Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BRIEF uit Zeeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BRIEF uit Zeeland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

XLIV.

Van Efraïm lezen wij in Gods Woord: Ook is de grauwigheid over hem verspreid en hij merkt het niet. Moeten wij dat ook niet getuigen van ons land en van ons volk? Wij zijn geslagen met zware slagen. De niets ontziende overweldiger rukte alles uiteen. Verbrak besturen en gezinnen. Verwoestte bouwlanden en weilanden. Slechtte huizen en schuren. Scheurde de man van de vrouw, het kind van de ouders. Roofde ons land leeg en nam onze vrijheid weg.

In Zeeland worden in deze maand, de ene plaats op die en de andere plaats op een andere dag, herdenkingen gehouden van de bevrijding van de onderdrukking.

Daarbij worden, in meer of mindere mate feesten georganiseerd. Zo ook weer in Walcheren bij het herplanten van bomen. Walcheren is beroofd geworden. Het is leeg geroofd door de Duitsers, wat nog was is vergaan in het water en wat daaruit nog gered kon worden is afgevoerd moeten worden, omdat het niet meer kon worden gebruikt of omdat anderen het nodig hadden.

Walcheren is beroofd van de schoonheid, die het had. Alle bomen toch in het geïnundeerde gebied zijn gestorven. Niets is er meer over van wat voorheen het landschap kleedde.

Nu zal er herbeplanting komen. Gelukkig, er kan weer begonnen worden. Er is weer mogelijkheid, alhoewel met vreze. Zal het geplante groeien? Zal de grond niet nog te zout zijn? Zullen de stormen het jeugdige, nu er nergens beschutting meer is, weer niet vernietigen? Het zijn allemaal vragen. Het is daarom ook, dat met vreze wordt neer gezien op de wijze, waarop met die herbeplanting zal worden g g begonnen. Het getuigt van medeleven, dat de Vorstelijke Familie, dat onze hooggeachte Koninklijke Hoogheid, Regentes Prinses Juliana met Haar Koninklijke Gemaal luister aan die aanplant bijzet, maar toch is er vreze. Moet dat nu weer met feestelijkheden vergezeld gaan? Moet, over het verdorde Walcheren, moet over die woestenij nu weer 'n vuurwerk worden ontstoken? Moet bij de herdenking van de bevrijding, waarbij vuur en water te pas moest komen, nu weer een vuur worden ontstoken tot vreugde?

Het schijnt wel of er geen opmerking meer is. Gaarne wil de bevolking van de getroffen gebieden onze Vorstelijke Familie zien. Van harte heeft dat volk, hoe diep ook getroffen, hoe zwaar ook op de proef gesteld, hoe veel er ook wordt geleden, dat Oranjehuis lief. Maar, moet die liefde blijken in feestvertoon? Moet niet juist in een streek als deze alle feestvertoon worden vermeden en moet die liefde, ja kan die liefde niet blijken op andere wijze? Is men nu weer vergeten het leed, dat over velen is gebracht? Is men vergeten, dat veler harte nog bloedt bij de herdenking van hen, die vielen bij de zo verlangde bevrijding, die ze helaas niet meer mochten beleven?

Helaas moeten wij zien, dat er geen stem en geen opmerking meer is. God heeft geslagen. Hebben wij de nijn gevoeld? Is er een wederkeren? Is er een vragen naar de paden, die goed en recht zijn? Alles ligt onder as bedolven. De grauwigheid is over ons verspreid. De grauwigheid, niet alleen op het stoffelijke, maar inzonderheid op geestelijk gebied. De zonden nemen de overhand. Zij komen in verfijnde of meer grovere openbaring tot uiting. Waar is de opmerking? Ze wordt niet gevonden. Het is zo eng, het is zo donker. Wij dansen op de rand van een afgrond. De oordelen zijn om-maar niet afewend. En wij vieren feest. Wy aan onszelf vermaken, vermaken in de ellende. Daarbij komt nog, dat door al die handelingen de indruk wordt gewekt, nu is het gedaan. Nu is Walcheren weer geholpen. Immers, de bomen zijn geplant, de bevolking is in een feeststemming, dus verre van in nood te verkeren. Wij kunnen nu Walcheren laten voor wat het is en hebben ons geen zorg meer te maken.

Ook dat is verkeerd. Erg is het, dat er geen stem en geen opmerking is, dat de zonden aan de hand gehouden worden, maar ook is het erg, dat de indruk naar buiten geheel verkeerd zal zijn.

Uw briefschrijver kan het niet bekoren. Gaarne eert hij ons Vorstenhuis, gaarne erkent hij wat God in het doorluchtige Oranjehuis ons volk gaf. Maar, het zal bovenal nodig zijn God te eren, Hem in erkentenis te houden. Bij de weldaad, die er geschonken wordt, dat weder geplant mag worden, te gedenken, dat het God is, Die alles gaf en dat onverdiend, dat niettegenstaande alle onze zonden. Daarom moest die erkentenis er zijn in verootmoediging, in een vernedering voor God, aan Wiens zegen alles is gelegen en zonder Wiens medewerking niets zal groeien, ook geen boom op Walcheren.

UW ZEEUWSE BRIEFSCHRIJVER

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 november 1947

De Banier | 8 Pagina's

BRIEF uit Zeeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 20 november 1947

De Banier | 8 Pagina's