Het scharlaken snoer
En zij bond het scharlaken snoer aan het venster. Jozua 2 : 21h
Wanneer ze zo God vrij verklaart en zelf als een doemwaardig schepsel zich leert aanklagen, dan mag ze eens zien door de traliën van het venster. Daar hangt het snoer van scharlaken draad, dat vervolgens ziet in zijn kleur en betekenis op het scharlakenrode bloed van de meerdere Jozua, Die Zichzelf heeft dood geliefd tot de dood des kruises. Ja, Die Zichzelf vernederd heeft tot in de diepte van het graf. Die Zijn bloed heeft vergoten tot een rantsoen voor velen. En waar dit alles, n.l. het verhangen van het snoer, door de verspieders moest worden bekend gemaakt, moet die Christus geopenbaard en ontsloten worden van de fiemel, wil de kerk des Heeren iets van Hem aanschouwen en kennen. Het is haar gezworen bij de Heere, dat bij haar weldadigheid zal gedaan worden. In die ruimte, die mogelijkheid van behoudpn te worden, waarin Sion wordt door recht verlost en haar wederkerenden door gerechtigheid, mag Rachab inblikken in de onmogelijkheid aan haar kant. Als het nu voor haar kan, zou het voor een ander ook kunnen en dan gaat ze naar haar vader, moeder, broeders en zusters en aan de ene zijde waarschuwt ze hen, dat het oordeel Gods boven hen hangt, dat ze wonen in de stad des verderfs, dat ze gaan sterven, en aan de andere zijde, dat achter dat snoer behoudenis mogelijk is. Uit de volheid van haar gemoed mag ze er van getuigen, goed van God spreken en ze keert terug naar haar woning. Doch bij het spreiden van het duister over de stad is het snoer bedekt en kan ze het niet meer zien. Rachab kan niet op commando geloven. Als God het geeft, heeft ze wat, doch . ; God het inhoudt, is ze alles kwijt. moet leren, dat het verklaard hgt •; ~ eren en missen. Ze moet leren, dat ., eloof een gave Gods is en dat ze van ingeven goed moet leven. Rachab zinkt neer onder al de bestrijdingen en aanvechtingen, waar ze al niet van gesproken heeft met de verzuchting:
Verlaat niet wat Uw hand begon, O Levensbron, Wil bijstand zenden.
Niet omdat ze God niet vertrouwt, maai omdat ze zichzelf niet vertrouwt. Bij opklarend licht wordt het wonder voor haar groter, in dat bloed alleen verzoening, met opluistering van de deugden Gods.
God is geen land van uiterste duisternis. Hij laat haar zien op de ark, laat haar horen het geluid der bazuinen en zij ziet dat volk, dat optrekt achter de ark. Dat volk heeft een toekomst en wenend kan ze het nastaren. Telkens wanneer Rachab meent, dat de verlossing aanstaande is, gebeurt het niet. Zien is geen hebben, aanschouwen is geen bezitten van de zaak. Alleen door de dood heen wordt Rachab behouden, wanneer Jericho ineen stort en Rachab waardig is mee om te komen, is het huis met het snoer van scharlaken draad gespaard gebleven, evenals de engel des verderfs voorbij ging aan de woning in Egypteland, waar het bloed was gestreken aan de bovendorpel en aan de zijposten. De dood verdiend en het leven te ontvangen, de eeuwigheid zal er toe nodig zijn om dat uit te wonderen. Dan leert zij het uitroepen: Waarom was 't op mij gemunt, daar er zoveel gaan verloren, die Gij geen ontferming gunt?
Rachab behouden, doch van elkeen, niet achter dat snoer, geldt: Geen zondaar zal 't gewis verderf ontkomen, als in 't gericht door God wordt wraak genomen. Als ge nu niet met Rachab wilt leven, maar wel met haar zoudt willen sterven, omdat Rachab naar de hemel gaat, zal het einde zijn, dat hoeren en tollenaren u voorgaan in het koninkrijk der hemelen =; n zult gij beginnen buiten te staan. Als ge vreemdeling zijt van het verhangen van het snoer, dan zal, in Jericho en van Jericho zijnde, u alles gaan ontzinken. Alle bolwerken gaan het begeven en niet ongewaarschuwd voor God te verschijnen, zoals ge geboren zijt, zal het vreselijk zijn te vallen in de handen van een levend God. Dan zal het voor eeuwig te laat zijn.
Elk ogenblik kan Jericho in elkaar storten. Ons leven is een damp en de dood wenkt ieder uur.
Rachab de hoer, dat leest ge telkens in Gods Woord. Niet om Rachab na te wijzen als die slechte vrouw. Maar als Rachab groot met de weldaden zou worden, bepaalt God haar bij haar afkomst, waar Hij ze vandaan gehaald heeft. Dan Wijft het hier Rachab de hoer, afzwervend van achter de Heere, maar die God is zo getrouw als sterk. Zijn trouw wordt door de ontrouw van Rachab niet teniet gedaan.
Straks wordt Rachab van Rachab verlost en zal ze haar kroon neerleggen voor de troon van het Lam: Gij hebt ons Gode gekocht met Uw bloed uit alle volken en natiën, talen en tongen. Rachab gezaligd, omdat God het wil. Rachab eeuwig thuis, verlost van het lichaam der zonde en des doods. Wilt ge dan nog iets van Rachab zeggen, K-var de kroon van het hoofd halen? Dan zijt ge al te laat, want dit heeft ze zelf reeds gedaan. Ze stemt het aan, boven de ganse schare uit: Door U, door U alleen, om 't eeuwig welbehagen! Hangt het snoer nog aan de post van de deur? Haast u dan om uws levens wil! Hangt het door genade aan het venster? Weet God daarvan in de hemel?
S.
P. J. D.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 oktober 1950
De Banier | 8 Pagina's