Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ware geschiedenis van Willem Farel

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ware geschiedenis van Willem Farel

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

38

Farel begon zijn toespraak met deze woorden: „Ik ben overtuigd, dat ieder Christen miet beter te doen heeft dan de waariheid naarstig te onderzoeikien', die waarheid n.l., waarvan Ohristus gesproken heeft, toen Hij zeide: Ik ben de waarheid". Hij ging ivoort met allen, die zich herders en leeraren noemden, met allen ernst ander de aandacht te brengen, dat zij hun eigen geloof onderzoeken zouden en zien of zij het licht ven die waarheid bij zich dragen. „Laat het aan het licht gebracht worden en vergeleken met het Woord Gods. Hiertoe vermaan ik u, bid ik u ernstiglijk om onzen Zaligmaker Jezus Christus' wil, die ons plechtig bevolen heeft voor elkander zorg te dragen".

Toen Farel gesproken had, werd er een antwcord van de priesters verwacht, maar niemand kwam naar ivoren. Haus- Echiein rees stoutmoedig m€ it Farel op en daagde hen uit te voorschijn te komen, maa.r tevergeefs, allen zwegen. Zij, die het Evangelie in Bazel lief hadden, prezen en dankten God vooir deze samenkomst. „Farel is sterk genoeg', zeiden zij, „om de geheele Sorbonne alleen te vernietigen. Ons werd verteld, dat er veel goeds uit deze vergadering geboren werd. Farel stond sterk in de kracht des Heiligen Geestes. Het was •een eenvoudige boodschap: , , Het Woord Gods is genoeg", die hij te brengen had. Maar deze vijf woorden, geloofd en ernaar gehan-deld, zoudien niet alleen de Sorbonne vernietigd hebben, maar den grooten stapel van corrupte Christelijkheid.

XVII

Gezegend zqt g^, wanneer de

menschen u zullen haten, om Mijnentwil

In het voorjaar van het jiaar 1524 verliet Farel Bazel, om ZwingU en andere predikers van het Eivangelie in Duitschiand en Zwitserland te bezoeken. Hij was slechts voor een korten tijd afwezig, maar gedurende dien tijd, hebben zijn vijanden elke gelegieniheid aangegrepen om de stad tegen hem Op te zietten. Aan het hoofd van' deze vijanden sitond Erasmus.. Farels beschuldiging, waarin Erasmus Bileam genoemd werd, had zijn schuldige consciëntie geraakt. Farel had hem noch gezocht noch vermeden. Indien hij een van beide gedaan had^ dan zou Erasmus zich daarover verheugd hebben. „Het spijt me", zei Farel, „dat ik ooit esn woord verspild heb door m«!t hem te djsputeeren. Hij nioemt zichzelf een vriend van het Evangelie, maar ik heb nooit zulk een trotsch en onbesdhaamd mfensdi pn' een fittier als hij is, gezien. Ik heb zijn karakter zóó goed leeren verstaan, dat ik hem met waardig keur mijn vriend noch mijn vijand te zijn".

Erasmus beschouwde Farel in zooiverre waardig om zijn vijand te zijn, da^t hij erin slaagde het stadsbestuur ervan te overtuigen, dat gevaarlijke opstootjes zouden veroorzaakt worden, indien zij een ketter als Farel in de stad lieten blijven. De rsad had tot nu toe Farel niet alleen toegestaan om te prediken, maar zij hadden begeerd, dat hij zulks deed „voor de heerlijkheid "van Christus". Zij hadden hem zelfs een van de stadskerken afgestaan. Maar toen hij van zijn btzoek aan Zurich weer thuis kwam, vond hij de tijden veranderd. „De Zwndag was op komst', schrijft hij, „toen ik mijn vierde preeik moest doen. 's Zaterdags om tien uur kwam een openbare boodschapper mij arres'teeren; msiair daar ik «en goede consciëntie had, legde ik den weg naar het stadhuis

zoo snel af, dat de boodschaipper mij nauwelijks kon bijhouden. Ik moest zeer lang voor de deur wachten, maar tenslotte werd ik door een van de overhieidspersonen binnengeroepen. Daar hij mijn taaJ niet verstond noc5i zichzelf bij mij verstaanbaar kon maken (v€ le personen te Bazel spreken Duitsch) leidde hij mij naar de wachtkamer en daar waagde hij de poging mij in heit Latijn aan te spreken, zeggende: Wij hebben nu gezien wat uw Evangelie is. Maar daar ik wist, dat hij de bedoeling had cm het Evangelie te beschuldigen van scfneurmakerij, antwoordde ik hem: Het Eivangelie is niet dat wat u zich ervan voorstelt. Het onderwijst vrede, en sitiaat klaar om te geven, en het vraagt niets in rui] en het leert ons om deemoedig te lijd'^n om rhristi)< : ' w'l.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 april 1946

De Banier | 4 Pagina's

Ware geschiedenis van Willem Farel

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 april 1946

De Banier | 4 Pagina's