Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het debat over de Regerings-Nota

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het debat over de Regerings-Nota

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

PE TWEEDE KAMER

Dit debat heeft een bijzonder grote belangstelling genoten. De ruime tribune in de Ridderzaal, waarin de Tweede Kamer vanwege de verbouwing van het Kamergebouw thans vergadert, was overbezet, zowel des middags als des avonds, zelfs was dit jongstleden Vrijdagavond nog het geval.

De vergadering der Kamer op die Vrijdagavond was wel iets heel bijzonders. Hoogst zelden gebeurt het toch, dat de Kamer op een Vrijdagavond in vergadering bijeen is en, zo ver onze heugenis strekt, is het nog nimmer gebeurd, dat zij nog op zulk betrekkelijk laat uur op een Vrijdagavond vergaderde. Daar was echter een reden voor; en wel de door de heer mr. Oud namens zijn fractie ingediende motie. De heer Oud had reeds een dag tevoren in zijn toen gehouden rede zijn sterke . afkeuring over het feit uitgesproken, dat de Regering er niet krachtig genoeg tegen was opgekomen, dat de republiek van Indonesië het accoord van de Ronde-Tafel-Conferentie inzake de federale structuur geschonden had.

Die schending viel niet te ontkennen. Zelfs prof. Romme heeft dit — r zij het dan ook in zwakke bewoordingen — erkend, ja, ook minister mr. van Maarseveen, die namens de Regering het woord heeft gevoerd, moest haar erkennen. Trouwens, geen enkele spreker heeft ook maar een poging aangewend om haar te loochenen, ook niet de leider van de Kamerfractie van de Partij van de Arbeid, mr. jhr. van der Goes van Naters, die zeer kort gesproken heeft.

De schending was zo openlijk, zelfs met militair geweld, met methodes, die die van Hitler volkomen evenaarden, waarop Ds. Zandt in zijn rede wees, geschied, dat er van ontkenning niet de minste sprake kon zijn. Om terug te keren met onze bespi'eking^ van de motie van de heer mr. Oud, waarin kort samengevat ernstige teleurstelling over de in deze gevolgde gedragswijze van de Regering werd uitgesproken; deze motie kon begrijpelijkerwijs bij voorbaat op de steun rekenen van die Kamerleden, die bij voortduring hun afkeuring over het gevoerde regeringsbeleid hadden uitgesproken.

Overigens is deze motie toch wel wat als mosterd na de maaltijd gekomen. Het was toch, gelet op het steeds gevolgde gedrag van de regering van Soekarno, te voorzien, dat zij ook de Haagse overeenkomst als een vodje papier zou beschouwen. Nog nooit heeft zij een met haar aangegane en door haar eigen handtekening bekrachtigde overeenkomst gehouden. Neen, nog nooit.

De heer mr. Oud had dit bij de stemming over het voorstel van wet inzake de overdracht van de souvereiniteit in December jongstleden moeten bedenken; toen had hij er al genoeg bewijzen van in de hand, dat keer op keer Soekarno en diens regeing de met hen gesloten overeen- komsten niet nakwamen. Bovendien heeft zijn partij voor de Tweede Kamerverkiezing in 1948 de kiezers ter stembus opgeroepen met de leuze: Hebt u ook genoeg van Soekarno? Daar was dus alle reden voor om te verwachten, dat terstond na hun intrede in de Tweede en Eerste Kamer de kamerfracties van de partij van de heer mr. Oud zich scherp tegen het regeringsbeleid zouden keren. In stede daarvan nam één van zijn partij, mr. Stikker, als minister van buitenlandse zaken in het kabinet van dr. Drees plaats; stemden zowel in de Tweede als in de Eerste Kamer de fracties van zijn partij èn voor de grondwetswijziging èn voor de overdracht van de souvereiniteit aan Indonesië, zodat er alle reden voor bestaat, om te schrijven, dat de motie van de heer mr. Oud toch wel wat als mosterd na de maaltijd gekomen is.

Er is nog meer. De heer mr. Oud heeft — en dit zeer terecht — zijn ernstige teleurstelling uitgesproken over het Regeringsbeleid en dit in zulk een vorm, dat, ware zijn motie aangenomen, het kabinet dr. Drees had moeten aftreden, Nu rijst de vraag: Kan minister mr. Stikker, de man van mr. Ouds partij, nog wel langer in een kabmet, dat vanwege zijn regeringsbeleid van de voorzitter van het hoofdbestuur der V.V.D. en diens Kamerfractie 'n scherp veroordelende emotie in ontvangst had te nemen, blijven zitten? Of hebben diegenen het bij het rechmerzitting tegen Ds. Zandt verklaarden, dat heel die motie feitelijk niet anders dan een schijnvertoning, een manoeuvre was, om de ontevredenheid van een deel kiezers, die over de houding, welke de Kamerfractie van de V.V.D. bij de stemming over het voorstel van wet inzake de overdracht der souvereiniteit hebben aangenomen, ontevreden waren, weg te nemen? Hoe men 'het ook mag bezien, dit is wel zeker, dat er alle reden voor bestaat, dat er ten aanzien van de inge-, diende motie-Oud vragen rijzen. De heer Tilanus gaf noch met zijn rede, die hij bij de bespreking van de regeringsnota hield, noch met die, welke hij betreffende de ingediende motie-Oud uitsprak, aanleiding om vragen te stellen, of vraagtekens te zetten. Zijn houdng, welke hij bij het Kamerdebat heeft aangenomen, was uitgesproken pro-ministeriëel. Minister mr. van Maarseveen zette hem zelf s ten opzichte van zijn eerste rede een grote pluim op zijn hoed, hetgeen heel die rede wel een bijzonder accent verleent Geen wonder dan ook, dat de heer Tilanus zich tegen de motie van mr. Oud verklaarde en daar tegenstemde, gelijk ook freule Wittewaal van Stoetwegen deed

Beiden stemden echter wel voor de motie van prof. Romme, waarin een min of meer bedekte goedkeuring van het regeringsbeleid en een liefde voor het zelfbeschikkingsrecht der Indonesische volkeren werd uitgesproken. Een motie, die met alle recht als een, waarin een platonische liefdesverklaring afgelegd werd, waar de Indonesische volkeren totaal niets aan hebben, kan beschouwd worden, Tenslotte had na het gevoerde debat de Kamer over drie moties te stemmen. Er was behalve de twee reeds genoemde namelijk nog een derde ingediend, en wel door de communistische afgevaardigde, de heer de Groot, die bij hoge uitzondering ook weder eens een keer in de Kamer aanwezig was. Deze motie bekwam alleen de stemmen der vijf aanwezige communisten. Vervolgens kwam de motie-Oud in stemming. Daartegen stemden de fracties van de Partij van de Arbeid, van de R.K. en van de communisten, benevens de heer Tilanus en freule van Stoetwegen. Vier C.H. stemden er voor, twee hunner waren niet aanwezig, terwijl de heer van de Wetering zich opzettelijk aan de stemming onttrokken had, want even tevoren had hij nog wel tegen de communistische motie gestemd. Al de andere aanwezige Kamerleden stemden er voor, ook de twee van de S.G.P., die tegen de communistische motie en die van professor Romme stemden. Prof. Romme's motie werd met dezelfde stemverhouding aangenomen, in die zin namelijk, dat al de Kamerleden, behalve de communistische, die ditmaal ook tegenstemden, die tegen de motie-Oud hadden gestemd, nu vóór stemden en al de anderen er tegen, Hoe gaarne wij ook onze lezers de rede, welke Ds. Zandt bij dit debat gehouden heeft, reeds in dit nummer van De Banier onze lezers ter lezing hadden willen aanbieden, nochtans was dit om verschillende rede- „en niet mogelijk. Die rede zal bij leven en welzijn in het nummer van De Banier van 8 Juni in haar geheel verschijnen,

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1950

De Banier | 9 Pagina's

Het debat over de Regerings-Nota

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 juni 1950

De Banier | 9 Pagina's