Verplichte loonsverhoging van vijf procent
Na een langdurig overleg in de afgelopen weken met de in de Stichting van de Arbeid verenigde werkgevers en werknemers aangaande het vraagstuk van de lonen en prijzen, is de Regering zoals zij in een communiqué mededeelt, tot de conclusie gekomen, dat de door de Stichting van de Arbeid tot uitdrukking gebrachte wenselijkheid ener verhoging*met 5 procent tot het behoud van rechtvaardige sociale verhoudingen moet worden onderschreven. Dientengevolge heeft de Regering besloten — wat in haar comiriuniqué voorts wordt medegedeeld — door het college van rijksbemiddelaars een beschikking te doen uitvaardigen, waarbij met ingang van de eerste volle Joonweek van September 1950 (dat is 1 September voor hen, die een maandloon ontvangen) een verhoging van 5 procent wordt voorgeschreven van de rechtens geldende in geld genoten lonen en salarissen van alle manlijke en vrouwelijke werknemers, die de leeftijd van 23 jaren hebben bereikt, dan wel gehuwd of kostwinner zijn en wier arbeidsverhouding is geregeld in 'n C.A.O. of bindende loonregeling. Voor de mannelijke werknemers, die de leeftijd van 23 jaar hebben bereikt, zal daarbij een minimum verhoging van 4 cent per uur gelden, terwijl aan niemand krachtens deze beschikking een groter loonsverhoging mag worden toegestaan dan ƒ 180 per jaar. Voor wat betreft de mannelijke en vrouwelijke werknemers beneden 23 jaar en niet gehuwd of kostwinner zijnde, zal de mogelijkheid worden geopend om de lonen te verhogen volgens een geleidelijk opklimmende schaal.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 14 september 1950
De Banier | 8 Pagina's