Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Beginselen

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Beginselen

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Voor studie en leidraad

öer Staatkundig Qereformeerde Partij

HAAR PROGRAM (no. 59)

Artikel 36

De schrapping van de bekende 21 woorden uit de aloude Nederlandse Geloofsbelijdenis is voor het staatkundige en maatschappelijke leven van ons volk stellig van grote betekenis geweest en is dit nog.

Daaruit werden onder meer de woorden geschrapt „om het rijk des antichrists te gronde te werpen". Die woorden sloegen zonder enige twijfel op Rome en haar kerk. Deze werden daarin als een anti-ohristelijke macht aangeduid en veroordeeld. Zij gaven het algemene oordeel der Re­ formatie over Rome weer. Dit staat historisch onbetwistbaar vast, is ook door neo-gereformeerden, ook niet door dr Kuyper, ooit ontkend.

Dit gevoelen wordt ons onder meer weergegeven in het zo aanbevelenswaardige vragenboekje van ds Hellenbroek.

Wat daarin over Rome's paus en kerk wordt geleerd, dat vertolkte in het kort de leer, zoals die in Calvijns Institutie daarover geboden wordt en sloot zich geheel aan bij de aloude Nederlandse Geloofsbelijdenis, waarin Rome's kerk het rijk van de antichrist genoemd wordt. Deze uitspraak van de oude kerk der Reformatie is nu door de Synode der Gereformeerde Kerken in 1905 onder aanvoering en op sterke aandrang van dr Kuyper niet zonder opzettelijke redenen geschrapt geworden. Zij stond een coalitie met Rome geducht in de weg. Het ging toch niet aan om een coalitie met Rome te sluiten, waarvan in de belijdenis hunner kerken geleerd werd, dat zij het rijk des antichrists was, dat ter neer geworpen diende te worden.

De oude Gereformeerden hadden zulks wel geleerd, maar de neo-gereformeerden, die als Anti-Revolutionnairen een coalitie met Rome zouden sluiten, konden dat toch niet leren.

Zij, die een verbond met Rome — hetgeen tereöht een monsterverbond tussen Rome en Dordt genoemd is — aangingen, moesten aangaande Rome een gans ander getuigenis laten horen.

Zo is dan ook zeer wel te verklaren, dat in 1905 de woorden „om het rijk des antichrists te gronde te werpen" uit de belijdenis der Gereformeerde Kerken verwijderd zijn. Daarmede was meteen de weg gebaand om Rome's kerk en leer in een gans ander daglicht te stellen.

Dat de Reformatie daarbij een slag in het aangezicht werd gegeven; dat haar leer daarbij schandelijk verloochend werd; dat haar duizenden martelaren te schande gemaakt werden; dat Rome daarbij geducht zijde zou spinnen; dat alles deerde niet.

De A.R., althans in zo verre zij leden der Gereformeerde Kerken waren, gingen bij de coalitie met Rome althans niet in flagrante strijd met de belijdenis hunner kerken handelen.

Zulks deden en doen die A.R., die nog immer het oude, onverminkte artikel 36 der Nederlandse Geloofsbelijdenis in hun kerken belijden, echter wel, als zij de coalitie met Rome bepleit hebben en nog op de dag van heden niet afgezworen hebben. Zij bepleiten en staan daarbij voor een gezamenlijk optrekken met het rijk van de antichrist, dat volgens hun eigen kerkelijke belijdenis te gronde geworpen moet worden.

Welk een gruwelijke dubbelhartigheid! Welk een infame inconsequentie is het in de kerk te belijden, dat het rijk van de antichrist te gronde geworpen moet worden en in de politiek door met Rome in coalitie samen te gaan, dat te helpen opbouwen! Ja, welk een ongehoord stuk is het eigenlijk, als men in de kerk Rome haar kerk en haar streven niet alleen als onchristelijk, maar bepaaldelijk als anti-christelijk veroordeelt en als men in de politiek met haar als een christelijke macht optrekt.

tin als Christelijk is Rome tot in den treure in de dagen der coalitie den volke voorgesteld. Dit kon niet anders dan voor de Reformatie en haar belijdenis hoogst schadelijke gevolgen hebben. Men is daarbij zo ver gegaan, dat men zelfs de leuze „vóór of tegen Christus" door heel het land heeft doen weerklinken. Daarbij werd dan een iegelijk, die zich met de coalitie met Rome niet kon verenigen, in feite en wezen als een verklaarde vijand van Christus neergezet. Uitspraken zijn daarbij gedaan als „Rome en wij (de Reformatie) stoelen op één en dezelfde wortel des geloofs". Wat is de laatste uitspraak, om ons daarbij nu alleen maar nader te bepalen, anders dan een kaakslag in het aangezicht der Reformatie? Als deze waar was, wat is de Hervorming, zoals Rome beweert, dan anders dan een gruwzaam misdrijf, dan een van God vervloekte scheurmakerij en ketterij? Wat zijn Luther en Calvijn en andere van God geroepen en verwekte voormannen der Hervorming dan anders dan — zoals Rome hen beoordeelt — vervloekte scheurmakers en vermaledijde ketters? Wat hebben wij als zonen der Reformatie dan anders te doen dan schuldig en boetvaardig tot Rome's kerk terug te keren?

Als het verschil tussen de Hervorming en Rome niet in de wortel, zoals ook al gezegd en geschreven is, doch slechts in de takken bestaat, dan is heel de Hervorming met zodanige uitspraak in de ban geslagen en finaal afgekeurd. Doch zo is het niet. Aldus hebben de Reformatoren en al degenen, die hun leven onder de vreselijke marteltuigen van Rome's inquisitie gelaten hebben, het nimmer beoordeeld. Zo niet onze eerste martelaar. Jan de Rakker, en de duizenden bij duizenden, die allerwege in geheel Europa liever de schrikkelijkste martelingen en de wreedste marteldood hebben ondergaan, dan dit te bekeimen.

Dezen allen hebben Rome's leer als 'n dwaalleer, bepaaldelijk als een antichristelijke, beschouwd en hebben dit hun oordeel zelfs met hun bloed bezegeld. Ook Rome heeft van haar kant die overeenkomst in de wortel nooit erkend. Daarvan legt haar inquisitie getuigenis af. Daarvan ook haar talloze banvloeken. Daarvan evenzeer haar huidige onderdrukkingen en vervolgingen der Protestanten in Spanje, in Italië en in zovele Zuid-Amerikaanse landen, waarin haar geestelijkheid, tot in de allerhoogste graad toe, de hand heeft. Nochtans, in weerwil van dat alles, is Rome, voornamelijk in de dagen der coalitie, door haar voorstanders, in het bijzonder de Anti-Revolutionnairen, den volke voorgesteld en aangeprezen als een Christelijke macht. Hoe zeer zijn in de dagen der verkiezingen de kiezers zelfs voor Rome niet opgezweept en naar de stembus gejaagd, omdat, zoals men schreef, beleed en predikte, in samengaan met haar de Christelijke grondslagen van ons volksleven te bevs'aren waren.

Van die Christelijke grondslagen heeft Rome ziöh echter bitter weinig aangetrokken, als zij meende, dat een samengaan met de socialisten voor haar zaak voordeliger was. Op een weinig christelijke wijze heeft zij de Anti-Revolutionnairen, door haar weleer de trouwe bondgenoten geheten, en de Christelijk- Historischen als uitgeknepen citroenen weggeworpen, en als afgedankte soldeniers smadelijk aan de dijk gezet. Als oude, aftandse paarden heeft zij zowel de Anti-Revolutionnairen als de Christelijk-Historischen de weide — juister gezegd de woestijn — ingezonden en zich van een stel nieuwe paarden voorzien, waarvan zij oordeelde, dat die beter geschikt waren voor haar wagen te lopen en die mede te trekken.

Met dat al is Rome, in flagrante strijd met het onverminkte artikel van de aloude Nederlandse belijdenis in allerlei toonaarden, in vele artikelsn, mogelijk zelfs wel in predikaties, ons volk als Christelijk, zelfs wel als allerchristelijkst, voorgesteld.

Dat Rome dat zeer wel naar de zin was, behoeft geen betoog. Evenmin als dat zulks haar geen windeieren heeft gelegd.

Door de coalitie is Rome in ons land geweldig in macht en aanzien geklommen. Daardoor heeft zij een vaste voet in het stijgbeugel gekregen. Daardoor kon zij beslag leggen op zo menige burgemeesterspost en op nog al zo vele andere posten, een heirleger van r.k. ambtenaren en beambten doen verrijzen; daardoor zovele belangrijke subsidies voor haar instituten in de wacht slepen; daardoor kon zij in ons land van de Eems tot de Schelde doen weerklinken: „Rome is weer troef in Nederland!" daardoor kon zij, in één woord gezegd, haar gezag weder in ons oude geuzenland doen gelden.

Rome is Christelijk — zo werd het alom door de Protestantse coalitie-genoten verkondigd. Daarmede werden zeer velen afgetrokken van het vaste fundament, waarop eenmaal de oude republiek der Zeven Provinciën gebouwd was; daardoor werd niet alleen een vrijbrief gegeven, maar zelfs als het ware een aanbevelingsbrief de wereld ingezonden, om tot Rome's kerk weder te keren, gelijk dat dan ook door afvallige Protestanten uit onderscheidene kerken gedaan is.

Rome is Christelijk — kon men beter en meer koren naar Rome's molen dragen dan met zulk een bewering gedaan is? -- Ach hoe jammerlijk is toch alleen reeds met de schrapping van de woorden „om het rijk des antichrists te gronde te werpen" de leer der Pveformatie verloochend en het bloed van zovele edele martelaren verloochend! Welke ellendige gevolgen heeft die schrapping voor Neerlands volk niet gehad!

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 oktober 1950

De Banier | 8 Pagina's

De Beginselen

Bekijk de hele uitgave van donderdag 5 oktober 1950

De Banier | 8 Pagina's