De Indische Aangelegenheid
Daar is deze week een hoogst merkwaardig ingezonden stuk van de hand van de oud-minister en tegenwoordige burgemeester van Rotterdam, de heer Oud, in het Algemeen Handelsblad verschenen, Daarin beklaagde de heer Oud zich er over, dat het verzoek, hetwelk uit naam van de Partij van de Arbeid aan beide Regeringen, zowel de Nederlandse als de Republikeinse, gericht was, 'n zekere steun aan de Republikeinen bood. Hij keurde zulks terecht scherp af. Och, was dat de enige keer geweest, dat zulk een steun aan de Republiek was aangeboden!
Dit is helaas doorlopend geschied. Telkens en telkens toch weer, zolang de onderhandelingen tussen de Nederlandse Regering en die van de Indische Republiek gevoerd worden, sterkte de Partij van de Arbeid de laatste in haar verzet. Daarilcor werd zij aangemoedigd om baat eisen aan de Nederlandse Regering op te leggen. Had zij en hadden al degenen, die zich zogenaamd als progressieven bij ons aandienen, anders gehandeld, de Indische aangelegenheid had veel eerder tot een goede oplossing kunnen gebracnl zijn.
)ok hebben al het toegeven en ge-; tadig maar weer onderhandelen )nzer Regering — hetgeen nu al )ijna twee jaren achtereen duurt — Ie positie der Regering van Soekar-10 zeer versterkt. In stede nu dat > r eerst orde en veiligheid van wege e Regering in Indië gebracht is geivorden, in stede van dat duizenden 3ns land welgezinde Nederlandera,
ndiërs en andere Inheemsen eerst jjt de gevangenissen en kampen zijn irerlost geworden, is onze Regering faan onderhandelen met personen, lie gedurende heel de oorlog met Jg Japanners gecollaboreerd en len met alle mogelijke middelen ter jijde hebben gestaan. Dat had nimner mogen geschieden. Met zulke ; ollaborateurs en landverraders had de Regering niet moeten willen onderhandelen. In weerwil van de verklaring van de oud-minister prof. Logemann dat - zulk een onderhandeling onwaardig en onvruchtbaar was, hebben de vorige en tegenwoordige Regeringen dit helaas toch gedaan. Dit nu wreekt zich hoe langer hoe meer. Men is daarmede tot op de dag van heden feitelijk geen stap vooruitgekomen. Weliswaar is de overeenkomst van Linggadjati tot stand gekomen. Maar nu — gelijk ds. Zandt in de Tweede Kamer destijds terecht opmerkte — beginnen de moeilijkheden eerst pas recht. Dit komt telkens duidelijker aan de dag. Dit is wel in het bijzonder in de laatste tijd openbaar geworden. Onze Regering heeft bij die van de Indische Republiek er nog eens weer met bijzondere aandrang op aangedrongen, dat deze
haar voorstellen van 27 Mei zou aanvaarden. Sjahrir had daarop 'fn een radio-rede aan de Nederlandse Redering enige concessies gedaan, Hij had dat op eigen verantwoordelijkheid te Batavia gedaan. Dit was echter de linkse partijen allerminst naar de zin. Zij kwamen daartegen in verzet. Het gevolg daarvan is geweest, dat Sjahrir zijn ontslag heeft aangeboden. Soekarno heeft dit aanvaard. Hij heeft de teugels van het bewind nu zelf weer geheel en al in zijn handen genomen. Bij de gang van zaken valt een nederlaag van de heer Vorrink op te merken.
Een brief toch van de Partij van de Arbeid door de heer Vorrink ondertekend en door het Tweede Kamerlid Goedhart aan de Republikeinse partijen overhandigd, heeft generlei uitwerking ten gunste van de oplossing van het conflict gehad.
Het blijkt, dat, zoals te verwia: chten was, de communistische invloed in Indië versterkt is geworden. Dit is een van de nadelige gevolgen van al het treuzelen en de grote besluiteloosheid onzer Regering, Het woord is thans aan Soekarno. De Luitenant - Gouverneur - Generaal, Dr van Mook, heeft volgens een nader bericht aan de Indische Regering te Djokja getelegrafeerd, dat er niettegenstaande de ontstane crisis, onverwijld een definitief antwoord op de aide memoire onzer Regering verwacht wordt. Dit antwoord is gekomen, Soekarno heeft het gegeven. Voor zover vwj op dit ogenblik kunnen nagaan — volgens Antara zouden er nog wijzigingen in worden aangebracht — is het niet bevredigend. Het moet op essentiële punten aan de door Nederland en ook aan de door de Malino-gebieden gestelde eisen niet tegemoet komen. Het moet bepaaldelijk afwijzend staan op het stuk van de positie van de vertegenwoordiger van de Kroon, de interim-Regering en de gendarmerie, Uoch als reeds even te voren opge-m-erkt is, volkomen zekerheid, dat zulks het geval is, bezitten wij op dit moment niet. Hoe het verdere verloop van deze zo belanjgrijke aangelegenheid zal zijn, weten wij al evenmin. Wel verluidt het in de pers, dat onze Regering thans een vast beraden houding heeft aangenomen en dat zij zich voorbereid heeft op het nemen van alle maatregelen, die door een eventueel onbevredigend antwoord van de Republiek geboden zouden kunnen zijn. Hierbij — althans zo verluidt het in een zeker deel van onze pers - —• moet zij op de steun van de Katholieke Volkspartij en de Partij van de Arbeid kunnen rekenen. Dat zij ook OD de steun van de Partij van de Arbeid kan rekenen moet daaraan te danken zijn, dat de brief van haar partijvoorzitter geen resultaat heeft opgeleverd. Of deze persberichten echter op goede gronden rusten en een der waarheid getrouw beeld bieden, kunnen < wi\ vanzelf niet beoordelen. Het feit alleen, dat zulke beweringen in omlooo zijn, geeft echter wel te denken. Zij hebben te meer waarde, daar vrij algemeen wordt aangenomen, dat er op het ogenblik een grote overeenstemming in 't kabinet heerst en dat ook de haar steunende Regeringspartijen het onderling eens zijn. Anderzijds hebben al die geruchten een zeer betrekkelijke waarde. Zij kunnen op 't moment waarop zij gepubliceerd worden, geheel juist zijn maar op een volgend uur kan er zich iets voordoen, waardoor er een geheel gewijzigde toestand ontstaat. Mogelijk dat wij in de week, dat deze Banier verschijnt iets meer weten. Daar is wel alle reden voor om dat aan te nemen. Maar in deze bestaat er al evenmin zekerheid als in tal van andere gevallen. Zo is het ook nog niet zeker of de aangevraagde en reeds toegestane interpellatie van de communist, de heer de Groot, spoedig zal gehouden worden en evenmin zeker of de Regering spoedig in de Tweede Kamer een dusgenaamde Regeringsverklaring zal afleggen. Wij hebben al zo menigmaal ons artikel moeten afsluiten met de woorden: wachten blijft de boodschap. Wij zullen het ditmaal weder zo en niet anders moeten doen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 3 juli 1947
De Banier | 8 Pagina's