Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Indische Aangelegenheid

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Indische Aangelegenheid

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Bovenstaande kwestie is nog steeds niet tot oplossing gebracht. Geen wonder! h B

Heel de zaak is verkeerd begonnen. Hoe heeft de Regering er ooit toe kunnen komen om onderhandelingen aan te knopen met een persoon als Soekarno, een aarts-collaborateur en aarts-vijand van Nederland, die sprak: „Snijdt alle Nederlanders de hals af."? Hoe heeft zij die onderhandelingen kunnen voortzetten met de republikeinse regering, die open-'ijk haar intens vijandige gezindheid jegens Nederland en al wat Nederlands is bij voortduring uitsprak? Hoe heeft zij met het sluiten van het accoord van Linggadjati er aan kunnen mede werken, dat deze regering door de erkenning van de facto vast in het zadel gezet werd? ^oe heeft ij de weg er toe kunnen bereiden, dat de republikeinse regering door de facto-erkenning zich tot de Orgaisatie der Verenigde Naties kon d d d h d r v d n e d W r d t v I wenden en een beroep op haar kon doen ? Hoe heeft zij, die zich bij voor. keur een democratische noemt, het willen aanzien, dat Soekarno en 4 zijnen een terreur uitoefenden erger nog dan die van Hitler? Hoe heeft zij het willen bevorderen, dat deze lieden met de meest gruwelijke weldpleging de voet op de nek van Indische volkeren, die niets met hea van doen willen hebben, konden zet ten en gaan zetten ? Hoe heeft zij het kunnen bestaan na zovele en zulke ontzettende gruweldaden, na zovele bestandsschendingen en na zovele moordpartijen voor de zoveelste maal nog eens weer met haar te gaan onderhandelen, haar zelfs na te reizen en na te lopen heel naar Kalioerang toe ? Hoe heeft zij zo lang en zo schromelijk een harer eerste plichten, n.l. om de levens en goederen harer onderdanen te beschermen, kunnen verwaarlozen? Duizen. den en duizenden harer onderdanen hebben in Indië dat jammerlijke plichtsverzuim met hun leven moeten betalen en velen hunner zijn zelfs op een afschuwelijke wijze afgeslacht.

Zo zou men voort kunnen gaan met de ene vraag na de andere te stellen. Vragen, die alle een sprekend getuigenis afleggen, hoe verkeerd en jammerlijk de iiachtereenvolgend« Kabinetten en de hen steunende partijen nu al drie jaren lang inzake In. dië gehandeld hebben.

En al die handelingen hebben tó alleen aan 's lands schatkist nuilioenen bij millioenen gekost, maar, wat nog zo veel te erger is, aan zo ontzaggelijk velen het leven. Hoevele families zijn ook niet dientengevolge hier te lande in zware rouw gedompeld! Hoeveel verlies is er ook niet in allerlei bedrijven geleden! Hoevele werkkrachten zijn er niet onttrokken aan bedrijven, waarin zij in het geheel niet of o zo node konden worden gemist! En dit geldt niet alleen ons land, maar wel in de eerste plaats Indië zelf, waar dit alles in nog zoveel te erger en gruwelijker mate wordt gevoeld.

En dit vreselijke drama gaat nog maar steeds voort. Nog steeds woedt in Indië de ergste terreur, nog steeds worden er moord en doodslag onder de Indische bevolking bedreven i^-^g steeds hebben er brandstichtinge/ir vernielingen plaats; nog steeds val len er doden en gewonden onder onze jongens in Indië. Nu heeft er dan — zoals bekend is —

Nu heeft er dan — zoals bekend is — opnieuw een onderhandeling te Kalioerang plaats gehad. De ministers Sassen en Stikker hebben aldaar met de minister-president der republiek, Mohammed Hatta, dusgenaamde informele besprekingen gevoerd. Deze hebben niet lang geduurd, want de ministers zijn al weer spoedig naar Batavia teruggereisd en hebben daar de opzienbarende mededeling gedaan, dat zij Zondag 5 December naar Nederland zullen afreizen. Weer wordt alzo des Heeren dag door de ministers ontheiligd! Wie kan bij zo gedurige schending van die dag nog iets goeds van de onderhandelingen verwachten ? Wie heeft zich niet te bedroeven, dat deze Regeringspersonen met hun reizen op Gods dag zulk een slecht voorbeeld voor ons volk geven? Wordt die dag al niet genoeg in Nederland ontheiligd, dat daaraan ook nog Overheidspersonen deelnemen en daarby zulk een ellendig en bedroevend voorbeeld geven.

Wat de onderhandelingen te Kalioe-rang zelf en het spoedige vertrek der ministers naar Nederland betreft, dienaangaande zijn zeer velen van oordeel, dat de onderhandelin- gen geen gunstig resultaat hebben opgeleverd. Een Indisch bericht g-ewaagt er zelfs van , dat deze als mislukt moeten worden beschouwd. De onderhandelende partijen moeten het op verschillende punten, onder andere over de Interim-regering, de positie van de Hoge Vertegenwoordiger van de Nederlandse kroon in Indië en over die van de onderscheidene legers niet eens hebben kunnen worden.

Zo lang ons echter geen officiële mededelingen van de Regering ter beschikking staan, zullen wij die oordeelvellingen en berichten over de volgens hen mislukte conferentie maar laten voor hetgeen zij zijn en ons voorzichtigheidshalve daarmee niet nader inlaten en nadere betrouwbare inlichtingen afwachten alvorens ons definitief oordeel uit te spreken. Alleen wensen wij er thans van op te merken, dat het zeer wel kon zijn, dat deze metterdaad juist zijn.

In geval dit wezenlijk zo is, zal de Regering zich dan haar positief gedane uitspraak, dat de huidige toestand in Indië niet lang meer te dulden is, nog herinneren? Of zal zij ook nu weder doen alsof zij niets gezegd heeft? Zal zij hare woorden ook deze keer weer ter aarde laten vallen? Het is zeer te vrezen.

Men zou dit kunnen afleiden uit het feit, dat de deskundigen en de parlementaire waarnemers (de Kamery-ien) niet gelijktijdig met de misisters en de heer Neher, die wel gelijktijdig met hen naar Nederland gaat, naar Nederland terugreizen en dat van de terugkeer der waarnemers, althans tot dusverife, op een latere datum niets is aangekondigd. Daaruit concluderen zeer velen, dat de Nederlandse Regering rekening houdt met de mogelijkheid, dat de onderhandelingen, nadat door haar overleg gepleegd is met de heren Sassen, Stikker en Neher, voortgezet worden.

Voorts is het ten aanzien van de Indische aangelegenheid niet van belang ontbloot, dat dr. Beel en vijf Kamerleden in Bondowoso een vergadering van het voorlopig Parlement v^n Oost-Java hebben bijgewoond. In die vergadering deed dr. Veel als Hoge Vertegenwoordiger l^n de Kroon de niet onbelangrijke mededeling, dat het de uitdrukkelijke bedoeling der Nederlandse Regering is, dat de regelingen voor het bewind van Indonesië in overgangstijd voor 1 Januari aanstaande in werking zullen treden.

In Indische kringen hecht men aan deze mededeling van de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon na het genomen besluit van de Nederlandse ministers om naar Nederland terug te keren, grote waarde. Men is daarin van mening, dat de Nederlandse Regering in elk geval zal voortgaan met haar reeds vroeger opgesteld plan om voor 1 Januari a.s. de Interim-regering in te stellen.

Bovendien is het te dien opzichte van betekenis, dat de ministers een ontmoeting ten paleize van de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon hebben gehad met de contactcommissie van het bijzonder federaal overleg, die onder voorzitterschap van Sultan Hamid van Pontianak staat, en met de leden van de voorlopige Federale Regering.

Ook hebben de ministers na hun terugkeer te Batavia besprekingen gevoerd met de Hoge Vertegenwoordiger van de Kroon en de Kamerleden, die als waarnemers in Indië functioneren.

Ten slotte nog enkele opmerkingen over het interim-rapport, dat de zo­ genaamde Commissie voor (ïoede Diensten inzake de Indische aangelegenheid nu kort geleden wereldkundig heeft gemaakt

Hoe worden de voorstanders van de aansluiting bij de Organisatie der Verenigde Naties toch met hun eigen stukken geslagen! Hoe hoog hebben dezen destijds, toen daarover in het Parlement gedelibereerd werd, daarvan niet opgegeven! Welke hoog gestemde verwachtingen hadden zij er niet van tot de Anti-Revolutionnaire en Christelij k-historische Kamerleden toe! Hoe hebben zij allen — de Kamerleden der S.G.P. uitgezonderd — de aansluiting bij voornoemde Organisatie niet met klem en kracht bepleit! Hoe hadden zij millioenen bij millioenen, hele tonnen gouds , die de Nederlandse belastingbetaler bij de zware en hoge belastingen en lasten ten slotte maar heeft op te brengen, daarvoor niet gaarne over! Zij erkenden wel allen met geheel eenparige mond, dat Nederland arm, schrikkelijk arm was, maar neen, neen, de millioenen gelds wensten zij toch naar de Organisatie van de Verenigde Naties gestuurd te hebben vanwege het hoge landsbelang, dat zij daarin zagen.

En nu de uitkomst? Deze is gelijk de S.G.P. Kamerleden destijds voorspeld hebben. Zij is hoogst schadelijk voor ons land.

De Regering zelf heeft kort geleden moeten erkennen, dat de Commissie voor Goede Diensten, welke de Organisatie der Verenigde Naties met schending Van recht en gerechtigheid ons op het dak gestuurd heeft, schadelijk werkt voor de totstandkoming van een goede verhouding tussen Nederland en Indië.

En nu weer dit interim-rapport van de Commissie voor Goede Diensten, waarvan elk, die het onbevangen en onpartijdig beziet, moet zeggen, dat het onvolledig en daarom hoogst misleidend is, dewijl daarin partij voor de republiek getrokken wordt. En mede voor zulk een jammerlijk rapport, dat ons land niets dan schade kan berokkenen.... geeft Nederland jaar op jaar tonnen gouds uit.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 1948

De Banier | 8 Pagina's

De Indische Aangelegenheid

Bekijk de hele uitgave van donderdag 9 december 1948

De Banier | 8 Pagina's