INGEZONDEN STUKKEN
Geachte redactie !
Ais A.K.man kom ik tot U met het vuigeüae. u& verslagen van ü.e - eaevoenngen van L»s z, anat en ir van iJis n& u iü met groote ixisiemming en DeiaugSieiiirig geiezen. ijaarin weia voor ae eere ooas, voor een onvoorwaardeiijKen terugkeer naa Goüs wet opgekomen. Dat is wat grooi-s! Niet aat IK meiiscnen verneerlijKen wii. Iniegendeel! Ik wensch den Heere alleen de eere te geven. Dit neemt met weg, aat üet i-ocn wai groots en heerlijks is. Het heett mij zeer verbiijü.
De redevoeringen van hen waren Loch zoo zuiver, zoo vol van, de oude Waarneid, aat ik ais A.K. politicus het niet kan nalaten dit hier openlijk neer'ie sclirijven. Als de A.K.F. met naar de oude Waarneid. naar de Wet en de Getuigenis, teruggaat, dan zal ik m hun gelederen niet langer kunnen blijven verkeeren. Het is indroevig, dat de groote oorlog hen nog niets geieeid heeft. Ook de C.H. niet, die met de A.R. denzelfden weg wandelen. Zij hopen er nog steeds op dat Rome weer met hen m bondgenootschap zal treden. Rome heeft hen echter de bons gegeven. Rome heeft hen niet meer noodig. Vroeger was het op de A.R. kiesvereeniging altijd; We moeten met Rome samenwerken, want zij bestrijdt ook het socialisme. Maar wij kunnen dit zien, waar hst nu hand aan hand met de socialisten optrekt, Rome kan alle kanten uit. De voormannen der S.G.P., Ds. Kersten en Ds. Zandt, werden altijd belachelijk en bespottelijk voorgesteld, maar ze mogen zich verheugen, dat ze om Christus' wil versmaad worden.
Zeer zware tijden staan ons te wachten. Ongeloof en bijgeloof steken het hoofd hoog omhoog. En wat niet minder erg is: Onder des Heeren volk heerscht veel dor-en doodigheid.
Doch - dit zij ons tot troost - "dat wat naar het Woiord van God is, zal niet ten onder gaan. De beg'nselen der S.G.P, zijn naar het eeuwig blijvende getuigenis Gods. Daarom zullen deze ook niet kunnen inzinken. Dat er veel gebeds gevonden mocht worden' voor de afgevaardigden der S.G.P. die vooral in de Tweede Kamer op zulke zware posten staan. Een krachtig gebed des rechtvaardigen vermag toch veel. Zoo God voor ons is, wie zal tegen ons zijn; de Heere kan #iet boven bidden en denken in alles wel maken. Gewis daar is een God die leeft en op dezen aard vonnis geeft. Donker, o zoo donker is het op deze wereld. De gerichten Gods gaan meer en meer over de aarde. Het loopt straks ten einde. Dat wij olie in onze lampen mogen hebben. En dat wij indien zulks het geval is, ons licht onder de menschen mogen laten schijnen!
Wij zijn dH toch tegen onze medcmenschen, jegens wien wij met het g~ontste medelijden behooren vervu IJ te zijn, ten duurste verplicht.
Dankende voor de plaatsruimte. Uw dw. dn.,
L. BOERSMA,
gewezen gemeenteraadslid.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 16 januari 1947
De Banier | 8 Pagina's