Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Buitenlands Overzicht

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Buitenlands Overzicht

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wij lezen in de eerste zendbrief van de Apostel Paulus aan die van Corinthe in het eerste hoofdstuk vers 19 en 20: „Want er is geschreven: Ik zal de wijsheid der wijzen doen vergaan en het verstand der verstandigen zal Ik te niet maken. Waar is de wijze? Waar is de Schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt? "

Hoe zeer worden deze woorden opnieuw in onze tijd bewaarheid! Met welk een grote ophef van woorden heeft Hugo de Groot gesteld, dat de wereld heel wel door gemeen.overleg door de rede des mensen te besturen zou zijn. Met welke klinkende toejuichingen is die opvatting van Hugo de Groot, in latere tijd in welsprekende bewoordingen door Rousseau nader ontwikkeld, begroet geworden! Men jubelde, dat men de steen der wijzen na zo vele duistere eeuwen dan eindelijk gevonden had.

Maar ach, wat is er van die theorie in de practijk terecht gekomen! Men heeft dat op sprekende wijze in de historie van de Volkenbond kunnen zien. Men kan dat op sprekende wijze wederom aanschouwen in de geschiedenis van de Organisatie der Verenigde Naties.

Beide instituten worden geleid door het beginsel, dat de menselijke rede met algemeen overleg niet alleen wonderwel heel de wereld besturen kan, maar ook dat op zulk een wijze een ongekende welvaart en een eeuwige wereldvrede verkregen zullen worden.

God noch Zijn Woord noch Zijn gebod had men daarby van node. Doch in deze is het vervuld geworden: dat God Zich niet laat bespotten en dat de mens maait hetgeen hij gezaaid heeft en dat God de hoogmoed des mensen belacht en bestraft.

n de Veiligheidsraad zijn de Russen opnieuw weggelopen. Zij hebben verklaard niet eerder ter vergadering te zullen verschijnen dan nadat de Chinese afgevaardigden van de nationale regering daaruit verdwenen zijn. In stede van vrede brengt de Organisatie der Verenigde Naties ons dichter bij de oorlog, inplaats van eenheid, bevordert zij de tweespalt, die zichtbaar hoog geklommen is. Niet alleen in de Veiligheidsraad, waarin men met het even te voren genoemde geval danig verlegen zit, maar ook ver daarbuiten en dat op tal van plaatsen en in onderscheidene landen.

Van plaatsen gesproken is dit onder meer in Berlijn het geval. Het is hierbij zelfs zo ver gekomen, dat men vrij algemeen in Duitsland vreest, dat de Russen Berlijn andermaal zullen gaan blokkeren. Vooral in Berlijn zelf heerst dienaangaande grote ongerustheid. Daarin zijn we­ der geen geringe geschillen tussen de geallieerde en de Russische bezetters gerezen. De Amerikanen zijn er toe over gegaan om een gebouw van de Oost-Duitse spoorwegen, dat in hun zone gelegen was en voor een groot deel leeg stond, te bezetten. De Russen hebben dit van hun kant niet op zich laten zitten. Als contra-maatregel hebben zij minder treinen laten rijden, hetgeen voor de bevolking een grote last betekent. Het is wel mogelijk, dat het hierbij althans voorlopig zal blijven, dewijl van Oost- Duitse zijde verklaard is , dat de Russen niet tot een blokkering van Berlijn zullen overgaan. Zekerheid bestaat er op dit punt echter allerminst, daar het ene geschil zo gemakkelijk het andere te voorschijn roept. In elk geval is de steen te Berlijn weder aan het rollen gekomen en niemand kan zeggen, hoe ver die steen nog zal rollen.

En het geschil in de Veiligheidsraad èn dat in Berlijn zijn voorwaar niet de enige, welke de wereld thans in mindere of meerdere mate verontrusten.

Bit is ook het geval met het Oostenrijkse vredesverdrag. Ook te dien opzichte heerst er grote tweespalt.

Deze kwestie heeft al heel wat voeten in de aarde gehad. Ter oplossing er van hebben de plaatsvervangers van de ministers van Buitenlandse Zaken in de loop van drie jaren al niet minder dan 284 maal vergaderd, zender dat zij tot tot een oplossing is gekomen. Dit schijnt de Westelijke drie geallieerde mogendheden begrijpelijkerwijs te gaan verdrieten. Zij hebben zich nu daarover gezamelijk met een nota tot de Russische regering in Moskou gewend. Naar verluidt zou in die nota gevraagd zijn, hoe het nu eigenlijk met Ruslands bereidheid staat om binnen een afzienbare tijd tot een vredesverdrag met Oostenrijk te komen. Zo hebben dan de geallieerde mogendheden althans gepoogd om de onderhandelingen over het Oostenrijks vredesverdrag weder op gang te krijgen. Deze hebben lange tijd stil gestaan, omdat Rusland op een vijftal punten niet eerder een beslissing wilde nemen dan na onderhandeling met de Oostenrijkse regering over de vergoeding van na-oorlogse leveranties aan Oostenrijk. Verschillende Oostenrijkse voorstellen zijn te dien aanzien gedaan. Doch alle tevergeefs. Het is toch nu nog maar pas geleden bekend geworden, dat Rusland zowel het ene als het andere verworpen heeft.

Evenmin heeft het bezoek met de daarbij overgelegde nota van de ambassadeurs der drie geallieerde mogendheden inzake 't Oostenrijks vredesverdrag enig resultaat opgeleverd. De Russen hebben geweigerd ook maar een toezegging te doen. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Acheson, heeft in die weigering aanleiding gevonden om te verklaren, dat de Amerikaanse regering nu stappen overweegt te nemen, welke de Oostenrijkers de vrij. heid en de onafhankelijkheid zullen brengen. Dit is echter gemakkelijker gezegd dan gedaan, hetgeen daaruit reeds blijkt, dat de Minister met geen enkel woord gezegd heeft waarin die stappen nu wel zullen bestaan. Doch hoe het in deze ook zij, dit staat vast, dat deze kwestie nog steeds een diepgaand geschil tussen de geallieerden en de Russen uitmaakt en oorzaak is, dat de algemene toestand nog verre van rooskleurig is alsook, dat daarin maar geen verbetering komt. s z z s t 7 z n d d h v [ Is

Die toestand zal evenmin verbeterd worden door twee verklaringen van de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken aangaande Spanje. De eerste hield in, dat Amerika bereid was, in de hoop, dat ook andere landen zouden volgen, om met Spanje weer diplomatieke betrekkingen aan te knopen. De tweede, welke nog een stap verder ging, bevatte de verklaring, dat de regering van de Verenig, de Staten van Amerika eveneens bereid was om in de Organisatie der Verenigde Naties een resolutie te steunen, waarbij elke regering vrij gelaten wordt de diplomatieke betrek kingen met Spanje te hervatten. Die betrekkingen zijn tot op dit ogenblik krachtens een besluit van 1946 verboden. De Amerikaanse minister voegde hier aan toe, dat de bereidveklaring allerminst inhield een goedkeuring van het tegenwoordige Spaanse regiem, maar rekening houdt met de werkelijkheid. Spanje — aldus deze minister — moet niet worden geïsoleerd van de rest van West-Europa. Het is wel duidelijk dat met deze laatste verklaring beoogd werd Spanje in het Westelijk blok op te nemen en zodoende het enige nog overgebleven gat te stop pen. s d v d d C k d 3 * l- ^

Dat deze beide verklaringen de Sovj et-Unie geenszins zullen bevallen, behoeft niet de minste twijfel. De Russen zullen daaruit redenen nemen om geducht tegen de Amerikanen te stoken. Zijn zijn dan ook olie in het vuur en bij uitstek geschikt om de heersende tweespalt nog te vergro ten.

Over tweespalt gesproken, die bestaat er ook niet zuinig tussen Finland en de Sovjet-Unie. Deze kan de toestand, zoals die thans in Finland bestaat, maar niet gedogen. Telkens v/eer geeft zij daarvan blijk, dat zij alle pogingen in het werk stelt om deze in een door haar gewenste richting te wijzigen en ook telkens geven de Finnen er blijk van, dat zij daarvan volstrekt niet gediend zijn.

De Russische regering heeft kort geleden naar de Finse een nota gezonden, waarin verzocht, beter gezegd geëist werd, om 300 personen, die in Finland verblijven, welke zij met de naam van „oorlogsmisdadigers" bestempeld, uit te leveren. Dit heefi; de Finse regering in beleefde termen geweigerd. Gebleken is toch, dat onder die 300 personen zich velen bevonden, die Finse staatsburgers waren en alleen om redenen daarvan niet door de Finse regering uitgewezen konden worden, terwijl onder hen ook een meisje was, waarvar bleek, dat zij pas dertien jaar oud was, toen zij de zogenaamde oorlogsmisdrijven gepleegd had en anderen van hen alreeds uitgeleverd waren. Dat de Finnen niet in de richting willen gaan, die de Sovjet-Unie welgevallig is, heeft ook de laatste pre­ sidentsverkiezing duidelijk uitgewezen. Het is namelijk door de verkiezing van 300 kiesmannen voor de presidentsverkiezing wel zeker, dat de thans aan beurt van aftreding zijnde 9-jarige president Paasikivi herkozen zal worden, hetgeen stellig niet naar de wens van de Sovjet-Unie is.

at Duitsland betreft, ook air daar woedt de onrust en niet minder de twee spalt en dit ter oorzaak van het Saar-gebied. De Franse minister van Buitenlandse Zaken heeft West- Duitsland bezocht en met tal van vooraanstaande Duitsers van gedachten gewisseld. Na zijn bezoek heeft ij verklaard, dat Frankrijk voorneens is het huidige economische stelel in het Saargebied te blijven gaanderen en bij het binnenkort te luiten verdrag tussen Frankrijk en e Saar aan dit gebied autonomie te erlenen en een einde te maken aan de eigenlijke bezetting. Daarbij zou 'óan de positie van de Franse Hoge Commissaris die van een diplomatieke vertegenwoordiger worden, zoujden sterke economische banden tussen de Saar en Frankrijk gelegd worden en de herstelleveranties gewaarorgd zijn. Hoewel er tevens nadrukcelijk bij verklaard werd, dat deze egeling slechts een voorlopige zou ijn en het vredesverdrag niet mag )eïnvloeden, heeft deze verklaring grote tegenstand en onrust in Westpuitsland verwekt.

e West-Duitse kanselier Dr. Ade- ' auer — en daarbij staat zijn kabiet geheel achter hem — heeft naar anleiding daarvan een oproep tot et Duitse volk gericht, waarin hij et opriep tot verzet tegen de planen van de regeringen van de Saar n Frankrijk inzake de mijnen. Hij eide daarbij, dat West-Duitsland |ich met kracht zou verzetten tegen de afscheiding van de Saar en verlaarde, dat de mijnen nog Duits igendom waren. Hij becritiseerde de egering van de Saar omtrent het nitiatief, dat zij in deze genomen ad. Nochtans gedroeg dr. Adenauer bich nog vrij gematigd, waar hij zei- 'e, dat vergeleken bij het Europese robleem de kwestie van de Saar op et tweede plan staat en niet inging p het voorstel van de leider der uitse socialisten Schumacher om e toetreding tot de Raad van Euroa uit protest tegen de Franse poliliek te weigeren.

Het dat al valt het niet te betwijfelen, dat de Saar-kwestie, zoals deze allicht opgelost zal worden, want Amerika en Engeland schijnen het in deze met de Fransen volkomen eens e zijn, aan een goede verhouding ussen Duitsland en Frankrijk alles cehalve ten goede zal komen.

pp het einde van dit overzicht zij iiog vermeld, dat Soekarno anderaal als zijn mening te kennen gegeven heeft, dat Nieuw-Guinea voor het einde van dit jaar bij Indonesië feevoegd zal zijn en dat hij en de zijiien er alles opzetten en daarin voor éen deel al geslaagd zijn om heel In- '^nesië onder hun bewind te krijgen, verigens is het wel merkwaardig, iat_ er weinig breichten over Indo- |iesië tot ons komen, een teken, dat fet er nog alles behalve rustig is, wel ^vordt van verschillende zijden beïicht, dat Indonesië thans als het |vare door Amerikaanne zakenlieden et hun bezoeken overstroomd ordt.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1950

De Banier | 8 Pagina's

Buitenlands Overzicht

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 januari 1950

De Banier | 8 Pagina's