EEN GEBED OM DE VERHEFFING VAN GODS AANGEZICHT

Verhef Gij over ons het licht Uws mmsehijns, o Heere. Psalm 4:7b.

Moaea had behoefte dat Gods aangezicht met hem mede ging om hem gerust te stellen. En de dichter van Psalm 80:4 smeekte: „En laat Uw aanschijn lichten, zo zullen wij verlost worden."

Tegenover de verheffing staat het afkeren en verbergen van Gods aangezicht, wat een teken en openbaring is van Gods ongunst en toorn. Zo spreekt de Heere in Jesaja 54: 8: „In een kleine toorn heb Ik Mijn aangezicht van u een ogenblik verborgen." En de kerk klaagt in Jesaja 64:7: „Want Gij verbergt Uw aangezicht voor ons."

Er is niets waar Gods kinderen zo zeer voor vrezen, dan voor de verberging van Gods aangezicht. Denk maar aan Ps. 27:9; 30:8 en 69:8. Wat begeren zij dan ook ernstiglijk dat God Zijn aangezicht over hen laat lichten,

Het zijn zulke bange tyden wanneer God Zich verbergt en voor hen is als een loerende beer en een leeuw in verborgen plaatsen, Klaagl. 3:10. Dan verandert hun sap in zomerdroogten en de vijand maakt er gebruik van om met zijn scherpe pijlen hun ziel te doorwonden. O wat is dan de zonde bitter en wat verteert dan de smart van het gemis hun innerlijk leven.

David kende dan ook geen beter en uitnemender medicijn tegen de kwaal van twijfel en wankelmoedigheid dan de verheffing van het licht van Gods aangezicht. Dat liefelijk en krachtig licht verdrijft gelijk de ze. in haar opgaan de duisternis o ' 'el. De duisternis van het oordeel duisternis van de zonde, maar v 'i, de duisternis van het ongeloof. ''

Toen de zonne der gerechtigheid aan de morgen van de derde dag, na het ondergaan op Golgotha, weer aan do kimme rees, en verheerlijkt door de Vader, Zich openbaarde, werden de wachters als doden en vluchtten Kaar de stad. Niet één vijand bleef er over.

En zo is het ook wanneer in ons hart en leven God Zijn aangezicht doet lichten. Dan wordt de macht van de hel beschaamd en dan wordt door dat volheerlijke licht een vreugde en blijdschap in het neergebogen hart uitgestort, dat het op hun aangezicht te lezen is. Dat verheffen van Gods aangezicht is een bewijs dat God met Zijn hulp en redding nabij is. O, het is de ervaring van al Gods kinderen door alle tijden en eeuwen, dat wanneer God Zyn aangezicht verbergt voor hen, dan zijn zij verschrikt, maar verheft Hij ook Zijn aangezicht over hen in Christus, da-p wordt hun hart verwijd en verblijd, dan wandelen zij zelfs ook onder de verdrukking moedig en met blijdschap in het licht van Gods aangezicht. Dan is hun ziel ook verenigd met Gods wegen en handelingen, wetend en gelovend, dat alle dingen zullen medewerken ten goede voor degenen die God liefhebben en naar Zijn voornemen geroepen zijn. Ja, dat het lijden dezes tegenwoordige» tijd niet is te waarderen tegen de heerlijkheid die aan hen zal geopenbaard worden.

De verheffing van Gods vriendelijk aangezicht maakt een ein'l aan deji. vele dwaze'verwachtingen, nutteloz»? bekommeringen en zondige klachten waarvan ons hart zo vol is. Ja, dat verheffen van Gods aangezicht doet het onrustige hart tot rust komen, Dan wordt het beleefd: „Immers is mijn ziel stil tot God, van Hem is m.ijn verwachting." Dan worden alle noden en behoeften, uit- en inwendig, met bidding en smeking, met dankzegging bij God bekend gemaakt. Dan geven wij onszelf met al onze wegen in Gods hand over. Dan hebben wij niets meer te zeggen, maar volgen de Heere door bezaaide en onbezaaide landen; dan volgen wij het Lam waar Het ook heengaat, verblijd en vervuld met Zijn tegenwoordigheid. Dan hebben wij aan God genoeg en verlustigen ons in Hem, Die voor al Zijn volk een God is van volkomen zaligheid, Wat valt dan al hun zonde en schuld weg. Dat dierbare bloed van Christus, Gods Zoon, reinigt hen van alle zonde, maar ook dat bloed maakt hen dierbaar in de ogen Gods. Dan genieten ze een vrede die alle verstand te boven gaat en die harten en zinnen bewaart in Christus Jezus, Dan zal God op hen niet toornen noch schelden. Zijn gunste sterkt meer dan de uitgezochtste spijzen, De verheffing van Gods aangezicht geeft ook levenskracht en moed. O, hoe zou Gods kind kunnen voortgaan i« deze huilende wildernis zonder dat liefelijk aangezicht Gods in Christus Jezus. In God zullen zij kloeke daden doen en zij vermogen dan alle dingen door Christus die hun - kracht geeft, AI zijn dan de aangezichten van de vijanden tegen hen gekeerd en vergramd, dan is er geen vreze in hun hart. Christus triumfeerde aan het kruis over alle machten en krachten der hel, en in Hem zijn zij meer dan overwinnaars. En hoezeer de zonde ook zijn kop opsteekt, niets zal hen scheiden van de liefde Gods die daar is in Christus Jezus hunnen Heere. Wandelend in dat licht reizen zij getroost en bemoedigd de dood tegemoet, nademaal Christus de dood verslonden heeft tot eeuwige overvanning en de prikkel er uit is weggenomen.

genomen. Gr. R.

L.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen