Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor de Jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor de Jeugd

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

OOM KOOS

Beste neven en nichten!

Nu het voor mü vacantie is, zal ik het met de raadsels maar wat gemakkelijker maken. Voor de jongeren en ouderen zal ik ditmaal dus slechts tvi^ee raadsels opgeven. Hier volgen ze:

OPGAVE 177

Jmigeren: 1. Door verplaatsing der letters van \ KOSALEN kunt ge de naam verkrijgen van een plaats uit het land der Filistijnen. Welke plaats is dat? 2. Haal uit elk der hieronder volgende zinnen een woord. Zet die woorden naast elkaar, dan krijgt ge een gedeelte van een tekst uit het Oude Testament. Welk tekstgedeelte wordt bedoeld? a. Ga henen, kom, en ik zal een brief aan de koning Israels zenden. b. Niemand is goed dan één, namelijk God. c. De koning van Babel noemde Daniël voortaan Beltsazar. d. Daniël vertoefde aan het hof van de koning van Babel. e. De hemelen vertellen Gods eer en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk. f. Vergadert u schatten in de hemel.

Ouderen: 1. DO is een noot; P.K. is de afkorting van paardekracht; ELISA is de naam van een bekend profeet. Welke naam van een plaats uit het Nieuwe Testament kunt ge uit de drie gegevens maken? De gevraagde naam wordt ook wel met een c er in geschreven, doch hier moet een k gebruikt worden. 2. Gegeven zijn de volgende zinnen: a. De mens gaat naar zijn eeuwig huis. b. De zaligheid is in geen ander. c. Alle dingen zijn door Hetzelve gemaakt. d. Dezen zullen gaan in de eeuwige pijn. e. Toen ging de engel des Heeren nog verder en hij stond in een enge plaats, waar geen weg was om te wijken, ter rechter- noch ter. linkerhand. f. Dit is niet dan een huis Gods en dit is de poort des hemels. Haai uit elke zin een woord, zo-, dat de woorden tezamen een gedeelte geven van een tekst uit 't Nieuwe Testament.

De oplossingen der raadsels van de opgaven 174 tot en met 177 kunnen weer ingezonden worden aan OOM KOOS, POSTBUS 2019, UTRECHT. Nieuwe neven en nichten zijn welkom. Schrijf buiten op de enveloppe het woord NIEUW en stuur de oplossingen maar direct in. Thans gaan wij over tot het vermelden van de oplossingen der opgaven 170 tot en met 173. ƒ

OPGAVE 170 I

Jongeren: 1. Kades-Barnea (Berea, Kanaan, Ds.). 2. Zebulon (Zedekia, - Eliëzer, Balak, Uz, Laban, Orpa, Nicodemus). 3. Athalia. Ouderen: * 1. Kajafas + Joel. 2. Een psalm, een lied Asafs. (Eli, Asaf, een, een, mal, p.s., ds.). 3. Opperzangmeester (Orpa, Mozes, neger, pet).

OPGAVE 171

Jongeren: 1. Kapernaüm (Kis, Athene, Petrus, Efraim, Rehabeam, Nehemia, Absalom, Uria, Moab). 2. Uw Woord is een lamp voor mijn voet. 3. Gideon. Ouderen: 1. Gomorra (rag; room). 2. Joram + Maria. 3. Amoriet.

OPGAVE 172

Jongeren: 1. Kedor Laomer (Kaïn, Ezau, Damascus, Obed, Rama, Laban, Ananias, Og, Michal, Elia, Rachel). 2. Magdalena. 3. Robijnsteen (rijst, Nebo, en). Ouderen: 1. Aardbevingen (Bingen, aardbei). 2. Amandelroede (adelaar, Eden, M.O.). 3. Korenmaat (Korea, Koran, Maart).

OPGAVE 173

Jongeren: 1.-. Bethlehem (Benjamin, Elisa, Tarsen, Hiskia, Levi, Esther, Hanna, Edom, Micha). 2. Nazireër (razen, Ier). 3. Adderengebroedsel (Doëg, Berea, dr., snel, den). Ouderen: 1. Akkoordgezang (Korea, Zadok, g.n.. Gad). 2. On, Onam, Onan, Onesimus, Onesiforus. 3. Gamalaël, een leraar der wet. (arena, Galilea, wereld, meter). De namen van de neven en nichten, die een prijs gewonnen hebben, zullen D.V. de volgende week worden bekend gemaakt.

Nu het vervolg van ons verhaal. Zoals gezegd, besloten de wilden van Nieuw Caledonië naar hun opperhoofd te gaan om van hem toestemming te vragen om hun christen ge- •w orden stamgenoot uit het huis der bruine zendelingen te kunnen halen. Om het opperhoofd te spreken te kunnen krijgen, moesten ze echter tot de morgen wachten, daar ze hem riet in zijn slaap durfden te storen. Nauwelijks was echter de zon opgekomen of de bloeddorstige vijanden van het Godsrijk verzamelden zich voor de hut van hun hoofdman en vroegen hem te spreken. Toen het opperhoofd naar buiten trad, hurkten de wilden op de aarde en spraken hem als volgt aan: Opperhoofd! Gij hebt de leraars der vreemde goden bescherming toegezegd; maar gaat uw wil zo ver, dat ook allen, die in hun huis zijn, in die bescherming delen? Tloe komt ge tot die vraag? vroeg het opperhoofd. Opperhoofd! De afvallige, die zich feamuël noemt, is deze nach; in het zendingshuis gevlucht. Wi.i hadden zijn hut omsingeld en meenden hem te straffen voor zijn afval van onze goden; maar hij was ons te vlug. Geldt uw bescherming ook hem? Ik bescherm, de vreemde leraars; niet de afvalligen van mijn volk. Dat heb ik niet beloofd. Dus ge vergunt het ons hem uit het zendingshuis te halen? Ik heb u gezegd: Ik bescherm geen afvalligen van mijn volk; meer zeg ik niet. De vijanden van het Christendom trokken verblijd af. Het is waar, hun hoofdman had geen bepaalde toestemming gegeven, maar ze begrepen o zo goed de list van de machthebber, die wilde, dat hij later de schuld van zich kon afwerpen, indien dit nodig mocht zijn. De volgende avond verzamelde alles, wat in de stam vijandig stond tegenover het Christendom, zich rondom het zendingshuis, waar Samuel zich nog steeds bevond. Eén van de grootste en sterkste heidenen begaf zich naar de deur en klopte aan. Wederom werd één der ramen geopend en vroeg één der zendelingen wat men begeerde. Dat ge ons dadelijk de deur opent en ons Samuel uitlevert, dan zal u geen leed geschieden, was het antwoord. Dat mogen wij niet doen. Samuel is bij ons veilig en gij wilt hem doden. Wij mogen dat niet toelaten. Ook waarschuwen wij u, evenals gisteren, geen geweld te gebruiken, want wij slaan onder bescherming van uw hoofden, die u zeker zullen straffen. Dat zullen wij zélf wel verantwoorden en verklaren, dat als de deur niet binnen enkele ogenblikken geopend is, wij haar zelf zullen openen! Meer werd er niet gesproken; maar toen er enkele ogenblikken verstreken waren, werden reeds de harde bijlslagen op de deur gehoord. Spoedig was deze dan ook bezweken en was de toegang tot de woning voor de wilden gebaand. Wij zullen de volgende maal bij leven en welzijn zien wat er verder gebeurde. Voor ditmaal allen de hartelijke groeten van

OOM KOOS

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 1950

De Banier | 8 Pagina's

Voor de Jeugd

Bekijk de hele uitgave van donderdag 24 augustus 1950

De Banier | 8 Pagina's