Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een gegronde vertroosting

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een gegronde vertroosting

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Daarna troostte David zijn huisvrouw Bathseba.

2 Sam. 12:24

David, de man naar Gods hart, was n bleef bij alle ontvangen genadepeldaden, een in zichzelf zondig chepsel. Hoe diep was hü gevallen de zonde. Hoezeer heeft Gods 'olk te smeken om bewaard te blijen voor de verleiding van het vlees, iemand verheffe zich boven David, naar een ieder "bedenke: „die meent e staan, zie toe dat hij niet valle". Ivenwel, de Heere bezoekt de zonde )ok in David. Ja, juist bij zijn liefkinderen, opdat zij Zijn heilig-.' deelachtig worden. De Heere ipaart geen vlees. David moge alles ioen om het kwaad te bedekken en ir zelfs een gruwelijke, voorbedachte noord voor op zijn geweten laden, Jod is geen ledige aanschouwer. Hij endt Nathan met een harde boód-; chap; „Gij hebt Uria met het iwaard verslagen en daarom zal het waard van Uw huis niet wijken. Gij lebt het in het verborgen gedaan, naar ik zal u straffen voor de ogen 'an gans Israël".

David valt in de schuld voor God en trijgt vergeving, maar omdat hij de 'ijanden des Heeren grotelijks heeft ioen lasteren, zal de zoon die hem 'eboren is, sterven. En het kind ivordt krank, ja zeer krank. David oekt God voor dat jongske, vastenfe en liggende op de aarde. Zijn va-'jj, !efde ontsteekt; hy wil het zo sfaag houden; vlees kan geen vlees missen. Hij is zich bewust, dat het ongenoegen Gods hieruit blijkt. Al zijn hem de gruwelijke zonden, in ivare boetvaardigheid beleden, genadiglijk vergeven, toch moet hij de bitterheid der zonde in haar gevolgen ondervinden. Gk> ds volk zondigt niet zo goedkoop. De Heere handelt af met Zijn volk. En niet alleen het lijden des lichaams, maar ook die onsterfelijke ziel van het kind weegt hem loodzwaar op het hart.

Sterven is God ontmoeten, ook voor een pasgeboren kind. Ook dat kind ligt verdoemelijk voor God door erfschuld, beroofd van Gods Beeld. Geen slaap ziet zijn oog, geen spijs komt over zijn lippen. Het is hem bang. Wat smeking en geween is bij hem, om genade en geen recht. De Heere is recht, als hij het kind laat verloren gaan. Het is in zonde ontvangen en geboren. En God kan van Zijn recht niet af. En de dood nadert met rasse schreden.

De Heere trekt door en hij merkt aan het gemompel zijner dienaren, dat het afgelopen is. Maar dan komt er een grote wending in zijn ziel. De hemel gaat open. Hij krijgt te geloven, dat het is ingegaan in de eeuwige heerlijkheid. Welk een blijdschap daalt neder, en zalige verwondering, vanwege de onpeilbare liefde Gods, om zulk een in zonde geboren wicht op te nemen in de zalige hemel, al had het, zeven dagen oud, nog de besnijdenis niet ontvangen.

Daarom vast hij nu niet meer. Het keert niet meer weder. Voor een dode bidt Gods volk niet meer. Dan is het lot beslist. De Heere beschikt over leven en dood. Hij doet met het zijne, wat Hem behaagt. Onderwerping aan Gods wil en een sterke troost over des kinds gelukzalige staat, vervult zijn vaderhart. Ja, zo sterk breekt het geloofslicht door, dat hij gelooft, dat hij, David zelf, tot hem zal gaan. Niet alleen tot hem in het graf, dat nimmer zegt, het is genoeg, maar tot hem in dat Vaderhuis daarboven, met zijn vele woningen.

Nu kan hij het kindje overgeven. Nu is de smart gelenigd en geheiligd. Zelfs kan hij , nu de diepbedroefde moeder troostei, , die in bec besef va haar zonde, wenend zit bij het doda kind. Samen hebben zij gezondigd, samen de smart doorgemaakt; dat zij nu samen mogen delen in de Goddelijke vertroosting, dat is de hartelijke wens van de weer opgerichte man en vader.

Maar dan zal ook Bathseba voor God in de schuld moeten vallen. Ook zij kan alleen vertroosting ontvangen in een weg van ware zielsvernedering en oprechte schuldbelijdenis. Ongetwijfeld heeft David hier onderwijs in die geest gegeven. Hü was immers zelf bij vernieuwing schuldenaar voor God geworden? Hoe had hij gemeenschap mogen oefenen met dat pasgeboren kind. dat reeds juicht voor de troon. Eerst er mee in de nood gebracht en daarna ermee in het wonder gebracht. Dat onbegrijpelijke van de liefde Gods in Christus, heeft hem met vertroostingen vervuld. Daarom mag hy zijn gade troosten. Hij zal haar gewezen hebben op Gods vrij macht, om te beschikken over leven en dood en ook op Gods liefde, die hun kindje wel van hen wegnam, maar om het ais een pareltje te hechten aan Jezus Middelaarskroon.

Al moet de Messias nog komen, het geloof heeft Hem tot voorwerp, ook vóór de komst in het vlees. Daarbij zal hij niet hebben nagelaten Bathseba te wijzen op de noodzaak van verzoening en verlossing van de zonde, want als Gods volk zelf bij vernieuwing uit de banden verlost is, kunnen zij daar immers niet van zwijgen.

Dat vertroostend onderwijs zal verder bestaan hebben in een voorstelling van de ruime mogelijkheid tot verzoening met God. Zalig kunnen worden in een weg van recht, met behoud van Gods deugden, alleen door het werk van die dierbare Middelaar, zou dat geen vertroosting zijn, voor de waarlijk bedroefde en verslagen ziel, die treurt vanwege schuld en zonde?

Die vertroostende onderwij ziiigen zijn ongetwijfeld gepaard gegaan met vurig gebed. Wat niet biddende betracht wordt is tot mislukking gedoemd. Maar dat moet dan een geloof sgebed zijn. Wat niet uit het geloof is, kan God niet behagen.

Gezien de gunstige uitslag en wat Gods Woord verder over deze vrouw meedeelt, geloven we, dat het geloofsgebed niet ontbroken heeft. Met vrijmoedigheid en kracht heeft David aan haar ziel gearbeid en met vurig gebed heeft hij vóór haar gearbeid aan de troon der Genade. Het licht der genade, inschijnende in Davids hart, doet hem de wijsheid, macht, en waarheid Gods inleven tot eigen sterkte en tot onderwijzing van Bathseba.

En waaruit maken wij nu op, dat het onderwijs vrucht gedragen heeft? Zij is ten eerste altijd Davids meest geliefde gemalin gebleven. Daar lagen dubbele banden! Zij wordt in de Schrift altijd met ere genoemd, '. 'M'ij} haar geestelijke wijsheid blijicfc uit Spreuken 31. Zij is de moeder van Salomo het tyi> e van Christus in de staat Zijner verhoging, hetgeen geacht mag worden als een bewijs, dat de Heere niet alleen Davids zonde, maar ook die van Bathseba heeft verzoend en gereinigd door het Bloed en de Geest van Christus. God heeft hun huwelijk bevestigd, al was het begin niet goed, zelfs zéér zondig gevsreest.

Zo zien we dus, dat God uit het kwade het goede kan doen voortkomen. Al blijft Davids overspel een ernstige waarschuwing voor een ieder, het is anderzijds jammerlijk, wanneer men Gods volk om hun feilen haat en veracht, wijl wij dan wijzer willen zijn dan God, die hun zonden verzoend en weggenomen heeft.

Daarbij heeft elk mens een verdorven natuur en het is alleen Gods bewarende hand, als men voor zulke gruwelen bewaard blijft.

Maar de Goddelijke genade is kostelijk verheerlijkt in David en zijn gade en in zijn kind. Daar zal Hij eeuwig in verheerlijkt worden. Gelukkig volk, dat ondanks alle gebreken en zonden delen mag in de liefde des Drieënigen Gods, uit kracht van het onveranderlijk verbond en de \'oIvoering • daarvan door de Verbondsmiddelaar. Dat volk is gelukl< ig', dat zalig wordt omdat God het V7fl, niet omdat zü het willen, want dafi ZOU" er niet één komen. Zij zouden hét bij aan-en voortgang verzdKftigen. Maar nu doet hun ontrouw de getrouwheid Gods niet te niet. En al leven we uiterlijk nog 7; o netjes en wij missen de genade, komen.we, - ^ met dat al, nog •peuWig om, al geeft het ons geen vrijbrief om te zondigen.

W. v. D.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 1949

De Banier | 8 Pagina's

Een gegronde vertroosting

Bekijk de hele uitgave van donderdag 23 juni 1949

De Banier | 8 Pagina's