Buitenlands Overzicht
, , Waar is de wijze" — zo stelt de apostel in de eerste zendbrief aan die van Corinthe de vraag. Ja, waar is de v«jze? Wat wijsheid kunnen zij hebben, die Gods Woord verwerpen? Aan hen zal vervuld worden, hetgeen er beschreven staat; „Ik zal de wijsheid der wijzen doen vergaan en h^t verstand der verstandigen zal ik te niei maken",
Hoe zeer worden in onze dagen de bovenstaande woorden uit de Heilige Schriftuur bewaarheid. Het ontbreekt in onze tijd niet aan bekwame en geleerde mannen. Ook zijn er nog wel staatslieden aan te wijzen, die boven de middelmaat uitsteken. Verbazingwekkende dingen worden er door de technici tot stand gebracht.
En toch, in weerwil van dat alles, welk een bittere ellende en grootscheepse verwarring valt er op het wereldrond heden ten dage waar te nemen. Met welk een wrok en wrevel zijn het aardrijk en zijn bewoners vervuld! Algemeen is men het ovsr eens, dat deze tot zulk een schrikbarende hoogte geklommen zijn, dat het uitbreken van een derde wereldoorlog volstrekt niet tot de onmogelijkheden behoort.
Elke week levert opnieuw het bewijs, dat de wijsheid der wijzen en het verstand der verstandigen te niet gemaakt wordt. Er wordt toch bijna geen enkele zitting van de Organisatie der Verenigde Naties gehouden, of daar wordt een hevige kibbelpartij gehouden, waarbij degenen, die er aan deelnemen, elkander meermalen met de venijnigste woorden in de haren vliegen.
Zo was het ter gelegenheid van de behandeling der Indische kwestie, zo is het ook weder bij de bespreking van de Egyptische aangelegenheid in de Veiligheidsraad geweest. Ook toen weder vertoonden de daarbij gevoerde debatten een heftig karakter. Scherp ging men elkander te lijf. Door Brazilië was een voorstel ingediend, waarin een beroep op beide partijen gedaan werd om de onderhandelingen te hervatten. Verscheidene sprekers voerden bij dat voorstel het woord. De Franse afgevaardigde, die het voorstel ondersteunde, trok daarbij geducht van leer. Volgens hem had Egypte de geldigheid van het in 1936 tussen Engeland en Egypte gesloten verdrag nimmer erkend. De Engelsen beweren, dat Egypte dat wel gedaan heeft. De Fransman merkte dienaangaande weinig vriendelijk op; „Wij hebben dergelijke argumenten reeds eerder gehoord. Aan iedere aantal van Hitler ging een verklaring vooraf, dat het verdrag met het voorbestemde slachtoffer waardeloos was en niet meer aan zijn doel beantwoordde". De Rus Gromyko vergeleek Egypte met de republiek Indjesië. Volgens hem had de Raad in de Indonesische kwestie niet voloende moed betoond om er nota an te nemen, dat er oorlog was en dat hier de belangen van het volk erdedigd moesten worden. De Egyptische belangen werden door het Braziliaanse voorstel niet voldoende beschermd. De Egyptische vertegenwoordiger keerde zich fel tegen Engeland, Hij verklaarde, dal tussen Engeland en Egypte geen hervatting van vriendschappelijke betrekkingen mogelijk was, zo lang het verdrag van 1936 als geldig werd beschouwd. Het is, volgens hem, Engeland, dat de vrede bedreigt.
Over het Braziliaans voorstel werd ten slotte gestemd. De uitslag daarvan was, dat het verworpen werd. Deze uitslag had ten gevolge, dat de Raad beide partijen niet zal uitnodigen om zelf een regeling te zoeken. Een nieuw Columbiaans voorstel, dat werd ingediend, doet een beroep op Engeland en Egypte om zo spo? dig mogelijk het Egyptische grondgebied te ontruimen^ een wederzijds defensief verdrag voor het Suezkanaal te bevorderen en autonomie voor de Soedan te erkennen. Over dit voorstel zal nu nader beraadslaagd moeten worden. Egypte heeft zich er al vast tegen verklaard.
Hoe weinig de Organisatie der Verenigde Naties de vrede dient, kwam niet alleen in het heftig gevoerde debat uit, maar ook in hetgeen daarbij voorgevallen is. Meer dan dertig Egyptische mannen en vrouwen trachtten onder het geroep van „weg met het imperialisme" het vergaderingsgebouw van de Veiligheidsraad binnen te dringen. De bewakers wisten dit echter te verhinderen. Wat een Arabier niet belette om op het dak te klimmen en luidkeels te roepen; „Hitler is dood, doch thans zij.i er millioenen andere Hitlers, , , , de Engelsen", Reeds tevoren waren een paar Egyptenaren met gebruikmaking van geweld uit de zittingzaal verwijderd moeten worden. Hierbij komt nog, dat er in de vroege morgen van 28 Augustus voor het Braziliaans gezantschapsgebouw te Caïro vier kleine bommen gelegd en ontploft zijn, waardoor de portier van dat gebouw verwond is geworden.
Hier is ons dan weder een proeve geboden, op welk een wijze de Organisatie der Verenigde Naties de vrede bevordert en hoe het verstand der verstandigen en de wijsheid der wijzen zijn te niet gedaan.
Mede door zulke zittingen van de Veiligheidsraad worden we aan de rand van de oorlog gebracht. Ten bewijze daarvan kan strekken, dat verscheidene Egyptische bladen mede delen, dat de in Egypte wonende Engelsen instructie gekregen hebben om op iedere gebeurtenis voorbereid te zijn. Officiële Britse kringen bevestigen bovendien, dat een doelmat(ige bescherming van Engelsen en hun Egyptisch bezit overwogen wordt. Het moet zelfs 'a: l zo ver gekomen zijn, dat de Britse kampen in de kanaalzone door mijnenvelden omgeven zijn. Welk een wrevel en wrok heersen er toch! Hoe dreigt het oorlogsgevaar van alle kanten. En dit geldt niet alleen ten aanzien van Egypte, maar evenzeer met betrekking tot Griekenland. Ook aldaar ligt de brandstof voor een nieuwe oorlog hoog opgestapeld. De Engelse regering heeft te kennen gegeven, dat zij voornemens is, haar troepen binnen korte tijd uit Griekenland terug te trekken . Een tijding, welke in Amerika nogal opschudding, afkeuring en verontwaardiging heeft opgewekt. De Amerikanen daarentegen zullen in Griekenland blijven. Zij zullen het blijven steunen. Zelfs al kan dit zeer wel mogelijk een oorlog met Sovjet-Rusland ten gevolge hebben. Zij kunnen ook moeilijk an ders. Onttrekken zij hun steun aaa Griekenland, dan kan men verwach. ten, dat dit land met hulp van Sovjet-Rusland en allerlei communisUsche benden vrij spoedig onder een communistisch bewind zal staan. Het gevolg daarvan zou zijn, dat ook Turkije zijn zelfstandigheid niet zal kunnen bewaren en eveneens onder communistische invloed gebracht zal zijn en dat de bal, welke eenmaal aan het rollen gebracht is, steeds verder zal gaan rollen. Zijn Griekenland en Turkije eenmaal onder de machtssfeer van Sovjet-Rusland, dan zijn het de poorten voor de Middelland.!/} zee ontsloten. Het laatstgenoemde land zal dan spoedig heer en meester op heel de Middellandse Zee zijn. Ook Italië zal dan zijn onafhankelijkheid niet kunnen bewaren. Ook üi dat land zal men zich dan weldra yeheel naar de wensen van Sovjet-Rusland te schikken hebben. Dit alles begrijpt men in Amerika zeer wel, Vandaar dan ook is het heel ge. makkelijk te verklaren, dat men in Amerika er volstrekt niet over tevreden is, dat Engeland zijn troepen uit Griekenland terug zal gaan trekken. Doch de Engelse regering kan moeilijk anders handelen. De linkse groep in de Labour-partij heeft het hoofd weder danig opgestoken. Die groep staat er beslist op, dat de troepen uit Griekenland teruggenomen zullen worden. Bovendien is er nog een andere, niet minder gewichtige reden, waarom de Engelse regering daartoe wel moest besluiten. En die is van finantiële aard, Engelands linantiële toestand maakt dit dringend nodig. De positie van het eenmaal zo machtige en rijke Albion is door de twee laatste wereldoorlogen wel danig verzwakt. De finantiële nood is er hoog, zeer hoog geklommen. Men is er genoodzaakt geworden om allerlei bezuinigingen in te voeren. En zelfs als die bezuinigingen ingevoerd zijn, zal het er nog genoeg spannen om de boel op de been te houden. In allerlei opzicht toch staat Groot-Brittannië er weinig rooskleurig voor. Er dreigt een groot voedseltekort. En men heeft er de nodige valuta niet om deze door invoer van buiten op peil te houden. Daarom is er dan ook besloten om de opbrengst van land-en tuinbouw er met alle middelen te bevorderen. Ook moet de productie van andere artikelen gestimuleerd worden. Om maar iels te noemen, het is voor Engeland van 't grootste belang, dat er meer kolen uit de grond naar boven gebncht worden. In dezen hebben de mijnwerkers de Engelse regering hun hulp toegezegd. Zij zullen voortaan per week zes en een half uur langer werken. Ook hebben de Dominions verklaard, dat zij het moederland zo veel mogelijk steun zullen bieden. Of dit alles in staat zal zijn om Engeland uit de zo hoog geklommen nood te helpen, te meer waar aldaar weder mijnstakingen van vrij grote omvang uitgebroken zijn, zal nog moeten blijken. Het zit met zo veel moeilijk op te lossen problemen opgescheept. Bij voorbeeld met het vraagstuk Palestina. Daar drijven nog altijd drie Engelse schepen met 4400 Joodse immigranten op de zee. Deze zullen straks in de haven van Hamburg aan wal gebracht worden. Zij willen echter de schepen niet verlaten. Zij zullen daartoe op de één of andere wijze gedwongen moeten worden. Over de Palestijnse kwest'e en ook over die Joodse immigranten, die met alle geweld naar Palestina willen, zou nog heel wat te schrijven vallen. Deze kwestie is daartoe be- angrijk genoeg. Doch wij moeten recening houden met de plaatsruimte n De Banier. Wij kunnen over dz beangrijke buitenlandse kwesties, die n deze tijd van zo dreigend oorlogsievaar ook voor ons land van bui-'engemeen belang zijn, slechts in hztnopte vorm schrijven. Daarom moeen wij volstaan ook over de zo gewichtige aangelegenheid van Italië, net welk land Amerika ten bewijze, lat het Italië zijn schulden kwijtge.icholden heeft, op goede voet poogt [omen te staan en over Bulgarije, iongarije en de andere Balkan-lanlen, waarin Sovjet-Rusland zijn planten doorzet, slechts kortelings te chrijven. Mogelijk, dat wij daarover n een volgend nummer uitvoeriger [unnen handelen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 september 1947
De Banier | 8 Pagina's