Brief uit Zeeland

cv.

Zeeland is een polderland bij uitnemendheid. Doorspoeld van rivieruitlopers en zeearmen. Gelegen aan de Noordzee. Veel dijken nodig hebbende tot bescherming. Voor een deel voortgekomen uit ingedijkt land en anders gevormd door voorheen hoog liggend maar thans ingeklonken grond, zodat ook daar de dijk ter bescherming nodig is, dan wel de duinen tegen het steeds afnemen door de schurende stroom versterkt moeten worden.

Reeds meermalen is er op geAvezen en in een Zeeuwse brief uiteengezet welke bijzonder zware lasten al die beschermingsmaatregelen en versterkingen met zich brengen-Al is dan ook voorheen reeds daarop de aandacht gevestigd, er is aanleiding om dat toch weer te doen, aanleiding te meer, omdat van een grote polder, namelijk van de polder Walcheren, een noodkreet is uitgegaan dat de lasten niet meer te dragen zijn.

Indien dergelijke gevallen zich voordoen in de andere eilanden, dan is er nog mogelijkheid om de achter de zeewerende polders mede te doen betalen aan de kosten van de zeewering. Maar, dat kan in Walcheren niet. Walcheren is, behoudens enige kleine polders welke zelf ook met de last van zeeweringen te kampen hebben, één geheel. De lasten worden dan ook over de gehele polder gelijk gedragen. Er is dus geen mogelijkheid meer om die lasten af te v/erpen op anderen, en het enige wat rest is een verhoging van het dijkgeschot

Plet dijkgeschot dreigt dan ook straks te verdubbelen, en is reeds nu met ongeveer ƒ 20— per hectar gestegen. _

Dat zegt steeds wat, maar dat zeg»-) nog meer voor een bevolking als dP^ Walcherse, welke reeds veel heeft moeten lijden, welke reeds vanaf 1944 geen, of een sterk verlaagd in komen heeft. Dat zegt wat voor di eigenaren van gebouwen, welke dooi de inundatie toch reeds zware lastei moeten opnemen voor het herstel en die geen mogelijkheid meer zien nog maar de geringste rente van hun bezit te verwerven. l l ri g

Het is dan ook niet te bevreemden, ^P dat het bestuur van die polder, on­ g langs in vergadering bijeen, ten je einde, onder anderen, ook het dijlt-i^ geschot nog extra te verhogen, "-•'^ noodkreet slaakte. : o

De kosten van de zeeweringen zijj sterk gestegen. Veel oorlogsschade is ook daaraan ontstaan. En, wat blijkt nu het geval? Wordt die oorlogsschade vergoed? Ja, die oorlogs. schade wordt vergoed, maar daarbij doet zich toch wel een eigenaardig verschijnsel voor. In de laatste bezettingsjaren was het niet mogelij]; om dijk en duin behoorlijk te onderhouden. Er was geen personeel, of geen materiaal, of het werd niet toegestaan door de bezetter. Welnu, ieder zal het duidelijk zijn, dat daardoor een dubbele achteruitgang ont stond. , lel ( ) 'a U im Ie ; i !e Ie e l m p : e r

Maar, zo wordt een redenering opge. zet van hen, die over de betaling van de vergoeding hebben te beslissen, « is achterstallig onderhoud. Zoveel ja. ren is er niets aan gedaan en gewoonlijk kostte dat onderhoud een bepaald bedrag. Dat is dus geen oorlogsschade, dat is achterstallig onderhoud, en behoort ten laste van het polderbestuur te blijven. Op zichzelf bezien, niet geheel zonder grond. Maar toch, vergeten wordt dat het polderbestuur geen mogelijkheid heeft gehad om reserves te kweken, Als de redenering juist was, dan zouden er toch bedragen bespaard zijn geworden, en dat is nu niet het geval. Diensvolgens komen deze lasten nu nog eens de reeds bijzonder gerezen onkosten te verhogen en is het duidelijk, dat de eigenaren der gronden en gebouwen, naast de toch al hoge belastingen voor Rijk, Provincie en Gemeenten, ook die last rog voor zich ziena •e llo 'a b pi 1 1 1 Il ; e e ; 0 P

Het zou van een niet goed inzicht getuigen als niet erkend werd dat de Regering reeds veel aan Walcheren besteedde, dat ze veel voor Wal-^E cheren doet, maar, het zou evenmin de toestand juist weergeven, als daaruit de gevolgtrekking werd gemaakt, dat het nu wel met Walcheren gaan zal, dat het nu een bijzon­ lo la der bevoorrechte positie inneemt, ^t dat er nu een goede financiële basis _ is gelegd die bij voorbaat uitsluit dat |_ ik er zorgen zouden zijn. is

Wat nu ? Moet de Regering dan maar weer bijspringen? Moet de Provincie hulp bieden? Hulp is nodig, nodig opdat ten slotte de bezittingen niet geheel waardeloos worden, en dat het geld wat nu reeds besteed is, straks niet als weggeworpen zal moeten worden beschouwd. Om die reden zal het niet anders kunnen of de Regering zal wat moeten doen. Zo weer een klaagtoon. Het kan niet anders en mag niet anders. En toch is uw briefschrijver zich wel bewust, dat er overal tekort is, ook dat de Staat grote tekorten heeft. Meermalen vraagt hij zich af hoe eindelijk de tekorten zullen kunnen worden weggewerkt, maar dat mag toch niet leiden om maar stil te zijn waar melding plicht is. ) e « E E E ^ •V ir r i e s [e ir P

Uw Zeeuwse Briefschrijver

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen