Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BEGROTING VAN LANDBOUW

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BEGROTING VAN LANDBOUW

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

- DE TWEEDE KAMER

REDE Ir. van DIS

Rii ^o v> oV, ov, ^„T, - „^ , , „^ v.^„«v„.^^ By de behandeling van bovenvermelde begroting voerden verscheldene sprekers het woord. Namens de ^°P d ^jï"^^"? fractie der S.G.P wera ait geaaan door ir. van Dis. Deze drong bij ver-^ZTf^l^^""^ ""^ een geleidelijke af-H S I f rt crisismaatregelen, daarbij de aandacht van de Minister vestigend op de „Landelijke Vereni-in de gmg Landbouw". voor Bedrijfsyrijheid Daar hetgeen de - -^ heer '• van Dis over dit en andere onderwerpen gezegd heeft, voldoende voor zichzelf spreekt, kunnen we met deze

korte inleiding volstaan. Ir. van Dis sprak als volgt:

Mijnheer de Voorzitter,

Als de noodzakelijke voorwaarden voor een juist landbouwbeleid worden in de gewisselde stukken bij deze begroting een paar zeer belangrijke punten naar voren gebracht, n.l. de verhoging der productie en de kostprijsverlaging. ,

Ten aanzien van de productieverho-cueveiiiuging merkt de Minister in de Memorie van Antwoord op, dat hier grote moeilijkheden aanwezig zijn, o.m. omdat uitbreiding van bebouwbare grond vrijwel uitgesloten is en productieverhoging in deze richting dus niet of althans niet noemenswaard te verkrijgen zal zijn. Volgens de Minister moet de verhoging der productie dan ook in heel andere richting worden gezocht, zoals b.v. in verder doorgevoerde

mechanisatie,

waardoor tevens de kostprijs wordt verlaagd. Ik vraag mij echter af of mechanisatie van de kleine-boerenbedrijven, die hier te lande een groot percentIge"7arhet^tÓTaar der land" bouwbedrijven uitmaken, wel mogelijk is. In elk geval wordt daarover in de kringen der boeren lang niet onverdeeld gunstig gedacht. In een adres van boeren aan de Tweede Kamerfracties wordt zelfs te kennen gegeven, dat opvoering van het productiecijfer door rationalisatie en mechanisatie voor ons land pure fantasie is en dat de practijk heeft uit gewezen, dat de kleine bedrijven per ha bijna het dubbele opbrengen van ^e grote bedrijven.

Voiviov —r^^I^^tJ^l'^l'^'l^^^Zl^: ging der productie op bevordering y^^ j^g^ wetenschappelijk onderzoek, ^^„ ^et landbouwonderwijs, op bete-^^ voorlichting, waartegen wel geen ^„kele boer bezwaar zal hebben. An-^ers staat het echter met de door ^e Minister voorgestane

" ruilverkaveling,

Wanneer de Minister dienaangaande het plan mocht koesteren oTdTkl^^^ „ere bedrijven door samenvoeging ^ot grotere'weg t werke"! dan^zou zulk een plan te recht onder de kleine boeren op groot verzet stuiten. Daardoor zou toch een einde worden voeging van zulke stukken land zou-^ den dan nieuwe bedrijven in het h leven geroepen kunnen worden, het-d geen tot verhoging der productie zou g kunnen bijdragen. Ik hoop dan ook, p dat de Minister in het 6-jarenschema m betreffende de verkaveling en de ^ mechanisatie, hetwelk volgens de ^ Memorie van Toelichting eerlang aan de Staten-Generaal zal worden d aangeboden, geen maatregelen zal r voorstellen, welke de ondergang der m ^^^^^^ boerenbedrijven zou beteke-n gemaakt aan het zelfstandig bestaan van tal van kleine boeren, die sedert tientallen van jaren hun bedrijf menigmaal van vader op zoon hebben uitgeoefend en die met hard werken in het onderhoud van zich zelf en hun gezin hebben kunnen voorzien. nun gezin iieuoen Kunnen voorzien. Wanneer de Minister tot verkaveling wil overgaan, zouden daarvoor m.i. slechts stukken land in aanmerking komen, welke op verre afstand van grote boerderijen gelegen zijn en die daardoor niet voldoende geëxploiteerd kunnen worden. Door samenn e

"^"' Veeleer stelle de Minister alles in het werk om te bevorderen dat de w b a

kleine bedrijven

in deze moeilijke tijd het hoofd bo-\en vrater kunnen houden. In dit verband zou ik de Minister anderv d u maal willen wijzen op de grote ontevredenheid, welke bij de boeren ten aanzien van de crisismaatregelen met de daaraan verbonden ambtenarij en bureaucratie bestaat. Verle-^^^ J^^^ ^^ daarop reeds door mij de aandacht van de Minister gevestigd. ^""f '^ kan met nalaten dit thans wederom te doen. De ontevredenheid

boeren met betrekking tot

, . . , , < ^« cmtsmoatreÊrdew en wat daaraan vast zit, is toch m het afgelopen jaar niet verminderd, doch integendeel zeer sterk toegenomen. De organisatie van de verleden Jaar in het leven geroepen vereniging, welke zich ten doel stelde om pogingen in het werk te stellen, welke zouden kunnen leiden tot geleidelijke afschaffing der crisismaatregelen, heeft sindsdien vastere vorm gekregen onder de naam van „Landelijke Vereniging voor Bedrijfsvrijheid in de Landbouw" met

drijfsvrijheid in de Landbouw" met een eigen veertiendaags orgaan

„De Vrije Boer", Qeen middel heeft het hoofdbestuur dezer vereniging onbeproefd gelaten om zowel de Minister als de leden der onderscheidene Kamerfracties van het streven dezer vereniging op de hoogte te stellen. De Minister bleek echter niet bereid om aan het verlangen dezer boeren te voldoen, Ook bij de verschillende Kamerfracties vonden zij geen gehoor gelijk verleden jaar bij de behandeling der begroting wel zeer duidelijk gebleken is. De Kamer toch liet ons alleen staan, toen wij bij de Minister op een sismaatregelen geleidelijke afschaffing der cri-door ontmoedigd, aandrongen. is het hofdbestuur. Hier-wegens een publicatie in het ge-'^°^'^^l: '\^.^^l'J\, ^? tSlTT^T. een actie te gaan voeren 1 ten einde de boeren er toe te brengen om voor het lidmaatschap van de

Landelijke Crisis Organisatie

te bedanken. Reeds lang bestond bij velen tegen deze organisatie grote tegenzin. Tal van boeren hebben zich er destijds niet dan noodgedwongen ^'^ aangesloten. Dit behoeft ook "^en bedenkt, dat van deze mensen ^.T^ZZtT J-'^l^ aUeen d'; TJt'.^.^^lT^r.d^Kn'^Z.^ "nTJ^-r^^^ raaar l^f^Jif^t waarin ^L^' van when t ^zelfs / j reen " "leu : f^^lT, !vtifvf^'^Zwl^v5f ™°^nS toch verklaren dat zij zelf verzochten: - let we : verzochten: om lid van de Landelijke Crisis Organisatie Tir X. • - '^.s •*'"*? • "-'^ te mogen worden. Wat is dit anders dan het eisen van een valse verklaring ten aanzien van de boeren, die Viiof ^TQ•n wpton wildpn nm 7iVh % ^^J^ organisatie aan te sluiten? Er zijn destijds dan ook boeren ge weest, die er om des gewetens wil iet toe konden overgaan om onder en dergelijke

valse verklaring

"^ /ii+"+„f ^^^hr ^nf^Hp^ WPCS+ÏITIPI un ontroofd werd. Andere boeren, ie voor dit gevolg terugdeinsden, ingen er ten slotte toe over onder rotest te tekenen. Behalve het door ij genoemde bezwaar kwam men er ^{ ^ ^^^ ^^^ ^^^^ ^e L^^^. ^^..^^ Crisis Organisatie niet alleen ^^ ^j^ ^^^^ ^^j^ ^^ ^i^^ ^^^ ^^ estijds reeds ingevoerde maatregeen"tronIeTwêrpenrdöch"oo"k-ran aatregelen, welke in de toekomst e og genomen zouden worden en aarvan hun de inhoud, op het ogen-g lik van tekenen, dus nog geheel en h l onbekend was. De w

afpersing e

an deze verklaring zit vele boeren k an ook zeer hoog, gelijk uit tal van d itlatingen in het zoeven door mij h genoemde orgaan „De Vrije Boer" duidelijk blijkt. De crisismaatregelen, welke na het tekenen ingevoerd zijn, hebben bovendien in nogal sterker mate er toe bijgedragen om de afkeer van de Landelijke Crisis Organisatie te vergroten. Zo wordt het door deze boeren als een

< > rhrPPV'n, Pr, > l n-nr^rU scfireeuwend onrecht geacht, dat de één meer kippen mag hoy^jg^ ^an de ander. Dat, om nog enkele punten te noemen, de ene boer meer veevoer ontvangt, meer varkens mag houden, meer moet inleveren dan de ander, terwijl ze overigens in dezelfde condities verkeren. Ook wordt er over geklaagd, dat 't voorkomt dat grote boeren worden voorgetrokken boven de kleine, 't is daarmede heden dus al precies zo gesteld als vóór de oorlog het geval was met de steunregeling voor de boeren en tuinders. Onzerzijds is toen dienaangaande steeds steun naar behoefte bepleit, doch de Regering en de overgrote meerderheid der toenmalige Kamer wilden daarvan niet weten. Zo kwam het, dat de grote boeren en tuinders de meeste steun ontvingen, terwijl de kleine met een uiterst schriel bedrag aan

steun werden afgescheept. Die

ongelijke bejegening van grote en kleine boeren blijkt ook nu met betrekking tot de crisismaatregelen, gelijk ik opmerkte, voor te komen. Ten bewijze haal ik een zinsnede aan uit het orgaan „De Vr: ; ? * Boer" van 27 Noveber 1.1. welke al-

dus luidt: „Ja, erger nog, dat iemand, die in betere positie is, zelfs voorgetrokken wordt bij iemand, die er slechter voorstaat."

Mijnheer de Voorzitter! Al de door mij genoemde onrechtvaardigheden, welke aan de toepassing der crisismaatregelen verbonden zijn, vormen zovele oorzaken, dat er onder de boeren een sterke drang bestaat om, zij het geleidelijk, van deze door hen

gehate crisismaatregelen

eerlost te worden Men wordt daarin versterkt, doordat ten aanzien reeds opgeheven maatregelen gebleken is, dat de aanvankelijk door ^^ ^^"^^*^^ ^^^^^ ^^ «P^^^^^i ^^^^ brachte bezwaren geheel en al (m^ f ^^^^^ handel va. rundvee, welke de Mi-^^^^\ , ^fP^ ^^^* 'vfMe vrijgeven, ^^^^^ ^^ daarvan een sterke prijs-^^^.^ ^^ ^^^ onmogelijk maken van het • uitoefenen van controle op ^^ clandestiene slachtingen duchtte, ^^ ^^ opheffing van de desbetref-^^^^^ crisismaatregel echter zijn de •^'^"'-'"^ i-i.xi3ioina.ci, i, i.cs< ^i cv^nucj. /.ijn v^vbezwaren van de Minister geheel en

ongegrond

gebleken. Zo verging het ook de bij de Minister destijds bestaande bezwaren ten aanzien van de paardenhandel en de handel in fruit. Ook hierbij zijn de bezwaren tegen het vrijgeven daarvan m de practijk gelogenstraft. Met_ het oog hierop zou ^K er bij de Minister ten sterkste op '^'}]^^ ^^"^""£^" °^ *°* ^•l^'-Fu" «^elijke afschaffmg de vrijheid berovende en het initiatief dodende eri sismaatregelen over te gaan.

Volgens de mening der boeren zou dit zeer zeker de

productieverhoging

en daarmede ook de export, dus ook het verkrijgen van deviezen, ten goede komen. Een ander voordeel, hetwelk daarmede zou verkregen worden, is, dat er voor de Staatskas een belangrijke bezuiniging zou verregen worden. De ambtenarij en de bureaucratie toch, welke aan het handhaven der crisismaatregelen noodwendig verbonden zijn, verslinden schatten gelds. Bovendien bezorgen zij aan de betrokkenen een ondragelijke last. Ik wil daarmede geenszins beweren, dat de boeren op het standpunt staan, dat alle ambtenaren overbodig; zijn: Integendeel, zij weten zeer goed, dat de Staat zonder ambtenaren niet bestaan kan. Hun verzet richt zich dus niet tegen een normale bezetting van ambtenaren, maar tegen het

hoog opgeschroefde aantal

ambtenaren, dat met de uitvoering der crisismaatregelen Belast is. Dat aantal is zo groot, dat de boer schier geen stap op zijn erf kan doen zonder een ambtenaar tegen het lijf te lopen. En elke ambtenaar betekent voor hem niet slechts een scherpe controle op al zijn doen en laten en dus een aantasting van zijn vrijheid, maar bovendien wordt hij er door opgescheept met een formidabele hoeveelheid papieren, die hem veel tijd kosten om ze alle door te lezen en in te vullen. De tegenzin tegen de ambtenarij en bureaucratie is dan ook bij de boeren zo hoog geklommen, dat men in die kringen zelfs spreekt van Staatsvijand no. 1 of ook van een zevenkoppige draak, omdat zij er het begin van de ondergang in zien.

Bureaucratie,

zo las ik onlangs in een boerenor-Qn, betekent meer ambtenaren, ir paperassen en formulieren, meer tijdverlies, meer verordeningen, meer kleine dictators, meer vriendjespolitiek, meer omkoperijen, meer onrecht, minder vrijheid, minder productie, minder export, mindere kansen, hogere belastingen en hogere prijzen.

Mijnheer de Voorzitter! Ik acht hiermede niets te veel gezegd. Inderdaad vormen de bureaucratie en de ambtenarij in de huidige maatschappij een

gezwel,

dat hoognodig dient uitgesneden te worden, ten einde land-en tuinbouw, handel en industrie voor ondergang te behoeden. Dat hierbij met beleid te werk gegaan behoort te worden^ & preekt vanzelf. Ook diegenen onder de boeren, die sterk op afschaf-: ^gjg der door hen gehate crisismaat-M^elen aandringen, zijn er niet vóór om botweg alle wetten en bepalingen af te schaffen en zo maar ineens de „volledige vrijheid" op te eisen. Dat bleek mij zeer duidelijk uit een artikel in „De Vrije Boer" van 27 November, waarin wel degelijk de noodzakelijkheid erkend werd van sommige regelingen, zoals distributie en prijsregelingen van schaarse producten. Zij verlangen echter van de onnodige controle af te komen, opdat zij weer vrij man op hun erf zullen worden, terwijl zij ook staan op het vrijgeven van producten, waarvan de productie voldoende is.

Wanneer ik het hier voornamelijk heb gehad over de land-en tuinbouw, versta ik daaronder ook de

pluimveehouders bollenkwekers. en de

Wat de eerstgenoemden betreft, bestaat er een Bond van Pluimveehouders, welke die meerdere vrijheid nastreeft. Tevens komt deze bond op voor recht en billijkheid ten aanzien der vrije pluimveehouders, dat zijn diegenen, die niet in aanmerking zijn gekomen of wilden komen voor een fok-en vermeerderingsbedrij f.

Ziende op al deze stemmen uit de kringen van land-en tuinbouw, zou ik er bij de Minister ten sterkste op willen aandringen om zijn houding te herzien en een geleidelijke afschaffing der crisismaatregelen te willen bevorderen. n v b

Overgaande tot een ander punt. Mynheer de Voorzitter, zou ik de Minister dringend willen verzoeken meer arbeiders ten plattelande vergunning te verlenen tot het

houden van een varken.

Uit 't oogpunt van voederschaarste behoeft de Minister dit verzoek niet af te wijzen, daar deze mensen in staat zijn om een varken vet te mesten met kleine aardappelen, witte peen, afval, etensresten enz. Veevoeder vergt dit dus niet. Dat zouden deze arbeiders zelfs niet kunnen bekostigen. Ik kan dan ook niet nalaten om bij de Minister met klem en nadruk te bepleiten, dat het betreffende verbod wordt opgeheven en aan de ambtenaren van de Crisis Controle Dienst order wordt gegeven om geen varkens meer bij deze mensen in beslag te nemen. Vanzelfsprekend hebben zij er in het geheel geen bezwaar tegen dat zij dan van de vleesdistributie worden uitgeschakeld.

Een ander punt met betrekking tot de landarbeiders vormen de

lonen.

Daar hierover echter bij de begroting van Sociale Zaken al het nodige is gezegd, kan ik daar thans zeer kort over zijn. Ik zou daarom willen volstaan met de Minister te verzoeken, dat hij al zijn invloed aanwende om te bevorderen, dat er een einde wordt gemaakt aan het achterstellen van de landarbeiders bij de arbeiders in de steden. In de eerste plaats uit billijkheidsoverwegingen en ten tweede, opdat er niet nog meer arbeidskrachten aan de landbouw onttrokken worden, doordat dezen in de steden een hoger loon wordt aangeboden.

Mijnheer de Voorzitter! Een volgend punt, dat ik in het kort ter sprake wil brengen, betreft het plan tot het invoeren van

vestigingseisen

voor land-en tuinbouwers. De ervaringen, daarmede op ander terrein opgedaan, doen mij vrezen, dat dit een nieuwe bron van ergernis in de land-en tuinbouw in het leven zal roepen.

Voorts, Mijnheer de Voorzitter, zou ik er bij de Minister op willen aandringen de boeren, die bezwaren hebben een verklaring te tekenen, waarin zij te kennen moeten geven zich aan te sluiten bij een

provinciale gezondheidsdienst,

daarvan vrij te stellen. Wanneer men hun vee wil onderzoeken op t.b.c, dan hebben zij daartegen geen bezwaar, maar men dwinge hen niet, op straffe van boete of inbeslagneming van hun vee, tot het tekenen van een verklaring, waarin zij zich verbinden moeten om zich te onderwerpen aan alle maatregelen, die nog genomen zullen worden ter bestrijding van de rundertuberculose en van andere dierziekten. Afgedacht van de bezwaren daartegen, brengt dit ook voor de boeren weer kosten mede en dit strijdt toch wel zeer tegen het door de Minister voorgestane streven tot verlaging van de kostprijs te komen.

Vervolgens, Mijnheer de Voorzitter, zou ik de Minister willen vragen wat de bedoeling is van het in het leven roepen van een

landboutv schap.

Bestaat inderdaad het voornemen, dit lichaam van boven af op te leggen, zonder dat de boeren op de samenstelling daarvan enige invloed kunnen uitoefenen? Indien dit het geval zou zijn, zou ik mij daarmede t niet kunnen verenigen, daar dan verwacht kan worden, dat dit landbouwschap zonder de boeren over de boeren beslissen zal.

Verder, Mijnheer de Voorzitter, zou ik de aandacht van de Minister willen vragen voor een betere voorziening van de landbouwende bevolking met betrekking tot

bedrijfskleding en bedrijfsschoeisél.

Ook behoort er een eind aan te worden gemaakt, dat de boeren, die niet bij een der organisaties van de Stichting voor de Landbouw zijn aangesloten, ten deze achtergesteld worden bij hen, die daarbij wel aangesloten zijn. Nog niet zo lang geleden werd er toch in het orgaan „De kleine Boer" over geklaagd, dat in plaatselijke bladen herhaaldelijk advertenties voorkomen van afdelingen van de Stichting voor de Landbouw, waarin fietsbanden, kleding enz. aan de leden der samenstellende organisaties worden aangeboden. Dit werd te recht als een unfaire propaganda voor deze organisatie beschouwd. Ik zou bij de Minister willen bepleiten, hieraan een einde te maken en maatregelen te treffen, opdat kleding, fietsbanden enz. billijk en al naar gelang van de behoefte, worden verdeeld, zonder dat daarbij het lidmaatschap van welke organisatie ook als reden tot bevoorrechting kan gelden. Ten slotte. Mijnheer de Voorzitter,

wens ik mij aan te sluiten bij die leden, die er bij de Minister op aangedrongen hebben om het verplicht veilen van landbouwproducten af te schaffen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 januari 1948

De Banier | 8 Pagina's

BEGROTING VAN LANDBOUW

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 januari 1948

De Banier | 8 Pagina's