Stichtelijke overdenking.

EEN KRACHTIGE AANDRANG OM DE WERELD NIET LIEF TE HEBBEN

Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is; zoo iemand de wereld lief heeft, de liefde des Vaders is niet in Uem 1 Joh. 2 : 15.

Het tweede gedeelte van dezen tekst bevat een krachtige aan. drang om af te manen van de liefde der wereld. Met alle kracht en klem verklaart hier de apostel Johannes: „Zoo iemand Ie wereld liefheeft, de liefde des Va. der.'* is niet in hem." „Zoo iemand", wie hij ook moge wezen, en wat men ook voorge. ven maer. Wie hij ook zij, het zij laag van staat., of hoog met eer bekroond. „Wie hij ook zij, van wat staat of kwaliteit" dus: Aanzienlijken of geringen, rijken of armen, jong of oud; niemand dus uitgezonderd. De apostel trekt de conclusie, en maakt een onherroe. pelijk besluit. Eenerzijds sluit hij dus uit, maar ook anderzijds sluit hij in.

Hij spreekt van „de liefde des Vaders". Van de liefde van den Eersten 'Persoon in het Goddelijk .Wezen, die Vader genoemd wordt omdat Hij is van Zichz^elven, en bestaat door Zichzelven. Hij wordt „Vader" genoemd ook krachtens de eeuwige generatie des Zoons, omdatde Vader van eeuwigheid tot eeuwigheid het. zelfde Goddelijke wezen aan Zijn Zoon mededeelt. Herhaalde malen wordt Hij daarom ook ge. noemd: „de God en Vader van on. zen H_er Jezus Christus." Dat de Vader den Zoon liefheeft, alsook den H. Geest is bo. allen twijfel verheven. Jit ver. schillende teksten zoowel uit het Oude als het Nieuwe Testament, blijkt dat duidelijk.

Wanneer hier echter gesproken wordt over de liefde des Vaders, hebben wij in het bijzon, der te denken aan de liefde des Vaders, tegenover zijn uitverko. reneti, door Hem bewezen en ge. oefend in de eeuwigheid, in den tijd, en tot in alle eeuwigheid.

Die liefde des Vaders heeft ver. schillende eigenschappen. Zij is Souverein. Jacob heb Ik liefgehad, en Ezau heb Ik gehaat. Wij hebben God. liet omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Niets van het schepsel komt bij die liefde in aanmerking. In den mensch is er niets, er komt ook nooit iets wat God kan behagen, of waardoor de liefde des Vaders kan worden op. gewekt. Integendeel in Adam Zijn wij verdoemelijk en verwer. pelijk. Moed- en vrijwillig hieft de mensch zich van God losgescheurd. Zij hebben zoo lezen wij in Hosea 6 : 7, het verbond ver. broken gelijk Adam. Er moge krachtens algemeene genade een ' groot onderscheid zijn op de we. reld, wat betreft de openbaring van het Teven; maar.niet wat den grondslag van het leven aangaat; In Maleachi 1 i 2 Wordt de vraag gedaan: Was niet Ezau Jacobs broeder? spreekt de Heer. De verkiezing is Souverein, en de liefde is Souverein.

In Adams val zijn wij allen vij. anden van God geworden e: oiis hart is niet anders dan met vija; nids0hap vervuld. .Wij waren van natura, zegt de Apostel Paulus, ^ kinderen des foorns, gelijk ook alle de anderen. Doch vijanden worden met God verzoend, en goddeloozcn gerechtvaardigd. Christus is voor vijanden gestorven, en niet voor vrienden..Nooit en nimmer zal die Souvereine liefde des Vaders gepeild kunnen worden. Het is een eenzydige en vrijwillige liefde waarmede de Vader zijn Volk bemint. En hoe meer Godskennis en zelfkennis er moge komen in ons leven, hoe grooter die Souvereine liefde voor o.'.s zal worden, zij zal niet anders leiden dau tot vernedering, aanbidding en verwondering tot een hartelijk liefhebben. Een liefheb, ben van twee kanten, maar dat van één kant is gekomen. Bij dat kennen en omhelzen van de Sou. vereine liefde des Vaders, zal het hier aanvankelijk geleerd worden. Wat Ethan in Ps. 89 betuigde: „Door ü, door U om het eeuwige welbehagen." Die liefde is ook eeuwig." Er is aan de liefde des Vaders, geen begin, maar ook geen einde. Zij is van eeuwigheid tot in eeuwig­ heid. Ik heb u liefgehad met eereeuwige liefde. Jes. 31 : 3. En in Joh. 13 : 1 lezen wij: „Al. zoo Hij de Zijnen, die in de wereld waren, lief gehad had, zoo heeft Hij hen liefgehad tot den einde. De liefde is uit God, en God is eeuwig. In de eeuwigheid heeft God gedachten des vredes gehad. en niet des kwaads. In de eeuwigheid heeft Hij de Zijnen verkoren-in Christus, vóór de grondlegging der wereld, 't Is dus, een liefde, waarbij wij geheel en al buiten vallen met alles wat van ons is.

De Satan, de wereld, wij zelf kunnen die liefde niet verbreken. Zij kan ook nooit veranderen of verminderen. Efraim is een dier. bare zoon, en dat blijft hij. Jes. 31 : 19. AI worden wij ontrouw, God blijft getrouw.

(Wordt vervolgd)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen