Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De bevreesde discipelen door Chistus vertroost

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De bevreesde discipelen door Chistus vertroost

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijt goedsmoeds, Ik ben het, vreest niet Matlh. 14 : 27b.

Deze woorden sprak Jezus tot Zijn üscipelen die zich op Jezus' bevel in jen scheepje op zee bevonden. Mag aanvankelijk hun afvaren voorpoeddg geweest zijn, al spoedig, tegen de avond, verhieven zich de rinden en werd het scheepje door golven en baren bedreigd. Door ie heftige winden werd het naar all-, [anten geslingerd. Voorwaar geen onder, dat de opvarenden ook inivendig geslingerd en op en neer geivorpen werden,

Het was bij hen van buiteö strijd en fan binnen vrees.

Zulke toestanden leert Gods volk )ok kennen in het scheepje van Je-; us' kerk, wanneer dit zich bevindt de golven en baren van de weeldzee, Hoe menigmaal kunnen de tormwinden van buiten loeien en Ie golven en baren zich verheffen, vaardoor zij geschud en geslingerd vorden. Zij gaan zich dan afvragen: , Wat zal er nog van mij en van het cheepje terecht komen? ",

Bijzonder wanneer wij blikken in inze dagen. O, wat een diep verval n wat een afval openbaart zich in leze wereldzee. Stormwinden van 'alse leer steken op en de golven en mren verheffen zich tegen Gods 'olk en Kerk. Het zijn waarlijk ban-[e dagen, die wij doorieven, nu wij Ie wind tegen hebben van alle zijien!

VLaar één voorrecht: , , Jezus, Die eeft en wandelt op de baren en gol-. ren". De discipelen aanschouwen iem met een gebroken oog en denlen, dat het een spooksel is, doch üj treedt naderbij en openbaart lich voor hun ogen. Hij roept hen ioe Zijt goedsmoeds. Ik ben het. freest niet.

O wat zijn het minzame en liefelijle woorden, die uit Zijn gezegende nond vloeien en waarmede Hij Zich tpenbaart. Hij spreekt hen, - die van tichzelven moedeloos waren, moed Dit gesproken woord doet alle noedeloze gedachten wijken. „Ik len het", zo horen wij Hem nader ietuigen, waarmede Hij Zich als de Setnouwe Herder openbaart. Die lijn schaapjes niet zal laten omkclen, maar steeds een wakend oog lp hen houdt, waardoor zij dan weer loop en moed ontvangen. „Vreest let" laat Hij er op volgen, waarmee Hij hen alle slaafse vrees ont eemt en hen kloekmoedig maakt.

O wat werken die woorden uiit op strus. Hij ontziet storm noch baen, hij wil bij Jezus zijn. Jezus laat lem toe bij Zich te komen en zo-^g zijn oog op Jezus gericht mag ')n, wandelt hij ook op het water, war blikt hij op de golven en baren, ^ gaat hij zinken en gevoelt geen grond te hebben onder zijn voeten. Jezus moet hem weer te hulp komen en zo gaat het nog menigmaal met godvruchtigen hier op aarde, De apostel Paulus wijst er de gelovigen dan ook op in hun verdrukking, Hebr. 12 : 2.

O, wat een voorrecht, mochten wij ook maar meer in onze dagen ons oog op Jezus richten. Met Hem kunnen wij alles trotseren en in de bange tijden manmoedig ons levensreisje voortzetten. Met de dichter Lodesteyn kimnen wij dan wel getuigen:

Met U leef ik, met U zweef ik, Jezus door het goed en kwaad; Met U sterf ik, met U erf ik, ^X'^at bij U te wachten staat.

Wanneer wij thans in onze droevige dagen een blik werpen op land en volk, dan mag de vraag wel in ons hart opkomen: „Wat zal er nog van worden? ", terwijl van overheid tot onderdaan de zonden niet worden afgebroken, maar vermenigvuldigd, Onze dagen mogen wel worden vergeleken met de dagen voor de zondvloed. Eten, drinken en vrolijk zijn is de leus van de dag en dat onder al de Godsgerichten, die ons getroffen hebben ten tijde van oorlog en verwarring, waarvoor wij ook thans nog bloot staan.

Wanneer wij thans onze blik ook werpen op Gods kerk, dan ma(g de vraag wel in ons opkomen: „Ach, waar mag die genade des ouden tijds toch wezen? "

Het innige zielsleven is ontredderd en het gebedsleven gaat wijken. Waar zijn de binnenkameren, die voorheen werden bezocht? Waar en bij wie vindt men nog dat tedere zielsleven en die Godservaring? Alles is duisternis, donkerheid het ligt al verspreid. Zo mogen wij ook thans wel met de godzalige Ledeboer getuigen: „Maar onder dat al is Jezu< j nog Dezelfde, Die Zijn volk en gunstgenoten niet zal begeven of verlaten" Al mogen dan ook de stormen loeien en de golven en baren van deze wereldzee zich tegen dat scheepje verheffen. Hij houdt Zijn wakend oog op hen en zal wel zorgen, dat er geen schaapje van Zijn stal zal verloren gaan. Vrijgekocht '^°°''^ ^ij" bloed,

O. mochten wij onze blik maar op Hem werpen, dan zal het bij ons ook zijn: „Hoofd omhoog, het hart naar boven. Hier beneden is het niet".

De golven en baren zullen ons niet deren, als ons oog maar steeds is geslagen op Hem, van Wie David eens getuigde in Psalm 23: , , De Heere is mijn Herder", En zal er dan een schaapje verloren gaan? O neen. Hij zal hen allen eenmaal brengen in die heerlijke hemelstal. Alwaar zij dan altijd bij Hem zullen wezen, zonder te scheiden meer. Alwaar geen stormwinden meer zullen loeien, é^^n golven meer zullen slaan, maar een eeuwige vrieugde zal worden genoten.

Heere ons maar v? 6el met ons zieleleven mocht opwekken naar boven en ons oog op Hem gevestigd mocht zijn, dat zij ook onze wens en bede. Wij mógen dan met dezulken wel zingen van Psalm 4'ó het tweede vers:

Laat vrij het schuimend zeenat bruisen; D'ontroerde waat'ren hevig ruisen; De golven mogen door haar woên, Het berggevaarte daav'ren doen: De stad, het heiligdom, de woning. Van God, de allerhoogste Koning, Wordt in haar muren, t' allen tijd, Door beekjes der rivier verblijd.

K.a.d.R.

Ds. B. V. N.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 1947

De Banier | 8 Pagina's

De bevreesde discipelen door Chistus vertroost

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 juni 1947

De Banier | 8 Pagina's