Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brief uit Zeeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brief uit Zeeland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

CXLII.

Het is nu al geruime tijd geleden, dat de wet op de imateriële, oorlogsschade in het Staatsblad is verschenen, doch met de uitvoering gaat hei niet naar^jyens. Hadden de gedupeerden de verwachting, dat de onzekerheid omtrent de schaderegelingen nu tot het verleden zou behoren, die verwachting is niet in vervulling gegaan. Nog steeds is er onzekerheid. Nog steeds moet worden geantwoord op de vraag: hoe staat het nu? : „Dat is nog niet bekend; de uitvoeringsregeling moet nog komen". Het is nu al meer dan 5 jaren, dat Nederland is bevrijd geworden. En hoeveel is er in die tijd niet reeds ervaren met allerhande gevallen en het toepassen van regelingen? En toch, het blijft nog maar onzeker. Waar blijft nu de uitvoeringsregeling voor het bepaalde iij artikel 8? Velen kunnen onder die regeling vallen, maar als een getroffene die regel wil zien toegepast, dan is het antwoord: „De uitvoeringsbepalingen zijn er nog niet". Dan wordt hij verwezen naar de regeling in art. 72. Daarmede wordt wel het meest gewerkt.

Maar wat zal er dan straks gedaan worden? Wij mogen toch niet aannemen, dat de geruchten juist zijn, dat die regeling expresselijk wordt opgehouden? De uitvoering zal er toch moeten komen, en dan? Moeten dan weer afl die gevallen opnieuw worden behandeld? Moeten de getroffenen maar zo lang wachten? Moet de uitvoering nog zo veel meer kosten ? Zo kunnen wij doorgaan met vragen.

A.1 met al ziet het er dan ook met de herbouw nog niet gunstig uit. De gemeentebesturen hebben gevraagd om wat meer medezeggenschap en die is verkregen; maar niet om, nu vlugger en soepeler te kunnen werken, maar veel meer schijnt alles stroever te lopen. Qok gaat die medezeggenschap ten koste van de gemeentefinanciën; want de regering gaat nu volgens normen uitbetalen voor het werk, dat de gemeenten voor de wederopbouw doen en in die normen is geen rekening gehouden met het maken van meer dan één berekening.

Ook daarin zien wij hetzelfde gebeuren als bij de gewone nieuwbouw. De bijdragen, die de Regering daarvoor in uitzicht stelt, zijn zo laag, dat er niet voor te bouwen valt. Dus, als er gebouwd moet worden, dan zal of de bouwer zelf, of de gemeente de last moeten dragen. Bovendien zijn die bijdragen nog ongunstig voor de gebieden, welke wat mieer aan de rand liggen. Afgezien daarvan kan in een grote plaats, waar veel woningen tegelijk gebouwd kunnen worden, goedkoper worden gewerkt dan in plaatsen, waar de bouw minder is; en vooral in de dorpen, waar massabouw niet is toe te passen.

Zo sukkelen wij dus door. Zo blijven de getroffenen getroffen; zo hebben zij soms reeds jaren geen eigen woning.

Hebben wij dan geen oog voor de fimnciële positie van ons land? Och zeker hebben de Zeeuwen dat ook. Zij zijn van huis uit niet ingesteld om maar te leven of alles zo maar kan. Maar, de Zeeuw ziet ook wel iets anders. De Zeeuw ziet ook als er soms voor allerlei kleine inlichtingen een persoon met auto, meestal nog door een chauffeur bestuurd, door het land rijdt. En dan meent hij, dat kan wel anders. Dat kan wel goedkoper.

En dan gaat hij vergelijken. Vergelijken met zijn behandeling ten opzichte van de geleden schade. Dan gaat hij vragen waarom die onzekerheid nog moet blijven. Dan wil hij toepassing van hetgeen in uitzicht is gesteld. Dan wil hij weer in eigen woning wonen, met niet al te zware last.

Het wordt een vervelende geschiedenis. Maar, zoals de toetsen van de schrijfmachine hameren op het papier bij het schrijven van deze brief, zo zal er net zo lang gehamerd moeten worden op de deur, waarachter de regelingen liggen, totdat er eens eenmaal gehoor wordt gegeven. Is er dan niets te doen dan te klagen ? Och neen! De zegeningen Gods zijn nog groot. Reeds is de graanoogst verzameld en de uitkomsten zijn goed. En dat voor een zondig mens, voor een zondig volk. Neen, dan is er niet te klagen. Dan is er reden tot verootmoediging, tot een bukken in het stof vanwege de verkregen verbeurde weldaden. Het is een bijzonder jaar. Er is gras voor de dieren in de weiden en de oogst kwam droog bijeen. Dat komt niet zo dikwijls voor. Het is meestal of te droog voor de weiden, of te nat voor de oogst. Maar, ook daarin blijkt de almacht Gods. Hij handelt naar Zijn wil en welbehagen.

Uw Zeeuivse ( Briefschrijver

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 1950

De Banier | 8 Pagina's

Brief uit Zeeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 1950

De Banier | 8 Pagina's