
geholpen is, als de regeling der Regeering doorgang vindt. Moet men in de plaatsen, waar' men van uit de lucht gebombardeerd is geworden of waarin men lan- (Vervolg op pagina 2) (Vervolg van pagina 1) geren of korteren tijd onder gescliutevuur verkeerd heett en daarbij geliefde verwanten ver. loor, nu ook nog beleven, dat men er een gevi/eldige materieele schade moet lijden? Naar men mij verzekerde, moet in Westkapelle door de landing der geallieerden en ook door andere oorzaicen een tiende deel der bevolking het leven verloren hebben. Ook in gebieden, welke onder water gezet zijn of waar het oorlogsgeweld geheerscht heeft, zijn vele slachtoffers gevallen. Mijnheer de Voorzitter! Ik acht het onverantwoordelijk, in. dien de bewoners van zulke ge bieden, steden, dorpen of gehuchten en zoo zijn er zoo talrijk velen, behalve .hetgeen zij al geleden hebben, nu
nog eens extra moeten lijden
door een tekort aan schadevergoeding. Het gaat niet op men. schen, die reeds zooveel ellende doorgemaakt hebben, door onvoldoende schadevergoeding heel hun leven lang in nood en lijden te brengen. De Regeering stelle dan onk een andefe re^eV.r.Z voor. Zij diene bij de Kamer
een wetsvoorstel in,
waarin het rechtsbeginsel gehandhaafd wordt. Ik verlies daarbij de*financieele ornstan digheden niet uit het oog De Regeering bedenke hierbij ech. ter, dat het een gansch eenig geval betreft. Bovendien is het nog altijd de vraag wat ten slotte voor 's lands schatkist voordeeliger is, een schadevergoeding, die aanvankelijk wel meer zal kosten, maar welke dan ook er toe zal bijdragen, dat de bronnen van 's lands welvaart geopend worden, of een tegemoetkoming in de geleden schade, welke
een verarming
over heele streken zal brengen en waarbij de Regeering do/r den nood gedwongen zal worden toch meer steun te bieden, zoodat op den duur van de schat, kist geweldige bedragen zullen worden gevorderd. Alles pleit er voor deze materie in eens en afdoende te regelen. Het zal blijken, dat dit uiteindelijk voor de schatkist
nog het voordeeligst is.
De Regeering beiuinige vooral daar, waar met geld gesmeten wordt. Dat is een doeltreffende bezuiniging, welke bovendien 'n ergernis onder ons volk zal weg. nemen. De Regeering bezuinige daar, gelijk ook door mij vooraf. gaande sprekers is gezegd, waar te royaal en verkwistend bij het herstel te werk is gegaan Ook daar zijn tal van gevallen, waarin men
met het geld heeft gegooid.
Mijnheer de Voorzitter! Ik kom thans nog eens terug op de door de ^egeering voorgestelde regeling. Deze gaat uit van de foutieve opvatting, dat als basis voor de vergoeding de verkoop. waarde van 9 Mei 1940 genomen moet worden. Ik heb dienaangaande reeds opgemerkt, dat er in dezen een groote onrechtvaardigheid in het geding is, als ik er op wees, welk een ongelijke bejegening Middelburg en andere steden en streken in vergeiy. king met het Grebbegebied en Rotterdam ten deel valt. Ik wil thans eenigszins dieper op het geval ingaan. De tegemoetkoming in schade naar den maatstaf van de verkoopwaarde in Mei 1940 is voor tal van gedupeerden hoogst nadeelig.
De gulden van thans is wat zij.i kcoi: !; : "c!it betreft niet meer da gUidsn van 1940. Hij is ten aanzien van de buitenlandsche valuta aanmerkelijk in waarde gedaald. Alles wat uit het bui. tenland komt, is zooveel duurdergeworden dan het in 1940 was. En dit niet alleen, ook tal- van binnenlandsche artikelen zijn sedert vijf jaren zoveel hooger in prijs geworden. Het mes
snijdt hier ten nadeele voor de gedupeerden aan twee kanten.
Aan de ecne zijde wordt hun bezit gelaxeerd naar de goedkoope waarde van Mei 1940; anderzijds moeten de gedupeerden, als zij hun bezit terug willen bekomen, naar de veel duurdere waarde van heden koopen. Dit verschil is niet gering. De kosten van den opbouw van een boerderij en van nog al zoo vele andere zaken worden beraamd op 2V-> a 3-ipaal zooveel hooger te zijn als in Mei 1940.
In een alleszins lezenswaardig geschrift „Geeft den "Walcheren schen boer zijn bestaansmogelijk. heid terug" wordt aangetoond met een sprekend voorbeeK!, welk een enorme schade de gedupeerden zullen moeten lijden, indien de regeling van de Regeering doorgang vindt. Daarin wordt medegedeeld, dat het vaststaat, dat, indien deze regeling gehandhaafd blijft, tal van boederijen en andere bedrijven
niet meer zullen kunnen worden opgebouwd.
Is dat welvaart bevorderen? Dat is niet anders dan de wel. vaartsbronnen toestoppen. De Regeering is bereid, ook volgens een uitlating van den Minister-President, op de persconferentie in Nijmegen gedaan, het tekort aan geldmiddelen, dat men na de uitkeering van de tegemoetkoming in de schade heeft, te overbruggen door het verleenen van deels een rente, gevende hypotheek en deels een rentelooze hypotheek. Zoo zullen noodwendigerwijze bij de geleden schade vele gedupeerden 'n met hypotheken belast bedrijf, soms zelfs met zeer zware hypotheken belast bedrijf moeten beginnen. Zelfs zijn er gevallen, dat het
bedrijf met hypotheken
zoozeer belast is, dat het bedrag der hypotheken de waarde van iiet bezit overtreft. Hoe enge. zond en hoe ongewenscht zulk een toestand is, behoeft geen nader betoog. Ligt hier ook niet' 'n zekere onbillijkheid in? De boeren in den Wieringermeerpolder krijgen hun boerderijen weder op Rijkskosten geheel en al In orde gemaakt, maar al de anderen niet. Zij hebben het toe. kijken.
Geen wonder dan ook, dat In het rapport van de Zeeuwsehe commissie verklaard wordt, dat de tegemoetkoming op den grondslag van de verkoopwaarde van Mei 1940 voor de gedupeerden onaanvaardbaar is. Zoo oordeelen duizenden en duizenden er over. En dat met recht. Gaat zulk een regeling door, dan staat er veel leed te wachten. Zij brengt bovendien in vele streken en steden des lands een geweldige ontevredenheid en ook een soort van wanhoopsstemming. Zy werkt doodend voor den werklust en de energie. Zij zal oorzaak van veel lijden en bittere armoede worden. Zij dompelt heele gebieden in materieele ellende en zal ijoodwendig scherpe reacties wekken, daar zij in me nig gebied een .totale ontiyrich, ting zal veroorzaken. De Regeering is, "wanneer zij haar standpunt handhaaft, van de zaak niet af. Telkens en telkens wanneer de gelegenheid zich daartoe biedt, zullen de Re- ' geering en de Kamer lastig gevallen worden met, verzoeken om het onvoldoende en onbillij. ke van de regeling weg te nemen. Ik dring er dan ook met alle klem bij de Regeering op aan, dat zij haar ^ standpunt zal wijzigen en een wetsontwerp bij de Kamer zal indienen, waarin aan de gedupeerden recht zal worden gedaan.
In verband hiermede wil ik een enkel woord spreken over het voornemen der Regeering om de schade aan gebouwen, welke
niet hooger is dan f 3000 per geval,
geheel te vergoeden. Op zich zelf genomen valt deze maatregel toe te juichen. Doch ook hier treedt weder een onbillijkheid aan den dag. Het is te verstaan en ook zelfs toe te juichen, dat men minvermogenden de behulpzame hand wil bieden. Het is begrijpelijk, dat er onderscheid wordt gemaakt tusschen vermogenden en minvermogenden, maar het is onbillijk, dat den zwaar gedupeerden zoo weinig hulp gebo. den wordt in vergelijking met de minvermogenden. Het gevaar dreigt zelfs zeer, dat men op deze wijze van vermogenden minvermogenden of zelfs onvermo-. genden maakt, en dit is nooit toe te juichen. Bovendien wordt in dit geval slechts 75 procent ver. goed, indien de eigenaar in de vermogensbelasting is aangeslagen of indien hij f 300 in de inkomsten, of loonbelasting be. taalde. Ook hier is een onbillijkheid Een klein renteniertje of eenig ander persoon wordt met een vermogen van f 15.000 al in de vernSogensbelasting aangeslagen, terwijl er, zooals gisteren opgemerkt werd, gevallen zijn, dat men eerst met • een vermo. gen van f 60.000 in de vermogensbelasting wordt aangeslagen. De Minister neme deze onbillijkheid weg. De groote grief is hier, dat er, ingeval men schade aan gebou. wen boven' de - f SOOO heeft, in eens een geheel andere regeling intreedt en wel die
naar de Terkoopwaarde van Mei 1940.
Zou de Minister hier niet meer trapsgewijze de schadevergoeding kunnen regelen, zóó kunnen regelen, dat de zwaar gedupeerden een billijke schadever. goeding bekomen? Dit zou een verbetering zijn. Niet dat ik van oordeel ben, (lat zulk een regeling afdoende is, daar ik van gevoelen ben, dat de schadevergoeding naar de vervangingswaarde de eenig juiste en ook de eenig rechtvaardige is De basis van naar de verkoopwaardf van 1S40 deugt niet, zelfs niet als er bijslagen worden toegekend. De. ze dient in elk geval te worden verlaten. - Voorts wensch ik een kort woord te spreken over de
vergoeding van huisraad
naar den maatstaf van de huurwaarde. Door mij voorafgaande sprekers is het onbillijke en onvoldoende van zulk een regeling met zulke sprekende voorbeelden aangetoond, dat ik volsta met mij bij die sprekers aan te sluiterf en met hen op een st: erke wijziging ten aanzien van dezen maatregel by den Minister aaa te dringen.
Ook ga ik accoord met de sprekers, die gewezen hebben op het onvoldoende in zake van de vergoeding van dekking en kleeding. Ook in dit opzicht - dient dringend verandering te worden gebracht, anders staat het met recht te vreezen, dat tal van lieden, wat hun huisraad, dekking en kleeding betreft, er nooit meer boven op zullen komen, vooral is dit het geval met hen, die weinig meubels, kleeding en beddegoed hadden en dus ook weinig vergoeding krijgen. De mingegoeden zullen op deze wijze, hetgeen in elk geval voorkomen moet worden ontzettend gedupeerd worden.
Verder wil ik bepleiten, dat ’t herstel van dijken
en waterwerken, polderwegen en waterloozing na inundatie niet geheel of gedeeltelijk ten laste van de polders zal worden gebracht, daar anders de polderlasten niet onaanzieniyk verhoogd zullen moeten worden, hetgeen voorkomen moet worden.
Ik wil tevens myn instemming betoonen met die sprekers, die er op hebben aangedrongen, dat
ten aanzien van de kerken
een veel mildere regeling zal worden getroffen. Voorts wil ik my gaarne aansluiten bij de leden, die bij den Minister bepleit he'bben, dat de vele instanties die bij de schaderegeling betrokken zijn, vereenvoudigd zullen worden, in dien zin, dat er tal van instanties zullen worden ontbonden en onder een leiding van één of twee hoofden zullen worden gebracht.
De bureaucratie.
voert thans hierby wel heel erg hoogtij. De belanghebbenden worden gedurig van het kastje naar den muur gezonden. Zooveel formulieren hebben zy in té vullen, dat menigeen er den weg niet uit weet. Hy weet totaal niet waar hy aan toe is en als hij dan om inlichingen komt, gebeurt het nog menigmaal, dat hij van het eene bureau naar het andere wordt gezonden en hy den geheelen dag zoek brengt, om ten soltte 's avonds onverrichterzake' huiswaarts te keeren. Tevens zou ik die leden willen onderstetmen, die bepleit hebben, dat er een rechtvaardige regeling ontworpen zal worden ten aanzien
van de gronden,
die voor vliegveld in gebruik genomen of ook anderszins b.v. door het vormen van kreken en het grav€ nt van tankgrachten zijn verloren gegaan en dat de oogstvergoeding spoedig zal wor. den uitgekeerd, daar vele menschen met het oog op het aanstaande poten, planten en zaaien dringend contanten van noode hebben, ook al om den benoodigden kunstmest te kunnen koopen. Ook worde bevorderd, dat de bedryfsschade vergoed wordt en dat er ook ten aanzien van de pacht, waar schade : geleden werd, de behulpzame hand wordt geboden. De Regeering drage het hare er toe by, dat zooveel mogeUjk gratis gips, gras. en klaverzaad en zoo noodig ook kalk aan de gedupeerden verstrekt zullen worden. . De Regeering moge er naar staan om vooral by de schadevergoeding
zooveel mogelijk in hulp uutura
te verstrekken. De gedupeerden zyn alleen met geld niet te helpen. Hun schade is dan pas vergoed, ais hun huis, boerderij, bedryf, machinerieën, huisraad, kleeding en dekking en andere vermiste voorwerpen zyn teruggegeven.
Ten slotte wil ik-nog het geval-Walcheren
ter sprake brengen. Ik vergeet hierby niet andere gebieden \'an ons land, die ook zeer zwaar getroffen zijn, zooals, om er enkele met name te noemen, de Betuwe, de Bommeterwaard, het land Heusden en van Altena, Goeree en Flakkee en ik vergeet ook niet andere streken en steden, die ik. om niet te uitgebreid te worden, niet alle met name kan noemen. Ook van hui» bevolking kan zeer veel prijzenswaardigs gezegd worden. Ook de bewoners daarvan hebben er recht op, dat, indien dt> Regeering haar standpunt niet wijzigt, voor hen een aparte r«geling getroffen wordt. Doch dit geldt voor 'Walcheren toch wel heel in het byzonder, ook al, omdat men daar vermoedelijk in 'p. langen tyd niet kan oogsten. Om dan tot Walcheren terug te keeren. Met groote voldoening heb ik gisteren gehoord, dat de Minister voornemens is
omtrent Walcheren . een" aparte regeling
tot stand te brengen. Dit is niet alleen hoog noodig, maar ook rechtvaardig. Walcheren iieeft de inundatie aanvaard. De bevolking is daarover niet gaan morren, zy heeft de noodzaak er van gevoeld Zij was overtuigd, dat dë weg naar Antwerpen opengemaakt moest worden. Het eiland Walcheren bracht een of. f er ten bate van de bevrijding van geheel Nederland. Het is niet meer dan vaderlandsche plicht, dat dit offer gewaardeerd wordt. De Walchersche bevolking is rustig, hulpvaardig, trouw en arbeidzaam. Men heeft daar nooit geschroomd om de armen uit de mouwen te steken. Men heeft gaarne alle hens aan dek willen brengen om de dijken te dichten. Haar nyvere aard is alom bekend en is ook gebleken by de dichting der dyken. Deze bevolking heeft er recht op, gezien de verwoestingen en de vernietiging en gelet op haar gedrag by de landing en inundatie, dat daar, met Gods hulp, weder een redelijke bestaansmogelijkheid geboden wordt, te meer nog, waar dit niet alleen Walcheren, maar feitelijk geheel Zeeland raakt. West Zeeuwsch- Vlaanderen, Schouwen en Dul. veland zijn ook danig gehavend, In Zeeland zijn zooveel gebie. den zwaar getroffen, dat, indien hier niet afdoende geholpen wordt,
geheel de provincie Zeeland,
die toch al financieel niet sterk was, er blijvend onder zal lijden. Dit ^s voor my een reden Hs meer om de belangen van het eiland Walcheren . en van zyn bewoners in de bijzondere aandacht van den Minister aan te bevelen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 februari 1946
De Banier | 4 Pagina's