Zuivering van „De Banier"

Als wij oyer dit onderwerp schrijven, ligt het allerminst in onze bedoeling om ook maar een enkel woord over de zuiveringsprocedure van .J)e Banier" voor de Zuiveringscommissie zelve te schrijven.

Het is in Nederland een goede, prijzenswaardige gewoonte, daf, zoolang een zaak voor een rechts. college aanhangig is, daarover in de pers niet wordt geschreven. Wij respecteeren die gewoonte ten volle en sluiten ons daarbij gaarne aan.

Derhalve verwachte de lezer over de zuiverings-procedure van ons zelfs geen enkele letter. Wij zouden voorshands dan ook het zwijgen er aan toegedaan hebben, ware het niet, dat het dagblad „Trouw" een zoodanig verslag van de procedure van de zuivering van .J)e Banier" ten beste gegeven had. dat wij om der waarheid en om der gerechtigheid wille wel genoodzaakt zijn om daarover thans reeds te schrijven.

Dus geen syllabe over de procedure zelve; echter zien wij ons wel genoopt — en dit is ons goed recht — om over het verslag daarvan, zooals dat in het dagblad ..Trouw" van Zaterdag 29 Juni j.l. wereldkundig is gemaakt, nu al reeds het onze te zeggen.

Het dagblad ..Trouw" is haar traditie getrouw gebleven. Reeds eenmaal heeft Ds. Kersten en diens familie het in zijne kolommen moeten ontgelden; ook Za. terdag was dat weder het geval. Den eersten keer is Ds. Kersten het antwoord daar niet op schul. digl^ebleven. Hij heeft toen in een artikel het dagblad „Trouw" ten laste gelegd, dat het zich aan niets minder dan aan het ge. ven van een valsche getuigenis had schuldig gemaakt. Voorwaar, geen kleine beschuldiging! Het dagblad ..Trouw" heeft deze beschuldiging op zich laten zitten. Het heeft die beschuldiging tot op den dag van heden nog nim. mer met eenig woord weerlegd. Dat spreekt boekdeelen. Welk blad, dat zich christelijk noemt, mag en kan om der waarheid wille alleen reeds zoo iets op zich laten zittenl

Het is toch verre van christelijk, als men iemand aanvalt op de wijze als het blad „Trouw" ds. Kersten en zijn familie gedaan heeft, dat men dan als de aangevallene, in dit geval ds. Kersten, daarop antwoordt: „Gij beschuldigt mij valsch en lastert daarmede mij en mijne familie." gansch het zwijgen er aan toe doet. In zulk een geval gebiedt de christelijke plicht van tweeën een of dat men hetgeen bij zijn aanval beweerd heeft met feiten waar maakt of dat men den aangevallene in zijn eer en goeden naam herstelt.

Zulks had het blad ..Trouw" ook behooren te doen. Maar het deed noch het een noch het andere. Wat het wel deed, dat was zich terug trekken in het donkere hol van de stilzwijgende duisternis.

Gelijk het nachtgedierte zich terugtrekt in zijn duistere holen als het licht opgaat en de zon gaat schijnen, alzoo trok ook het dagblad ..Trouw" zich terug. Dat w'as noch christelijk , noch ridderlijk, noch fatsoenlijk.

Hetzelfde doef zich weer voor bij het verslag, dat „Trouw" over de procedure van „De Banier" heeft gegeven.

Daar wordt, alwat Ds. Kersten en zijn zoon in een ongunstig licht kan stellen, in een scherp zelfs hatelijk licht naar voren ge. bracht.

Doch wat tijdens de zitting ter verdediging is aangevoerd, daar. van maakt het verslag met geen enkel woord melding. Daarmede werd toch de zaak in een hoogst partijdi" daglicht gesteld. Hierin zijn de heidenen het blad .Trouw" zelfs nog tot be. schaming. Bij hen gold 't spreekwooid: ., Audi et alteram par. tem". Dit beteekent: hoo!^ ook de wederpartij.

Doch daarnaar zoekt gij te verseefs in dit verslag van het blad ..Trouw". De naam van den ad. vocaat Jlif, mr. Schorer werd er zelfs zorgvuldig in verzwegen. Van hetgeen deze ten aanzien van Ds. Kersten en diens zoon ter verdediging aanvoerde leest gij er geeii letter.

Als een gulzige snoek is het blad ., Trouw" op zijn aas afgeschoten. De gelegenheid om met Ds. Kersten en zijn zoon thans ook de S.GJ". in den pers»on van Ds. Zandt te treffen, wilde het zich tot geen enkelen prijs laten ontgaan.

Dat was nu eens eet recht kolfje naar de hand van den verslaggever van het dagblad ..Trouw". Xatuurüjk leest gij ook in het verslag geen woord over hetgeen Ds. Zandt tot zijne verdediging aanvoerde. Dat kon er ook al niet af.

Neen, onder den vetgedmkten kop ..Zuivering van „De Banier" en onder het daaronder geplaatste opschrift ..Zware eisch tegen Ds, Kersten en zijn zoon" werd den lezers nog eens met zoovele woorden onder de oogen gebracht, dat het hier de zaak van het Dagblad der Staatkundig Gereformeerde Partij „De Banier" gold en dat het Ds. Kersten, voor den oorlog lid van de Tweede Kamer, betrof. De A.R. poli. tiek kwam hierbij wel heel in het bijzonder om den hoek kijken. „

Als het de S.G.P. en diens ver. tegenwoordigers geldt. dan schijnt het dagblad „Trouw" geen christelijkheii geen ridderlijk, heid meer te kennen. Met het volste recht zeggen wij dan ook van het verslag dat het noch christelijk, 'noch ridderlijk, noch fatsoenlijk is en dat het zelfs beneden de maat der heidenen bleet, die nog immer het ..Audi et alteram partem" in eeni. ge zaak, bovenal in eenige procedure wenschten toegepast te zien.

Het gold ..De Banier", en de S.G.P. en daarmede is vee! ver. klaard. Onze lezers zullen zoo langzamerhand wel weten wat zij aan het dagblad „Trouw" zijne verslagen, ook zijne kamerverslagen hebben.

Het ligt in het verslag van het blad ..Trouw" er dik boven op. dat de politiek aan dit geval in het geheel niet vreemd is.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen