Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Beginselen der Siaaikundig Gereformeerde Partij

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Beginselen der Siaaikundig Gereformeerde Partij

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor Studie en Leidraad

De tegen de S.G.P. ingebrachte zwaren.

Dat wij nu, alvorens een aanvang te maken met de bespreking van de beginselen der S.G.P., eerst tot de bespreking van enkele bezwaren, welke men van verschillende kanten tegen haar inbrengt, in enkele artikelen overgaan, heeft zijn bijzondere reden. De verkiezingen staan toch over kortere of langere tijd, althans naar menselijke berekening, nog in dit jaar weder voor de deur. Het is met het oog daarop, dat wij het van groot practisch nut achten, deze bezwaren te bespreken. Zij doen toch bij menig onnadenkende kiezer nog immer opgeld. Onze bestrijders, die onze beginselen niet aanvallen, dewijl zij, gegrond op Gods Woord als zij zijn, daarmede geen succes kunnen verwerven, vooral niet bij die kiezers, die nog enige rekening houden met Gods getuigenis, richten hun aanval op allerlei bijzaken en dingen, die met de beginselen der S.G.P. hoegenaamd niets te maken hebben.

Het moet toch een ieder wel treffen, hoe weinig de beginselen der S.G.P. zelf bestreden worden. In de eerste tijd, toen ds. Kersten en Ds. Zandt nog maar kort leden van de Kamer waren en ook toen Ds. Kersten daarin nog maar alleen als vertegenwoordiger van de S.G.P. zat, gebeurde zulks zowel in de Tweede Kamer als in de Anti-revolutionnaire pers wel ter dege.

Wij herinneren ons nog zeer goed, hoe wijlen de heer Heemskerk, die toen namens de Anti-revolutionnaire Kamerfractie het woord voerde, wijzende op het gedrag van de Schotse Hervormer John Knox, een aanval op de beginselen der S.G.P. richtte. Een aanval, welke echter met beroep op Gods Woord en de leer en de practijk der Vaderen niet alleen gemakkelijk afgeslagen kon worden, maar zelfs in een nederlaag moest eindigen: En dit niet zozeer door de bekwaamheid der Staatkundig-Gereformeerde woordvoerders, maar veelmeer door de deugdelijkheid van de beginselen der S.G.P. Telkens als zulk een debat plaats grijpt, komt toch zonneklaar aan de dag, hoe aanvechtbaar de beginselen der A.R.P. zijn, hoezeer zij op menig punt strijdig met Gods Woord en Wet zijn en hoe deugdelijk en wel gefundeerd die der S.G.P. zijn, dewijl zij wortelen in de leer der H. Schrift.

Zoals reeds opgemerkt, worden de beginselen der S.G.P. zelf heden ten dage weinig bestreden. In de loop der jaren is dat van lieverlede hoe langer hoe minder het geval geworden. Nochtans zal men zich deerlijk vergLssen, indien men in de mening verkeert, dat de S.G.P. thans in het geheel niet meer bestreden wordt. Dit geschiedt wel ter dege, zij 't dan niet op principiële wijze, maar met wapens die men ook reeds vroeger wel hanteerde, toen men ook nog de beginselen der S.G.P. bestreed. Zo kon men in vroeger dagen en ook thans weder horen uit de mond dergenen, die de S.G.P. nog immer gram zijn, dat zulk een kleine partij als de S.G.P. is, in de Kamer niets uitrichten kan.

In de eerste tijd van het bestaan der S.G.P. ging men daarbij zelfs zo ver, dat men schreef en sprak: breng toch vooral geen stem op de candidaten der S.G.P. uit, want elke op hen uitgebrachte stem is een verloren stem. Toen echter benevens Ds. Kersten in 1925 ook Ds. Zandt tot Kamerlid verkozen werd, kon men met zulk een bewering niet meer voor de dag komen. Toen verzette men de bakens enigszins. Toen heette het, — wat men heden ten dage de kiezers nog diets zoekt te maken, — dat een kleine partij als de S.G.P. is, in de Kamer niets uit kan richten. En men bleef en blijft dit gestaag maar zeggen, hoewel de feiten deze loos bedachte bewering, waarmede men de kiezers er van zoekt terug té houden om hun stem op de candidaten der S.G.P. uit te brengen, geheel logenstraffen.

De S.G.P. heeft toch heel wat in de Kamer uitgericht. Men overdenke slechts wat er in de maand November van 1925 in de Kamer is voorgevallen. Toen werd het amendement van Ds. Kersten en Ds. Zandt om de gelden, welke voor de post van een gezant bij de paus uitgetrokken waren, van de begroting te schrappen, aangenomen. De aanneming van dit amendement heeft grote gevolgen gehad. Niet alleen traden daardoor op slag en stel vier R.K.-ministers uit het kabinet-Colijn, maar ook werd het kabinet-Colijn daardoor tot aftreden gedv^^opgen. Bovendien kreeg daardoor ook de coalitie tussen de A.R. en de C.H. met de R.K. een gevoelige slag. Ja, het optreden van de S.G.P. is door de aanneming van het bovengenoemde amendement van die aard geweest, dat heel het politieke leven in Nederland een geheel ander aanzien verkregen heeft. Niemand minder dan de huidige minister-president heeft dit betrekkelijk nog kort geleden nadrukkelijk bevestigd als hij zeide, zonder dat iemand dit kon en kan tegenspreken, dat sedert 1925 geen parlementair kabinet was opgetreden.'

Als door het optreden van de S.G.P. dan zulk een belangrijke wending in heel het politieke leven van Nederland gekomen is, hoe kan dan iemand met de bewering komen aandragen, dat de S.G.P. in de Kamer niets kan uitrichten. Het verleden heeft toch met zulk een onwedersprekelijk bewijs aangetoond, dat zulks wel kan. Wil men met zulk een bewering te kennen geven, dat de S.G.P.-fractie alleen niets tot stand kan brengen, dan geldt dit evenzeer voor de fractie van de Partij van de Vrijheid alsook voor die van de A.R.P. en de C.H.U. Ook deze fractie's kunnen alleen niets uitrichten. Dat kunt gij keer op keer bij de huidige toestand in de Tweede Kamer waarnemen. Telkens toch worden de door de oppositie gestelde motie's inzake de Indische kwestie verworpen. Moet daarom nu ook maar geen stem op dt candidaten der A.R. en der C.H. bij de Kamerverkiezingen worden uitgebracht? In heel het Koninkrijk zult gij geen A.R. of C.H. woordvoerder kunnen aantreffen die zulks beweert. Maar hoe ongerijmd is het dan, indien zulks wel en dit nog wel bij herhaling ten aanzien van de candidaten der S.G.P. beweerd wordt. Elk die maar even nadenkt, kan dan ook ogenblikkelijk wel de gegronde conclusie trekken, dat zulks met bijbedoelingen beweerd wordt. Als zulks door een A.R. of C.H. woordvoerder gezegd wordt, dan is er een met bijbedoelingen op het pad. Dan is er een loze, niet al te eerlijke vogelaar op de weg om strikken voor de voet van argeloze kiezers te zetten, dan wordt er op kiezersvangst gejaagd. En dan lacht die vogelaar in zijn vuistje, als hij met zulk een kwalijk bedachte, geheel onjuiste bewering, een kiezer aan de S.G.P. ontfutseld heeft.

Daar late zich dan ook niemand door zulk een bewering dat de S.G.P. in d.; Kamer niets uit kan richten, het hoofd op hol brengen en daardoor er van af brengen om zijn stem op de S.G.P.-candidaten uit te brengeif; ' want zulk een voorstelling van zaken snijdt geen hout. Elk zal bij enig nadenken moeten toestemmen dat zulk een bewering nog geen duit waard is. De vertegenwoordigers der S.G.P. spelen in de KamS toch geen verstoppertje en zitten daar niet als stommen. De pers moge hun redevoeringen dan al geheel verzwijgen öf met een enkel woord weergeven of ook al verdraaid en bespottelijk aan hun lezers ter kennis brengen, maar *elk, die hun redevoeriiyjen in „De Banier" leest, kan toch weten, dat zij daar op hun post staan en bij voorkomende gelegenheden hun mond roeren. Gij zegt, maar die redevoeringen zijn vaak de stem des roepende in de woestijn. Maar wat zegt dat? Ofschoon de Kamerleden der S.G.P. zich zelfs in de verste verte niet met een prediker der gerechtigheid als Noach was, kunnen of durven vergelijken, was dat met Noach ook niet het geval? Stond het met Israels profeten anders? Waren ook dezen niet als roependen in de woestijn? Moet daarom hun prediking af gekamd worden? Of als geheel nutteloos van de hand gewezen worden? Wie zal het durven bestaan om zo iets te beweren?

De godzalige Ds. van Lodesteyn achtte het in zijn dagen van het hoogste belang, dat de stem der waarheid in 's lands vergaderzalen gehoord werd. En metterdaad alzo is het. Dit kan nog grotelijks zijn nut hebben. Gelijk het ook stellig niet zonder betekenis geweest is, dat mr. Groen van Prinsterer als eenling destijds zijn stem verheven heeft tegen de toenmalige, tijdgeest.

Daarom is het zulk een nietzeggend argument als men u aan boord komt dragen met de bewering, dat een klei­ ne partij in de Kamer niets kan uitrichten. Het tegendeel is het geval. Zoals wij reeds opgemerkt hebben, het amendement Ds. Kersten—Ds. Zandt heeft er heel wat uitgericht. En dit niet alleen. De woorden, welke in het Parlement of in enig ander openbaar college door de vertegenwoordigers der S.G.P. gesproken zijn zijn daar niet geheel tevergeefs gesproken.

Uit die oorzaak is het dan ook van het grootste belang, dat vooral in de hoge vergaderzaal des lands de S.G.P.. hare vertegenwooi"digers behoudt. Zij zitten daar te midden van veel tegenstand en meermalen bittere vijandschap waarlijk niet voor huri pleizier.

Is het al waar dat de S.G.P.-fractie alleen geen wet tot stand kan brengen, dan geldt dit eveneens van de A.R. en de C.H.-fractie's.

Die kunnen het evenmin. Dan kunt gij, als gij uw stem alleen wilt uitbrengen op een fractie, die sterk genoeg is om geheel zelfstandig een wet tot stand te brengen, uw stem ook niet uitbrengen op een candidaat van de A.R.P. of C.H.U. Is het alzo bij he1^ bepalen uwer stem met u gesteld, dan zult gij uw stem op geen enkele fractie kunnen uitbrengen, want in de Kamer is geen enkele fractie zo sterk, dat zij dit geheel zelfstandig zal kunnen doen.

Dewijl het in der waarheid in het Parlement alzo gesteld is, daar vervalt uw bezwaar om uw stem op de candidaten-lijst der S.G.P. uit te brengen, omdat hare fractie in de Kamer geheel zelfstandig geen wet tot stand kan brengen geheel en al. Dit zult gij toch wel onomwonden moeten toegeven. Anderzijds staat het vast, wij hebben dat met een Bpreftend voorbeeld aangetoond, dat de S.G.P.-vertegenwoordigers in de Kamer in het verleden zeer veel uit-'orich't hebben en in het heden nog uitrichten. Let alleen maar op de redevoeringen, welke daarin door hen vroeger en ook in de laatste tijd gehouden zijn. Zij waren daar de enigen, die het onomwonden en onvoorwaardelijk voor de heiliging van en de rust op de dag des Heeren hebben opgenomen. Meer nog. Zij waren de enigen, die overheid en onderdaan teruggeroepen hebben tot Gods Woord en Wet, die ten aanhore van heel ons volk in de Kamer deden weerklinken het woord van de Profeet: „O, Land, land, land, hoort des Heeren Woord. En dit heeft te meer betekenis, dewijl daarmede het enige deugdelijke wapen tegen on-en bijgeloof werd aangegeven. TevéVg^efs zoekt men in dezen toch hulp bij Rome. Het is waar, dat de R.K. met de Paus aan he'fc hoofd thans de strijd tegen het communisme bepleiten en in alle landen tot die strijd opwekken. Doch het merkwaardige hierbij is, dat het communisme juist in niet-Protestantse landen onder de bevolking diepe wortels geschoten heeft. In het Roomse Frankrijk en het even Roomse Italië openbaart het zich heti krachtigst. Daar heeft Rome's bijgeloof de opkomst en de krachtige groei er niet van kunnen beletten. Hoe zal het dan dit in ons land wel kunnen doen? Het ongeloof valt toch niet door het bijgeloof deugdelijk te bestrijden en ten onder te brengen. De A.R. en de C.H. hebben in vroegere dagen voor het sluiten van hun coalitie met Rome wel als een der motieven, v^elke hen daartoe bewogen had, opgegeven, dat zij alzo doende het socialisme en het communisme bestreden en in zijn bloei en groei keerden. Maar de historie heeft hen daarbij geheel in het ongelijk gesteld. Niet alleen toch zijn het socialisme en het communisme daardoor niet bestreden kunnen worden, zijn zij daardoor niet in hun groei en bloei gestuit kunnen worden, maar zijn zij integendeel juist tijdens het bestaan van do coalitie nog aanmerkelijk in groei en bloei toegenomen. Hierbij heeft zich bovendien nog het zo sprekende feit voorgedaan, dat Rome de A.R, en de C.H. als bondgenoten zonder enige vorm van proces aan de dijk gezet heeft en hand aan hand met de socialisten in coalitie is gegaan. Als wij dit. voor ogen houüen, met hoeveel te meer recht, kunnen wij dan stellen, dat de S.G.P.-vertegenwoordigers in de Kamer zeer veel hebben uitgericht, als zij daarin jaar op jaar het enige remedie voor het herstel van ons volksleven hebben aangewezen. En dit is toch, zonder enige zelfverheffing ^moge het gezegd worden, het geval. Als zij toch op dat remedie wezen, dan handelden zij geheel naar de woorden van Galvijns grote en trouwe vriend Beza, die schreef dat het enige remedie tegen alle kwalen, maatschappelijk en andere, gelegen was in Christus' woorden: „Zoek eerst het Koninkrijk Gods en Zijn gerechtigheid en al deze dingen zullen u worden toegeworpen." Inderdaad, daarin wordt ons het geneesmiddel tegen alle noden en kwalen geboden. Daarvan valt alleen het volksgeluk, heel het welzijn, van ons volksleven te verwachten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1948

De Banier | 8 Pagina's

De Beginselen der Siaaikundig Gereformeerde Partij

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 april 1948

De Banier | 8 Pagina's