Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE PARTIJ VAN DEN ARBEID

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE PARTIJ VAN DEN ARBEID

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bovengenoemde partij biedt ons een bonte verzameling van vogels van diverse pluimage. Zij is uit verschillende partijen en geestesstroomingen geformeerd. Vroeger traden deze afzonderlijk op en bestreden elkander tot voor betrekkelijk korten tijd menigmaal fel en heftig. Thans zijn zij gezamenlijk in de Partij van den Arbeid vereenigd. Onder haar vaandel vindt gij nu 'hoofdzakelijk de vroeger soci^ldemocraien, voorts vrijzinnigdemocraten, voormalige leden van dt C.D.U., uitgetredenen uit de C.H.U., ettelijke R.K. en zoo genaamde politieke dakloozen.

Met het doel om een eenheid tot stand te brengen, is zij opgericht geworden.

Met die eenheid is het echter reeds van den beginne af hachelijk gesteld. Het is toch de rechte eenheid niet. Het is dit niet en kan dit ook niet zijn, tervirijl de grondslag der partij niet deugdelijk is. Haar fundament ligt w'ankel en daarom moet zij vroeger of later ineenstorten.

De partij heeft veel weg van den Volkenbond. Zij vertoont daarmede althans een merkwaardige overeenkomst.

Die bond was ook opgericht om eenheid te brengen en wel een eenheid onder ar de volkeren der aarde.

Nu ziet men verachtelijk op dien Bond neer. Zoo is het echter niet altijd geweest

Welke hooggespannen verwachtingen heeft men bij de oprichting er van niet gekoesterd! Hij zou de gewenschte samenwerking en eenheid onder de volken brengen. Hij zou bovendien een eeuwigen vrede bereiden en een tijdperk van ongekenden bloei en welvaart doen aanbreken.

Daar is echter van al die hooggestemde verwachtingen, van al die schoon klinkende beloften en van al die heerlijke profetiën niets terecht gekomen.

Zooals door den afgevaardigden der S.G.P. in de Tweede Kamer al lang voor zijn val voorzegd was, is het ook met hem vergaan. Als een tweede toren van Babel is hij ter aarde gevallen, niets dan verwarring en ellende achter latende.

Dit moest alzoo verloopen. Waarom? Het fundament van den Volkenbond deugde niet. Het eenige deugdelijke fundament, namelijk het geopenbaarde Woord van den levenden God, ontbrak er aan. Daarom moest zijn val komen en zijn val groot zijn. Ook dat fundament ontbreekt aan de Partij van den Arbeid. Daarom moet ook haar streven falen en is haar eenheid slechts bedrieglijke schijn. Zij moge nog al zulke grootsche beloften doen weerklinken, namelijk, dat zij eenheid zal brengen onder ons volk, vernieuv/mg en herstel zal bereiden en sociale gerechtigheid en nog al zoo veel zal bevorderen. Het moet ook met haar streven, evenals niet dat van den Volkenbond, uitemdelijk op teleurstelling en jammer uitloopen.

Dit staat wel onomstootelijk vast. Dit kan niet anders. Immers, hetgeen van den Hoogen God afvalt, moet jammerlijk vallen. Daar, waar men met God en Zijn Woord geen rekening houdt, kan toch de uitkomst niets dan teleurstelling en ellende brengen.

En dit is ook inderdaad met de Partij van den Arbeid alzoo gesteld, dat zij niet uit het eeuwig blijvend getuigenis Gods leeft en zich daarnaar niet richt.

Ook in een ander opzicht vertoont de Partij van den Arbeid overeenkomst met den Volkenbond.

Met dien bond trokken ook eertijds lieden op, die voorgaven rekening te willen houden met Gods geopenbaard Woord. Zij wilden daarin een zoutend zout zi'n. Zij belegden er bidstonden voor. Doch hun gebed is klaarblijkelijk niet verhoord. Al hun sireven en werken zijn met lamheid geslagen geworden. Dat was van te voren te voorzien. Hoe kon het anders? Heel de opzet van den Bond liep lijnrecht tegen Gods Woord in. Hoe kon er dan van een zoutend zout sprake zijn? Hoe kon men daarin zoo werkzaam zijn? Dat was onmogelijk. Ook bij de Partij van den Arbeid hebben er zich aangesloten, die eveneens bewezen, dat zij daarin zoutend zout beoogen te zijn. Maar hoe kan zulks ooit ter wereld mogelijk zijn?

De Partij van den Arbeid huldigt toch een beginsel dat in tlagranten strijd met Gods Woord is. Zij zet den gevallen mensch in het centrum van al haar streven. Zij verwacht alles van diens kunnen en willen, van diens gaven en krachten. Het is toch louter de mensch en nogmaals de mensch en altoos en immer de mensch, waar die partij het heil van verv/acht. Zij opent hare vergaderingen zonder gebed, zet ze voort zonder een hoofdstuk uit Gods Woord te lezen en sluit ze zonder dankzegging. Haar vlag is de roode; haar strijdlied de Internationale. Geen psalmvers klinkt in hare bijeenkomsten op. In één woord in die partij gaat het alles buiten God en Zijn Woord om. Hoe kan de Heere daar nu wonen, waar Zijn getuigenis niet in eere is? Hoe kan de zegen des Heeren daar gevonden v/orden, waar men den Schepper niet erkent maar het schepsel eert en men geheel tegen Zijn Woord in zich gedraagt? Hier is de vraag wel terdege op haar plaats: Wat gemeenschap heeft het licht met de duisternis? Hier is het Apostolische vermaan ten volle gewettigd, dat ons vermaant; Wordt deze wereld niet gelijkvormig?

Geen wonder, dat zich nu alreeds de scheuren in de muren van haar huis vertoonen. Deze vertoonden zich toch al zeer zichtbaar bij het Kamerdebat over haar vervoersproblemen, hetwelk gevoerd werd bij de behandeling van de bekende Regeeringsnota. Een lid van de Partij van den Arbeid, de heer van Braambeek, bereed daarbij zijn oud stokpaardje en drong er als een rechtgeaard S.D.A.P.-er krachtig op aan, dat de spoorwegen genationaliseerd zouden worden. Een ander lid van diezelfde partij, de voormalige vrijzinnig-democraat, de heer Schilthuis, betoogde al even krachtig juist het tegenovergestelde, waar h'j den Minister er ernstig voor waarschuwde, om toch vooral niet de spoorwegen op een onbillijke wijze boven de particuliere vervoersondernemingen te bevoorrechten. Daar stonden die twee leden van één en dezelfde partij tegenover elkander in het Iiarnas.

Kan een huis, dat tegen zich zelf verdeeld is, bestaan? Is dat nu de eenheid?

Hoe kan het deze partij anders vergaan dan de eenmaal zoo machtige Liberale partij? Ook deze scheen eenmaal in den lande een groote eenheid te vormen. Zelfs geen betrekking, post of ambt was er in rijk, provincie of gemeente of zij werd door hare mannen bezet. Doch wat is daarvan overgebleven? In welk een jammerlijke verdeeldheid is zij in den loop der tijden uiteengevallen?

Dit verwondere echter niemand. Ook haar ontbrak het deugdelijke fundament van Gods Woord. Ook zij leefde uit een revolutionnair beginsel. Ook zij had al hare verwachtingen op den gevallen mensch gesteld. Ook zij trok al haar wijsheid uit de ongeloofstheorieën. Daarom, met welke pretenties de Partij van den Arbeid ook moge optreden, kan zij evenmin als de Liberale partij van weleer het heil van ons volk brengen. Zij moet tenslotte als een zeepbel uiteenspatten. In haar midden eert men het beginsel der revolutie. Daarom is er geen plaats voor Gods Woord. Hoe kan zulk een partij nu de partij zijn van hen, die met Gods Woord en Wet, rekening houden?

Tegen de revolutie kan toch alleen het Evangelie haar kracht doen. Slechts dit kan het zoutende zout brengen ^ en daar juist STelt men zich, krachtens beginsel en practijk, in de Partij van den Arbeid tegen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 maart 1946

De Banier | 4 Pagina's

DE PARTIJ VAN DEN ARBEID

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 maart 1946

De Banier | 4 Pagina's