Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HET WATER DES LEVENS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HET WATER DES LEVENS

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Jezus antwoordde en zeide tot haar: Een ieder, die van dit water drinkt, zal wederom dorsten; maar zo wie gedronken zal hebben van het water, dat Ik hem geven zal, die zal in eeuwigheid niet dorsten; maar het water, dat Ik hem geven zal, zal in hem worden een fontein van water, springende tot in het eeuwige leven.

Joh. 4 : 13-14

II.

Want het levende water uit Christus doet verlangen om steeds meer van God, Zijn Woord en Zijn dienst te weten. Heilbegerig naar profetisch onderwijs uit de hemel, voortspruitende uit het beginsel der geschonken genade, doet de kerk Gods vragen: Zend Heer' Uw hcht en waarheid neder.

Hoe komt God aan Zijn eer? Hoe en op welke wijze moet ik Hem aanbidden? Met diep ontzag is deze vrouw vervuld en erkent ze Christus als Profeet. De bestraffingen deden haar niet weglopen, maar deden in haar de vraag naar de waarheid verlevendigen. Dit is de aard van het levende water; wel aan de ene zijde dodend en de zonden ontdekkend, schuld en ongerechtigheden als gevolg van onze doodstaat beamend, maar ook verlangend in oprechtheid des harten voor Gods aangezicht, als het kon volmaakt, in alle geboden Gods te wandelen.

Neen, niet te Jeruzalem, niet te Samaria, niet op de kerkmuren in de eerste plaats geeft Zijn volk in het gebed een voorrang in de hemel. Met de gebeden onzer vrome voorouders kunnen wij het ook niet doen. Maar het belangrijkste is of er Godsvrees en oprechtheid des harten voor de Heere is. Geen vleselijke aanbidders behagen de Heere, maar op de kracht van het gebed komt het aan. Gods eer moet bovenal bedoeld worden en oprechtheid des harten, gelijk David zegt in Psalm 51: Zie, Gij hebt lust tot waarheid in het binnenste en in het verborgen maakt Gij mij wijsheid bekend. Schep mij een rein hart, o God, en vernieuw in het binnenste van mij een vaste geest. Wel hadden de Joden uiterlijk grote voorrechten, dat hun de woorden Gods waren toebetrouwd en dat uit de Joden de Messias zou geboren worden. Echter voorrechten zijn nog geen rechten op de hemel. Voorrechten moeten onze verantwoordelijkheid vergroten, daar wij als redelijk, zedelijk schepsel verantwoordelijk zijn voor al onze daden; dat wij meer en meer vervuld moeten worden van de noodzakelijkheid van bekering des harten en een rechte droefheid naar God en Zijn Woord.

De ware aanbidders zullen de Vader aanbidden in geest en in waarheid, Zegt Christus. Dit antwoord van Jezus verwijst ons in de tweede plaats naar de Schenker van het levende water. Die enige Schenker is de Vader: Want alzo is geweest het welbehagen voor U. Daarom zingt nog de kerk van heden: Door U, door U alleen, om 't eeuwig welbehagen. Want God is ons ten schud in 't strijdperk van dit leven; En onze Koning is van Isrels God gegeven. Het welbehagen des Vaders is het fundament van de kerk. Van eeuwigheid is Zijn kerk verkoren in Christus Jezus. En Calvijn noemde dit het hart van de kerk. Door de Vader verkoren in Christus Jezus.

Dat heeft Christus ook Zelf getuigd in het hogepriesterlijk gebed: Ik heb Uw Naam geopenbaard de mensen, die Gij Mij uit de wereld gegeven hebt. Zij waren Uwe, en Gij hebt ze Mij gegeven en zij hebben Uw Woord bewaard. Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij Mijn heerhjkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt; want Gij hebt Mij liefgehad vóór de grondlegging der wereld. Vóór de grondlegging der wereld is 't heil bereid voor de kerk in de verkiezing des Vaders en in de liefdevolle schenking van Christus, Die Zich Borg stelde voor de Zijnen. Alleen door de verdienste van Christus zal het levende water des Geestes geschonken worden. Daarvoor moest Christus mens worden, geboren worden uit de maagd Maria en is Hij ook mens geworden. De heerlijkheid des Vaders heeft Hij verlaten, de glans Zijner Goddelijkheid heeft Hij verborgen achter het voorhangsel van de menselijke natuur. Besneden is Hij ten achtsten dage en vervolgd geworden door Herodes. Smaad en hoon waren zijn deel. Een eenvoudige timmermansopvoeding ontving Hij, Die de Koning der koningen was en in Wie alle schatten van wijsheid waren verborgen. Hij heeft Zijn leer bevestigd door tekenen en wonderen, want Hij leerde als macht hebbende en niet als de schriftgeleerden. Hij bracht geen ander Evangelie dan weleer verkondigd was. Hij verbeterde de Wet niet en schafte de Wet niet af, maar voldeed de Wet voor Zijn volk en ontwapende haar van de vloek, het handschrift der zonden in Zijn bloed uitwissend. Christus is alleen de Profeet, Die de weg

der zaligheid leert door Woord en Geest, omdat wijzelf die weg der zaligheid niet kennen. Tot die bediening was Hij alleen bekwaam, omdat Hij in de verborgen raad Gods stond. Christus is ook de Koning, Die Zijn volk verlost, beschermt en regeert. Hij verlost hen van en beschermt hen tegen de wereld, zon­ den en satan en regeert hen door Zijn Woord en Geest, opdat zij in Zijn wegen wandelen. Ook opdat zij in Zijn wegen zullen blijven wandelen na ontvangen genade. Christus iS de Priester voor Zijn volk. Hij heeft Zichzelf geofferd, daar het bloed van stieren en bokken de zonden niet kon wegnemen. Hij heeft Zichzelf tot een schuldoffer gesteld en door Zijn bloed wordt alleen de ware vrede in de ziel verkregen. Voor Zijn volk is Hij de Voorspraak in de hemel, draagt Hij Zijn voorbede dag en nacht voor bij de Vader. Niet alleen een advocaat van voorspraak maar ook een advocaat van verzoening, daar Zijn voorbede een eisen is, want Zijn voorbede rust op Zijn voldoening. Zo draagt Hij Zijn kerk als een enige ware Hogepriester op Zijn hart. Hij is niet alleen de Verwerver, maar ook de Toepasser van de zaligheid. Die toepassing heeft Zijn kerk zo van node, daar ze geen handen hebben om het ware geloof in Hem te grijpen, maar ze leren, dat het ware geloof een gave Gods is. Zo is Christus 'n voortdurende Schenker van dat ware levende water. Hij is 'n ten volle bevredigende Schenker. Wat Hij wegschenkt, bevredigt alleen het hart en is van duur- : ^ame aard. Welk een zalige vreugde ligt er in de bediening van Zijn ambten als Hij ze krachtdadig verheerlijkt in harten van gevallen zondaren. Hoe meer de ziel uit Hem bediend wordt, hoe groter het verlangen wordt Hem meer en meer nodig te hebben als de ware Bron van leven.

Toch moet het geloofsoog voor Hem geopend v/orden, daar vfi] Hem van nature niet kennen. Ook bij deze .Samaritaanse vrouw zien wij, hoe de Heere Christus haar onderwijst van stap tot stap: God is een Geest, Hij heeft een oneindig en eeuwig verstand en wil aangebeden worden in geest en waarheid. De Vader zoekt hen, die zo bidden. Zij worden getrokken door de trekkende liefde uit Hem. Christus getuigde er "toch Zelf van: Niemand kan tot Mij komen, tenzij de Vader, Die Mij gezonden heeft, hem trekke. Maar Christus zeide ook: Al wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen. Overtuigd van zonde en schuld, maar ook onderwezen in deze trekkende liefde des Vaders, werd deze vrouw en zij erkende het dat het zo was. Dan wordt er ook plaats gemaakt voor de gedachte aan en verwachting van de Messias, de Christus, Die komen zou. Ook de Samaritanen namen de Schriften van Mozes aan, waren ook niet onbekend met de profeten en de hoop van het Joodse volk. Waarin Joden en Samaritanen ook verschilden, zij waren het eens in de verwachting van de Messias en Zijn Koninkrijk. Meer dan ooit was de verwachting toch gespannen, daar de Daniëlsweken ten einde liepen en de schepter van Juda bijna was geweken.

Wat deze vrouw van Hem verwachtte, verhaalt ze Christus zelf, namelijk: Hij zal ons alle dingen verkondigen. Hij zal onze dwalingen uit de weg ruimen, een einde maken aan onze twisten, Hier bekende ze en erkende ze zelf voor Christus m de eerste plaats, hoe weinig ze zelf wist van de Goddelijke wil en Zijn weg! In de tweede plaats, dat zij niets kende van de macht en de bekwaamheid van de Messias, Die komen zou, om hieraan een einde te maken. Zo is in haar hart plaats gemaakt voor de Christus, de Gezalfde des Vaders. Hen, die het zelf niet meer weten, kan Hij onderwijzen in de wegen des heils en die de Heere verwachten, zullen de kracht vernieuwen. Zo had reeds eeuwen tevoren Jesaja gepredikt. Er is een uitzien en verwachten bij deze vrouw naar Hem en... . Hij spreekt reeds met haar, zonder dat zij het weet.

L.

de G.

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 1950

De Banier | 8 Pagina's

HET WATER DES LEVENS

Bekijk de hele uitgave van donderdag 26 oktober 1950

De Banier | 8 Pagina's