Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Indische Aangelegenheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Indische Aangelegenheid

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er is ter dezer zake een belangrijk besluit genomen-. Een besluit, dat echter verwacht kon worden. Minister Jonkman had namelijk bij het debat in de Eerste Kamer verklaard, dat het allicht beter geweest ware, dat de ontwerpovereenkomst van Linggadjati direct maar in zijn oorspronkelijken vorm onderteekend was geworden. Toen aireede waren wij er van overtuigd, dat zulk een onderteekening wel niet al te lang meer op zich zou laten wachten. En inderdaad heeft ons vermoeden ons in het gelijk gesteld. De Regeering toch heeft de Commissie-Generaal toestemming verleend om de overeenkomst in zijn oorspronkelijken vorm te onderteekenen. Dat beteekent een nieuwe capitulatie onzer regeering voor Soekarno en de zijnen. Dat is een blamage te meer voor ons. Eene nieuwe vernedering bij al de vernederingen welke Soekarno Nederland reeds aangedaan heeft. Inzonderheid ook een blamage voor Prof. Romme. Deze toch heeft in de Kamer over het oorspronkelijke Linggadjati als over een phantoom — een afschuwelijk spookbeeld •— gesproken. Om dat spookbeeld uit den weg te ruim? n, dienden de nadere verklaring van de regeering en de nadere uitlegging van Prof. Romme benevens de Motie Romme-v. der Goes Naters. Soekarno heeft niets van die nadere verklaring en uitlegging willen weten. Prof. Romme blijft niet anders over dan 't schrikkelijk spookbeeld te aanvaarden. Dat zal hij nood gedwongen dan stjfaks ook wel doen. Zoo moet deze professor 't» dan met een afschuwelijk spookbeeld stellen.

In een vorig artikel schreven wij, dat Soekarno met zijn weigering om de gecommentarieerde ontwerp-dvereenkomst te onderteekenen de regeering de pin op den neus gezet had. Dat is inderdaad geen woord te veel gezegd peweest.

De Regeerinq toch had bij het debat In de Tweede Kamer verklaard, dat d» 17 artikelen van Linggadjati onafscheidelijk met hare nadere uitlegging verbonden waren. De overeenkomst vormde met de nadere uitlegging, wele de Regeering er aan verbonden a< d, een onverbrekelijke eenheid. aar ziet, na eenige weken is door e halsstarrigheid van Soekarno deze enheid al verbroken.

De republiek van Soekarno erkent, dat de Ncderlandsche regeering aan ha'^e nadere verklaring gebonden is, maar zelf acht zij zich daar niet aan gebonden. Dit kan in de toekomst nog een ron van diepgaande verschillen en hooggaande ruzie's worden.

an stonde af is onzerzijds op het ongewenschte en onhoudbare van zulk en toestand gewezen. Ds. Zandt deed dit in zijn Kamerrede, welke hij destijds hield. ;

och de regeering sloeg daar geen cht op. Evenmin als zij dit deed op e bezwaren welke van andere zijde egen zulk een staat van zaken werden ngebracht.

aai heeft zij nu de gevolgen van te ragen.

u echter is de regeering voor de bewaren, welke Soekarno en Sjahrir teen de regeeringsuitlegging hebben inebracht, opzij gegaan. at een toestand!

p het oogenblik 'is er niets overgeleven dan de 17 artikelen en de binende geheime notulen.

eze zullen nu door de onderteekening an Regeeringswege bindende kracht v'erkrijgen.

n het is zeer te vreezen, dat Soekarno zijn zin zal doordrijven en dat de 17 artikelen straks uitgelegd zullen worden in den zin, dien hij met de zijnen er aan geeft.

Heel deze gang van zaken was na het absoluut verkeerde begin der Regeering te verwachten.

In ons land straft de Regeering de collaborateurs. In Indië gaat zij er mee onderhandelen en plaatst hen in het gestoelte der eere. Daar erkent zij de revolutie. Deze dingen moesten haar steeds verder in het moeras doen verzinken en moesten de grootst mogelijke verwarring teweeg brengen.

Het is toch een vergaande verwarde toestand geworden.

Het lid van de Commissie-Generaal, de heer, de Boer, heeft als lid van die Commissie bedankt.

De regeering bevindt zich ten gevolge van haar eigen gedragswijze thans wel in een uiterst moeilijk parket.

Allerlei geruchten doen bovendien op dit oogenblik de ronde; bijvoorbeeld dit gerucht, dat minister Jonkman als minister van Overzeesche Gebieden zal aftreden en als zoodanig opgevolgd zal worden door Prof. Romme. Men zal echter ^ hoewel thans alles mogelijk geworden is, — goed doen aan dit en dergelijke geruchten niet al te veel geloof te hechten.

De Regeering heeft Vrijdag 21 Maart eene verklaring in de Tweede Kamer afgelegd. Deze verklaring kunnen wij onmogelijk met het oog op de plaatsruimte in De Banier weergeven. In die verklaring volstond de regeering met het verloop der onderhandelingen met de Indonesische regecring weer te geven en de overwegingen uiteen te zetten, welke de regeering er toe geleid hebben om de Commissie-Generaal te machtigen om de oorspronkelijke overeenkomst van Linggadjati te onderteekenen. Uit die verklaring blijkt, dat de regeering daarom hoofdzakelijk hare toestemming tot onderteekening van de overeenkomst had gegeven, omdat de Commissie-Generaal haar had medegedeeld, dat deze meende te mogen veronderstellen, dat beide delegaties eenstemmig van oordeel zouden blijken te zijn, dat een groot aantal nijpende problemen van de Indonesische volkshuishouding zóó dringend om snelle oplossing vragen, dat deze besprekingen niet in nieuwe langdurige onderhandelingen, doch zoo spoedig mogelijk in in een onderteekening moesten uitloopen.

Tenslotte heeft de regeering een tiental redenen aangegeven, waarom zij aldus gehandeld heeft.

Trots de regeeringsverklaring staat wel vast, dat de overeenkomst w^elke thans geteekend zal worden, in strijd is met den inhoud van de motie-Rommevan der Goes van Naters, waaraan de regeering in December 1946 haar sanctie verleend heeft.

Zoo doende heeft de Regeering haar eenmaal ingenomen standpunt verlaten en een aanmerkelijke wijziging in haar politiek beleid gebracht. De regeering heeft dit gedaan in strijd met hare nog kort geleden in de Eerste Kamer afgelegde belofte, waarbij zij de toezegging deed, dat zij geen aanmerkelijke wijziging zou aanbrengen zonder daarin de Tweede Kamer te kennen. Die belofte heeft zij niet gehouden.

Dinsdag 25 Maart zal nu het debat in de Tweede Kamer plaats vinden. De heer Schouten stelde eene motie voor om het debat direct na de verklaring van den minister over de regeeringsverklaring te beginnen. Dit voorstel van den heer Schouten was wel wat vreemds. Steeds toch, en dat te recht, had hij op eene deugdelijke voorbereiding bij de debatten ter zake Indië aangedrongen. Zelfs in December eene schriftelijke voorbereiding gevraagd en immer tegen overhaasting gewaarschuwd. Geheel in strijd met zijn tot dusverre gevolgde gedragswijze, drong hij ineens op een geweldigen spoed aan. Die spoed kon in dit geval niet betracht worden. Het behoorde todi tot de onmogelijkheden, dat de Kamerleden de regeeringsverklaring, die lang was, na de voorlezing daarvan in ziel op konden nemen. Zij behoorden dif verklaring op schrift voor zich te heb' ben om haar naar behooren te kunnen beoordeelen. Het debat, zooals de heei Schouten dat direct na de voorlezinj van de Regeeringsverklaring wilde, moest op een fiasco uitloopen. Dif overhaasting had geen gegronde red( De onderteekening zou daardoor geen geval uit-of afgesteld worden De regeering verklaarde toch, dat di onderteekening in elk geval zou plaat hebben. Zij had stellig met de leideii van de haar steunende Kamerfractie een onderhoud gehad en van dezen di toezegging gekregen, dat hare fractie de voorgestelde onderteekening goe( zouden keuren. Daarom had zulk eei overhaasting volstrekt geen zin. Zi zou alleen ten gevolge gehad hebben dat er een gansch onvoorbereide spreking zou plaats gehad hebben. Vrijwel heel de Kamer stond dan ook afwijzend tegenover de motie-Schouten. Slechts de A.R.-fractie met een liberaal en een Christelijk-Historisck bracht hare stem er voor uit. Het voorstel van den voorzitter om de debatten op 25 Maart a.s. te houden, werd ten slotte zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

Tenslotte deelen wij mede, dat de kwestie van de Martin Behrmann thans opgelost is.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 1947

De Banier | 8 Pagina's

De Indische Aangelegenheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 27 maart 1947

De Banier | 8 Pagina's