Zelfs het wederhorig kroost

.... Onder de mensen, ja, ook de ivederhorigen om bij U te wonen, o HEERE God. Ps. 68:19c.

De Heilige Geest en des Geestesgaven zijn verworven en verkregen door de zoen-en kruisverdiensten van Sions Borg; niet, opdat Hij ze voor Zich Zelf zou behouden, doch om ze uit te delen en toe te passen aan Zijn door Zijn bloed vrijgekochte Kerk, die ligt onder het zegel der eeuwige verkiezende liefde Gods.

Die verwerving en toepassing spreekt van wonderen van vrije genade. Dat wordt ons gepredikt in het hierboven geschreven Woord der Heilige Schriftuur. Wonderen van genade daarin voor ogen gesteld, want wie worden verwaardigd met de gaven Christi?

Mensen, ja wederhorigen!

Wat zijn die mensen? Adams kroost, kinderen des toorns van nature, in Adam der verdoemenis deelachtig. En die mensen zijn wederhorigen, d.i. moed-en vrijwillig ongehoorzaam, snode rebellen tegen hun wettigen Souverein, vijanden Gods, grote zondaars voor de Heere.

Dat is het wonder van vrije ontferming; Begiftigd worden met Geestesgaven, mensen, Adamskinderen, zelfs het wederhorig kroost!

Ziet, wanneer gaat waaien de wind des Geestes en branden gaat het vuur des Geestes, dan gebeuren er wonderen, wonderen van louter vrije genade. Wederhorigen worden gehoorzaam, vijanden worden vrienden, vloekers worden bidders. Farizeërs worden tollenaren, Saulussen v, 'orden Paulussen, lasteraars worden Godlovers. En — die allen gaan spreken met een andere taal, die tale Kanaans, gelijk de Geest hun geeft uit te spreken.

Wederhorigen worden door de gev/eldige, onwederstandelijke krachten en invloeden des Geestes herboren, geformeerd tot arme zondaren voor God, smekelingen om genade, tot arme Ruth's, die tot Jezus gaan en zeggen: Breid uwen vleugel uit over mij, want gij zijt de Losser.

Wederhorigen worden alzo begenadigd, dat hun levensgeschiedenis kan worden begrepen en samengevat in drie woorden: verloren, gezocht gezaligd.

Rijke voorrechten worden aan die beweldadigden geschonken; zij krijgen in de hun ontsloten kabinetten van Gods vreeverbond kennis aan het heilgeheim: Vrede bij God. Dit is hun het eeuwige leven, dat zij hebben bevindelijke kennis van de enige en waarachtige God en Jezus Christus, die God gezonden heeft.

Zij mogen proeven en smaken Gods gunst en gemeenschap; bij tijden en ogenblikken scheppen die zalige ston­ den hun een hemel op aarde; dat is wat de Schrift zegt: wonen bij U, o HEERE God.

W onen bij de Heere God, dat houdt in: genieten de liefde des Vaders, de genade des Heeren Jezus Christus en de troostvolle gemeenschap des Heiligen Geestes. Van dat wondere nabij-leven en wonen bij de HEERE God psalmt Asaf:

„Maar 't is mij goed, mijn zaligst lot, Nabij te wezen bij mijn God!" _

Bij dat heilgenot worden gevoeld in het hart de beginselen der eeuwige vreugde, als hemelse gave uitgegoten door de Heilige Geest; de vrucht des Geestes is blijdschap.

Die vreugde in God wekt heimwee naar de volzalige vreugde des Heeren. Nu, dat hopend verlangen wordt eens vervuld.

Verzegeld geworden met de Heilige Geest der belofte, heeft Gods Kerke het onderpand des Geestes, *dat komt de dag der verlossing, om te gaan inwonen bij de HEERE God.

Alle keurlingen en lievelingen van Jehova zullen ten dage van Christi openbaring in heerlijkheid worden opgenomen in het Paradijs Gods. Om altoos, eeuwiglijk bij God te wonen en te wezen met de HEERE^

Ziet, de tabernakel Gods is dan bij de mensen en Hij zal bij hen wonen. En zij zullen Zijn volk zijn, dat woont bij Hem en heeft zingenstof, om te loven de Vader, de Zoon en de zeven Geesten, die zijn vóór de troon en om eeuwig te zingen van Zijn goedertierenheden.

Wat zal dat zalig zijn! O, Volk des Heeren! in uw druk verheuge u het blijde vooruitzicht: Uw aangezicht in gunst tot mij gewend. Schenkt mij in 't kort verzadiging van vreugd; De lief lij khêen van 't zalig hemelleven, Zal eeuwiglijk Uw Rechterhand mij geven!"

Nu woont gij nog uit van de Heere en zijt gij in het strijdperk. Uw ziel kleeft zo vaak aan het stof; mocht dat u geven aanbinding aan de genadetroon, om af te bedelen Geestesgenade tot de geestelijke Hemelvaart uwer ziel.

Opdat Gij door de kracht van Christi Geest moogt zoeken de dingen, die Boven zijn, waar Christus is, gezeten ter Rechterhand der Majesteit Gods, met Wien uw leven is verborgen en veilig geborgen in God.

Mocht uw gebed veel opgaan, U verootmoedigende voor God als een wederhorig kroost en als armen smekingen sprekende voor des Heeren aangezicht!

Om in de Naam des Heeren Jezus te vragen om de toepassende daden des Geestes, om Uitdeling van en bedeling met de goederen des Koninkrijks die niet zijn spijze en drank, maar rechtvaardigheid, vrede en blijdschap door de Heilige Geest.

En bedroeft niet de Heilige Geest, door welke gij verzegelt zijt tot de dag uwer verlossing.

Klimme ten hoge hemel op de bede der Bruid: „Ontwaak, Noordenwind en kom, gij Zuidenwind, doorwaai mijnen hof, dat zijn specerijen uitvloeien " En bij verhoring dier bede gaat het naar het Psalmwoord: „Dan zingen zij, in God verblijd, aan Hem gewijd van 's Heeren wegen."

Dan wordt, met door Geestesvuur gelouterde tongen, lof gezegd aan God Drieënig, Die wonderen werkt, Jacobs heilig kroost (van nature een v.'ederhorig kroost) zegent met vrede en troost.

En er wordt gejubeld: „Een milden regen zondt G' o Heer', Op uw bezwijkend' erfenis neer, om sterkt' aan haar te geven."

Lezers! Gaat gij nog door het leven als een wederhorige? Als een heit Evangelie Wederstrevend zoïidaar? Als vijand van God en Sions Koning? Wederstaat gij nog altoos de Heilige Geest?

Reisgenoten naar de eeuwigheid!, zó voortlevende, zó stervende, , zult gij eerlang vergaan en voor eeuwig zijn vervloekt. Daar zal zijn wening en knersing der tanden! Och, dat gij mocht merken op Gods sparend en verdragend geduld. Hij laat u nog leven in de bedeling des Geestes, onder het aanbod der genade.

„Zoekt de Heere, terwijl Hij te vinden is, roept Hem aan, terwijl Hij nabij is." Op het Pinksterfeest is weer onlangs verkondigd geworden dat Evangelie (Hand 2:21): Het zal zijn, dat een iegelijk, die de Naam des Heeren zal aanroepen, zalig zal worden."

Och, dat uw vragen en zuchten mocht worden: Heere, leer mij bidden door Uw Geest der genade en der gebeden, om de Geest en Zijn 'zaligmakende gaven, voor een wederhorige gelijk ik ben. «

De HEERE, in Israël geprezen, deed wonderen, Hij alleen.

Dezelfde God leeft nog. De Koning Sions regeert. Hem is gegeven alle machtt in hemel en op aarde. Hij houdt in Zijn kruisdoorboorde handen Zijn scepter van Woord en Geest. Hij kan nog wonderen doen. Ook dit wonder der genade, dat wederhorigen in Sion worden geboren, wedergeboren tot een levende hope op het Vaderhuis, alwaar vele woningen zijn, om aldaar eeuwig te wonen bij de HEERE God!

Och, of de Heere mocht waar maken alom Zijne belofte: En van Sion zal worden gezegd: Die en die is daarin gf'boren! Dat dit mocht worden getuigd, vroeg of laat, óók aangaande U. En....

God zal hen Zelf bevestigen en schragen, En op Zijn rol, daar Hij de volken schrijft, Hen tellen als in Isrel ingelijfd. En doen de naam van Sions kind'ren dragen.

St. M.dijk,

de B.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen