Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

FARIZEËR EN TOLLENAAR

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

FARIZEËR EN TOLLENAAR

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

o God! ik dank U! O God! wees mij zondaar genadig! Lukas 18:11b, 13b.

ees mij zondaar genadig. Eigenlijk staat er: Wees met mij ver- |2oend! O God door mijn zonden heb ik u vertoornd, mijn schuld is ontzaggelijk groot; deugden en vrome werken heb ik niet u voor te stellen, en al zou ik enige goede werken en enige gerechtigheid kunnen tonen, Ik weet: alle deugd is ondeugd, alle werk met zonde besmet, alle eigene 'jg'erechtigheid is ongerechtigheid voor uw heilige ogen.

b God, Gij zult mijn ziel redden en jDehouden van de toekomende toorn, dan zal dat slechts kunnen zijn uit Ivrije genade, om Christus' wille. |De tollenaar deukte dat uit door te f preken van „verzoend worden", pier was het: Mijn Rechter zal ik |> m genade bidden, om genade terwille van de grote Borg en Middeifaar. Die werd af geschaduwd in de lempeldienst, de offeranden, de Arke pes Verbonds.

JDit had de Heilige Geest de tollenaar geleerd: alleen is er verzoening, befv-rediging van de Rechter op grond Wan het offer van het Lam Gods en [Ide aangebrachte gerechtigheid van IlSions Borg.

|Wees mij genadig! pAls gans ontbloot van gerechtigheid, ^Is schuldenaar met geen kwadrant- |)enning tot betaling van zijn schuld, ikls goddeloze en grote zondaar voor ide Heere, was het bidden des toUetnaars een bedelen om ontferming bij (God aan de troon der genade. •Het was te doen geworden om schuld- •Ivergevende genade ter wille van het aoenbloed en de kruisverdiensten van ide Heere Jezus, om vrede bij God; ipm een verzoend God te mogen ontinoeten als zijn God des heils in het kangezicht van zijn Borg en Zaligtaaker.

pn de Heere gaf de heilbegeerte zijper ziel, want de tollenaar werd geii-echtvaardigd (vers 14), dat is: werd Öoor God rechtvaardig verklaard en getekend in de Heere Jezus; hij werd aangezien in Christus als zijn gerechtigheid, hij werd vrijgesproken van e dood en verkreeg het recht op het euwige leven.

e tollenaar werd gerechtvaardigd in nderscheid van de Farizeeër; de Öankende, brave, vrome Farizeeër |vas een rechtvaardige in eigen schatpng, doch stond bij God aangeschre- Y^n als goddeloze, een vrome, eigengereide goddeloze. En hij werd verworpen door de rechtvaardige Rechjter, die een walging heeft van alle igengerechtigheid en vernedert een iegelijk, die zich zelf verhoogt.

De tollenaar werd door de Rechter 3es hemels en der aarde vrijgespro­ ken en ontving het zalige voorrecht te zijn „rechtvaardig voor God en erfgenaam des eeuwigen levens." Hij werd aangenomen tot Gods lieve kind, dat recht heeft op een woning in het Vaderhuis. De tollenaar werd vergund ingeleid te worden in het grote heilgeheim: Wij worden om niet uit genade gerechtvaardigd door de verlossing die in Christus Jezus is; wij worden zalig alleen door het geloof, uit vrije genade. De biddende tollenaar mocht zalige bevinding er van hebben, dat hij die zichzelve vernedert, wordt verhoogd. De Heere wederstaat de dankende Farizeeërs; aan de biddende en bedelende tollenaars geeft Hij genade. Aan de Farizeeër werd bevestigd:

God ziet van ver met gramschap aan De ijd'le waan Der trotse zielen.

De tollenaar werd verwaardigd te mogen psalmen met tmond en hart: Zo ver het West verwijderd is van 't Oosten, Zo ver heeft Hij, om onze ziel te troosten. Van ons de schuld en zonde weggedaan.

De Farizeeër stond en zeide: „O God ik dank U!" De tollenaar zeide: „O God! wees mij zondaar genadig!" Zeg eens, waarde lezer, wie en wat zijt gijl Wie zijt gij gelijk? Is uw beeld getekend in de Farizeeër, de eigengerechtigde vrome, de werkheilige goddeloze?

Leeft gij nog in de waan de hemel te kunnen verdienen door uw vroomheid, braafheid, eigengerechtigheid, deugden en plichten? Acht gij u een goed „Christen" omdat gij geen uitbrekende zondaar zijt? U houdt vast aan de Gereformeerde belijdenis en leeft onbesproken, braaf, kerks en zedelijk?

Bedrieg u toch niet! Bouw uw zaligheid niet op het fundament van eigengerechtigheid! Met al uw werken van het vrome vlees en al uw schone deugden gaat toch uw ziel ten verderve. Straks zult gij, die meent in te gaan op grond uwer gerechtigheid, niet kunnen ingaan dooi: de poorten des hemels.

Voor de rechterstoel des Heeren wordt het oordeel: Gewogen, doch te licht bevonden. O, dat zal wat uitmaken: leven en sterven in de hope de hemelpoort ontsloten te zien en.. dan te worden geleid door de poort der hel, waarboven staat geschreven in vlammend schrift: die hier binnentreedt, laat alle hope varen. Vreselijk, dat wegzinken in het eeuwig verderf, met een ingebeelde hemel!

Het is gans en al onmogelijk zalig te worden zonder de zaligmakende kennis van de Heere Jezus, Zijn bloed en Zijn duur verworven gerechtigheid. Zonder die Borg Sions kunt gij niet zonder verschrikking gesteld worden voor de rechterstoel Gods en wacht u eeuwig wee. Doch, hoe groot is des Heeren lankmoedigheid ! Hij laat u nog in het heden der genade onder het aanbod des heils en zegt u: er is nog ontkoming aan de toekomende toorn in de Heere Jezus, Die u bidt in de welaangename tijd te bekennen wat tot uw eeuwige vrede dient. Hij kan en wil u geven al wat nodig is tot uw zaligmaking. Hij heeft nog des Geestes overig om u te ontdekken, u te doen kennen het tollenaarsbestaan en in hart en mond te leggen de tollenaarskreet. Hij is almachtig om u te onderwijzen in de weg der zaligheid, n.l. u te doen beoefenen het arme zondaarsbestaan en het bidden, bedelen om genade: O God, wees mij genadig, wees met mij, de zondaar, verzoend!

Och, mocht ^j vragende worden om de invloeden des Heiligen Geestes, om de geest die ontdekt en overtuigt van zonde, gerechtigheid en van oordeel, om de Geest der genade en der gebeden, Die uitdrijft tot de genadetroon en doet komen aan de voeten des Heeren als smekeling-boeteling.

St. M.

de Br.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 1950

De Banier | 8 Pagina's

FARIZEËR EN TOLLENAAR

Bekijk de hele uitgave van donderdag 19 januari 1950

De Banier | 8 Pagina's