Jezus of Bar-abbas
Maar de overpriesters bewogen de schare, dat hij hun liever Bar-abbas zou loslaten. Marcus 15:11
ifadat de Heere Jezus door het Sanedrin veroordeeld was tot de dood, jgenaamd wegens Godslastering, rachten zij Hem des morgens vroeg Dt Pilatus, de wereldlijke rechter, ij hadden geen macht tot doden, en adden de veroordeling nodig van de omeinse overheid.
Ook was dit nodig ten aanzien van C^^^itverkorenen, dat de Borg in et openbaar door de wereldlijke tchter veroordeeld werd, opdat zij 1 het gericht Gods zouden kunnen vrijverklaard.
Voor Pilatus beschuldigden de Joden em niet van Godslastering, omdat ie heiden dit geen doodzonde zou chten, maar hier wordt bijzonder i nadruk gelegd op Zijn Koninghap, opdat Pilatus in Jezus een vijnd zal zien van de Romeinse staat n van de keizer te Rome. l'^ederom bekent Christus. Op de aag: „Zijt gij de Koning der Joen ? " antwoordt Hij; „Gij zegt et".
Lan de bekentenis van het eeuwige Genschap voor Kajafas en de beentenis van Zijn Koninklijk ambt oor Pilatus hangt de zaligheid van erk. En ofschoon Christus hier-'e Zijn doodvonnis ondertekent, irkent Hij openbaar. Zo groot is Zijn jver voor de ere des Vaders en Zijn iefde voor de Zijnen. Maar, hoe ilijkt hier de boosaardige en arglisige vijandschap der Joden. Niet aleen Pilatus, maar ook Herodes moet egen Christus worden opgezet. 3aarom beschuldigen zij Jezus als vare Hij een revolutie-maker en op-•oerling. Maar op alle ingebrachte )eschuldigingen zwijgt Hij, en dat liet uit verlegenheid, maar met onverschrokken vrijmoedigheid en met koninklijke waardigheid,
Het Koningschap wordt verdedigd, ; ie Joh. 18:34-37, maar de lasterijke aanvallen op Zijn Persoon acht iij geen wederlegging waardig, zolat Pilatus zich verwonderde (vers ') en een uitweg zocht om Christus rij te laten door Hem te plaatsen egenover een moordenaar, Bar-Ab-)as.
Het was een gewoonte om ter ere ran het feest een gevangene vrij te aten. Het was wel een kwade gewoonte, om een misdadiger weer op ie samenleving los te laten, maar de loden begeren dat Pilatus deed, geijk hij hun altijd gedaan had (vers 8). Pilatus ziet hierin een middel om Jezus te verlossen uit de handen der priesters, menende, dat het volk fïem toch zeker zal verkiezen boven ie moordenaar Bar-Abbas. Ja, reeds acht hij het vanzelfsprekend, gelijk te zien is in de vraag (vers 9) „Wilt gij, dat ik u de Koning der Joden loslate? " Maar Pilatus wist niet, dat het volk zich zou laten bewegen om Bar-Abbas te begeren. Bar-Abbas, of liever volgens de geleerden Jezus Barabbas naar zijn volle naam, welke betekent: Jezus Zoon des Vaders, was gevangen met andere oproermakers, toen in Jeruzalem zeker oproer gesticht was. Hij was om een doodslag in de gevangenis geworpen. Johannes noemt hem een moordenaar. Evenwel, de overpriesters weten het volk zo te beïnvloeden, dat zij roepen: „Weg met dezen, laat ons Bar-Abbas", of „Wiet dezen .maar Bar-Abbas". Pilatus probeert nog zijn invloed te doen gelden maar de eis. des volks en der overpriesters geroep wordt zo geweldig dat hij toegeeft en oordeelt, dat hun eis geschieden zal. Hij laat hun los degene, dié om oproer en doodslag in de gevangenis geworpen was, maar gaf Jezus over aan hunnen wil.
Zo kwam de moordenaar los en de onschuldige Jezus aan het kruis. Onuitwisbare schande voor Israël. Verraad en moord gepleegd aan Vorst ]\ïessias, onder aanvoering van overpriesters en schriftgeleerden. En nochtans ligt van deze keuze van Israël de hogere oorzaak in de wil en de rechtvaardigheid Gods. Het moest zo gaan naar Zijn bepaalde Raad en Voorkennis. Het moest zo gaan naar de Schriften, het was afgebeeld in Jozef, verworpen door zijn broers, geworpen in de kuil, om daarna als middel in Gods hand te dienen om een groot volk in het leven te behouden. Zo moest Sions heerlijke Borg door Gods Raad en Recht gekruist, om de gegevenen des Vaders te verlossen van de eeuwige dood en hun te verwerven het eeuwige leven.
Maar, ook Israël moest openbaar worden in de ontzettende vijandschap tegen God en Christus, Het Hosanna-geroep moet blijken slechts oppervlakkige godsdienst te zijn geweest, vreemd aan ware genade. Israël had Jezus aanvaard, indien Hij Israël verlost had van de Romeinen en een aardse heerlijkheid aan Israël gegeven had. Nu het bleek, dat Zijn Koninkrijk niet was van deze wereld en dat Zijn werk was te verlossen van de heerschappij der zonde, nu blijkt het, dat Israël niet van de zonde en van de eigengerechtigheid verlost wil worden. Dat het geen verlossing begeert en Christus verwerpt, toont de ontstellende blindheid aan van de natuurlijke mens, ondanks al zijn godsdienst. Israël verwerpt de zaligheid door Christus uit genade te verkrijgen en zoekt de zaligheid uit de vermeende werken der Wet. Tot op de huidige dag blijft Israël weigeren de Christus der Schriften te omhelzen door het geloof, en ondanks de ontzaggelijke vloek Gods en Zijn oordelen blijft het volharden in de Christus-verwerping.
Israël koos Bar-Abbas, en in in zijn persoon koos het de moord, het oproer. Maar het is aan de weet gekomen, wat dit zeggen wil. Steeds komt in de geschiedenis van de Joden de moord en het oproer duizenden en duizenden Joden afsnijden van het heden der genade, om ellendig en veracht om te komen door geweld.
Al moest de Christus alle deze dingen lijden en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan, dat neemt niet weg de ontzettende nationale schuld voor God, waaronder Israël reeds vele eeuwen gebukt gaat. Huiverend denken we aan dit alles en de oordelen in de tijd zijn nog maar gering te achten bij de toorn Gods, die Israël te dragen krijgt in die ontzaggelijke eeuwigheid. En 't past ons, heidenen 'i'; ^ nature, rv^enwel niet uit de hoogt op Israël neer te zien. O neen, Israël is ons aller beeld van nature. Ook wij verwerpen de Christus in onze blindheid. Ook wij kiezen Bar-Abbas. Niet alleen de brute wereldling, ook de godsdienstige belijder. Zolang de mens leeft uit het verbroken werkverbond is hij 'n vijand van Christus. Het is slechts algemene genade, indien het niet tot openbaring komt door openlijke verwerping van God en Christus.
Daarom is ontdekking zo nodig, opdat de mens zichzelf als een vijand leren kennen mocht. Ontdekking doet de mens zijn schuld voor God kennen uit de Wet. Dan komt behoefte aan verlossing uit de staat der diepe ellende. Dan krijgt het Lam Gods waarde, dat de zonde der wereld wegneemt. Christus wordt noodzakelijk, onmisbaar en dierbaar. Dan wordt gekozen, maar anders dan Israël koos. Dan wordt het: Geef mij Jezus of ik sterf, want buiten Jezus is geen leven. Dan wordt het een wonder van genade, dat Christus wilde verworpen en gedood worden, opdat de zaligheid verworven zou worden voor hellewichten.
Gelukkige mens, die in de dood van Christus het leven voor zijn ziel mag leren zoeken en vinden. Hoe heerlijk wordt dan de Persoon des Middelaars ook in Zijn verwerping door Israël. Ban geen vleeslijk medelijden met Jezus, maar aanbidding en verwoncering. En een telkens vernieuwde keuze om het met Hem alleen te houden, ook in Zijn allerdiepste vernedering.
Een keuze om Hem lief te hebben en aan te hangen en uit te roepen tot Koning over het hart. Dan zal Gods volk de vijandschap der wereld en hun verwerping van de wereld blijmoedig aanvaarden, als navolging van Christus, Indien wii niet met Bern lijden, we zullen ook niet met IJem verheerlijkt worden. Zijn wij ontrouw. Hij blijft getrouw. Zijn wij zwak, Hij is machtig. Hij draagt de Zijnen door een wereld vol vijandschap naar de eeuwige heeiiijkheid. Christus werd verworpen en Bar-Abbas gekozen, opdat God Zijn volk bekend zou maken met Zijn verkie-' zende liefde, hoewel Hij hen rechtvaardig had kunnen verwerpen, voor eeuwig.
Bar-Abbas had de dood verdiend en krijgt het leven door de verwerping van Christus. Zo is Bar-Abbas beeld van Gods volk.
W.
C. v. D.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 maart 1949
De Banier | 8 Pagina's