Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en Jong

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

XI.

De verschijning van Justinus de Wijsgeer verschrikte de zich filosoof noemende Crescens in geen geringe mate. De laatste kende de eerstge- noe mde toch maar al te goed. Hij wist in hem te doen te hebben met een slagvaardig en scherpzinnig tegenstander, tegen wie hij niet op zou kunnen, voor het geval hij met hem in debat zou willen treden. En dat Justinus dat van plan was, bleek al spoedig.

Het zij mij vergund, zo richtte hij zich tot Crescens, op uw rede het een en ander te antwoorden. Wie ik ben, behoef ik u niet te zeggen. Gij kent naij en mijn kleed geeft mij het recht hier in het openbaar met u te spreken. Ons gebruik is, iemand, die ons de gelegenheid daartoe aanbiedt, te woord te staan en te weerleggen, "rescens, c die maar liever za'g, dat , Justinus zijn mond hield, zeide: Het zal de vergadering vervelen ons ge- sprek aan te horen. Wacht tot later. De c omstanders dachten er echter an- ders over. Zij hadden een goede in­ d druk van Justinus ontvangen en wild, 'en hem gaarne horen. Daar Cres- eens deze aandrang van de kant der toehoorders niet weerstaan kon, «loest hij er wel in toestemmen, dat Justinus de plaats innam, die hijzelf bad ingenomen. Hierop sprak Justi­ nus zijn tegenstander als volgt toe: Gij hebt beweerd, o Crescens, dat gij een filosoof zijt. Wij zullen deze bewering voor het ogenblik laten rusten, hoewel alles het tegendeel luide verkondigt. Uw filosofie is volgens uw zeggen de eerste en de enige. Die bewering strijdt met het gezond verstand. Want wat eerst is, is niet enig en is uw wijsbegeerte de enige, dan is zij niet de eerste! Crescens wierp hem een grimmige blik toe, maar de spreker vervolgde: Gij noemt u een cynicus of hondse wijsgeer. De honden, waarmede gij u zo gaarne schijnt te vergelijken, zijn echter niet alleen edel en trouw, maar ook wraakzuchtig en gulzig. Zij worden niet zelden dol.

Crescens kookte inwendig van woede en sloeg de hand krampachtig aan zijn knods, doch hij waagde het niet, uit vrees voor de omstanders, om deze op Justinus te doen neerkomen. Zie, zo vervolgde Justinus, dat gij, Crescens, niet tot een edel, maar tot een laag hondenras behoort, wil ik u met onweerlegbare bewijzen aantonen. Gij hebt ons zo straks de inhoud van uw reistas beschreven, die niets bevat dan een sobere bete voor de honger. Dat is een schandelijke leugen. Gij verdringt u aan de deuren der rijken, neemt deel aan hun weelderige middagmalen, zijt onverzadelijk en filosofeert op een vervelende wijze, zodat het volk de wijsbegeerte veracht, wijl zij zulke schurken voortbrengt. De vorige nacht zijt gij in 'n verdacht huis door het overmatig gebruik van de vurige Falernerwijn bewusteloos op de grond gegleden. Uw vriendinnen hebben toen uw reistas eens onderzocht en onder meer een zware bundel met goud gevonden. Waarlijk een deugdelijk bewijs van uw verachting voor alle rijkdom. Ook hebt gij meer dan eens te kennen gegeven, dat gij spoedig in staat zoudt zijn een fraai landgoed te kopen en Schandelijke leugens, schreeuwde Crescens. Uw lasterende tong moge verstommen.

Een spottend gelach liet zich horen, terwijl een vrouw van slechte zeden hem een groot en fraai goudstuk liet zien, dat zij van Crescens gekregen had. Deze kon zijn ergernis niet bedwingen en greep naar zijn tas. Als ik leugens spreek, zei Justinus, bewijs dit dan door uw tas om te keren en alzo te tonen, dat gij niets bezit dan wat brood en bonen. Dat nooit, riep Crescens woedend. Dat onderzoek durft ge niet aan, want als ge het aanvaarden zoudt, zou ieder zien, dat ge leugens gesproken hebt, hernam Justinus. Een ogenblik stond Crescens verlegen, want hij besefte zeer goed, dat heb niet voldoen aan Justinus' verzoek hem voor alle omstanders tot de overwonnene zou maken. Hij herstelde zich echter spoedig en riep brutaalweg met een krijsende stem: Geloof hem niet, de atheïst, de christen, die de oude goden veracht.

Justinus ontroerde niet. Dat ik een christen ben, weet ieder, zeide hij. De voorganger van onze huidige keizer, Antoninus Pius, heb ik openlijk een verweerschrift voor ons, christenen, ter hand gesteld, ten einde recht te verkrijgen voor hen, die ten onrechte gehaat en vervolgd worden. En eveneens ben ik van plan een tweede apologie (verweerschrift) op te stellen en haar de edele Marcus Aurelius aan te bieden. Ik hoop, dat hij rechtvaardig jegens ons zal zijn en ons niet op grond van zulke onzinnige beschuldigingen als de uwe, zal vervolgen. Gij schijnt te menen, dat g'ij, hetgeen gij niet kent, vrij moogt belasteren.

Noemen velen ons een zwijgend en alleen in afgelegen hoeken snapachtig volk, dat zijn verdediging slechts door een stil en geduldig lijden voert, thans, nu wij in het openbaar in het strijdperk treden, is de tijd der voorgewende onkunde voor goed voorbij.

Met volkomen oprechtheid delen wij de leerstellingen, de zeden en gebruiken der christenen mede. Wij kunnen niet nalaten te spreken van hetgeen wij gezien en gehoord hebben. Wij beminnen de waarheid verre boven het leven en temidden van de strijd letten wij niet op het aantal onzer vijanden, maar slechts op het woord des groten Overwinnaars, Die machtig is in de zwakheid der Zijnen.

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 1950

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 29 juni 1950

De Banier | 8 Pagina's