Het lied in de nacht

En des nachts zal Zijn lied hij mij zijn. Psalm 42 : 9b l l e D

De tijd, waarin op aarde het meest gezongen wordt, is ongetwijfeld de adventstijd. Over het rond der wereld wordsn kersthederen gezongen. Het kleine kind en het oude vrouwtje trachten te zingen in deze weken.

Zingen is „op verhoogde toon spreken". Wanneer het hart eens mensen vervuld is van vreugde, kan hij niet gewoon spreken, maar gaat hij op verhoogde toon spreken, dat wil zeggen; zingen.

„'k Zal U in 't midden van de goón , Op hoge toon. Met psalmen prijzen".

De engelen in de hemel hebben gezongan vanaf de scheppingsweek. De triiimferende kerk zingt eeuwig van Gods goedertierenheên. De strijdende kerk mag ook bij ogenblikken zingen met het

hart. Millioenen op aarde zingen met de lippen alleen; Gods ware kerk mag dat met het hart doen.

Mozes en de kinderen Israels, Debora, David, Ezra, Daniël (, , dankte en prees"), priesters en Levieten, hebben gezongen. En wie onzer denkt niet aan Zacharias, Elizabeth, Simeon en Maria?

De ware christen heeft altijd gezongen. Luther zeide, dat de duivel voor dat gezang op de vlucht slaat.

In de vreselijkste omstandigheden hebben Gods kinderen gezongen. Te Filippi werden Paulus en Silas vele geselslagen gegeven, in de binnenste kerker gesloten met de voeten in de stok. En omtrent middernacht baden Paulus en Silas en zongen Gode lofzangen. Hoe menigmaal is het geschied dat een martelaar zingende de marteldood tegemoet ging. Heel Gods kerk heeft Zijn lied geleerd. Het thema van dat lied is: Door U, door U alleen om 't eeuwig welbehagen. Het koraal is: Het Lam, Dat geslacht is, is waardig te ontvangen de kracht en rijkdom en wijsheid en sterkte en eer en heerlijkheid en dankzegging. Gods lied.

Daarvan is de Heere de oorzaak en de inhoud. Het is het lied ter ere van de Vader, Die van eeuwigheid Zich een volk ten erve verkoor, tot prijs van de Zoon, Die de hemel verliet om zondaren te zaligen, tot roem van de Heilige Geest, Die wederbaart wat dood ligt in zonden en misdaden.

Tot ere van de drieënige God leert Zijn gemeente zingen. In de hemel zal zij dat eeuwig doen en nu leert zij zulks in de tijd. In beginsel gaat Gods kerk verstaan wat het is: hemelwerk te doen. (Brakel hield gedurig nachtoefeningen). Ere zij God! Dat leren Gods kinderen met het hart zingen. Zo zongen engelen het voor, in een nacht, die zeker geen stille kan genoemd worden, want een menigte des hemelsen heirlegers looft en prijst God, en in de hel zullen satan en zijn trawanten wel op een vreselijke wijze zijn te keer gegaan. Neen, de natuurlijke mens kent Gods lied niet; hij zingt tot eer \'an het schepsel. h D H „ E G v Z v

Gods lied; dat is een lied, uit Hem, door Hem en tot Hem. De Heere leert Zijn volk zingen tot eer van Vader, Zoon en Heilige Geest. b z Z

Millioenen zingen in deze weken bij de duizenden kerstbomen. Ontelbaren zingen bij hun kunstlicht. Ze hebben waf stemming, wat sentiment en daarmede is alles gezegd. l l

't Is Kerstfeest zonder Christus. Hij wordt geboren in de nacht, in een beestenstal, in een kribbe.

Hebt u die nacht der zonde al gezien? Dat ki'.n alleen wanneer u ogenzalf hebt ontvangen, want de blindgeborene merkt het niet dat het nacht is Wij allen hebben van nature de duisternis liever gehad dan het licht; want wij behoren tot het volk, dat in duisternis wandelt en rechtens is onze plaats voor eeuwig in de buitenste duisternis.

In de nacht gaat de dief op pad; begeeft de echtbreker zich op weg. In de nacht klinken satans zangen in alle streken der aarde.

In de nacht worstelt de zieke, die de klok telkens het uur hoort slaan en maar niet in slaap kan komen. Maar ook: In stille nachten denkt op de legerstede aan de Heere Zijn volk, dat Zijn lof zelfs in de nacht zingt. Ja, die nacht bericht van Zijn trouw en goedheid :

Terwijl rr ; rs, moordenaars, brekers van huwelijks mw hun werk doen, is bij Gods ker Zijn lied. Hebt ge jiet nare duister al leren aanschouwen? Mocht ge de nacht der zonde al gewaar worden?

Leerdet ge uzelf als een beest kennen? Hebt ge het nare duister al leren onderscheiden? Mocht ge de nacht der zonde al gewaar worden?

Verkeerdet ge in een nacht van zorgen? O, niet voor dit tijdelijk leven; want hoevelen verkeren in deze bitter ernstige tijd niet in zulk een nacht van zorgen? Zorgen over de toekomst, over de wereldsituatie, over hun kinderen, over hun gezondheid, over hun werk.

Ontelbaren bekommeren en ontrusten zich over vele dingen. Maar hoe weinigen kennen de zorg over de zonde! Wat kan het voor Gods kerk donker wezen; hoe kunnen de spotters (van binnen en van buiten) vragen: Waar is God, Die gij verwacht? De dichter van Psalm 42 weet er van als hij zingt: „Maar de Heer' zal uitkomst geven; Hij, Die 's daags Zijn gunst gebiedt".

es nachts zal Zijn lied bij mij zijn. at is een ander lied dan satan leert ingen. Niet het lied van de arbeid, of et lied van de zinnelijke liefde, of het ied van het geld, of het lied van de ijdee eer. Neen, dit is het schoonste lied van en Koning, van een beminnelijk Vorst. e Heilige Geest leert dat lied met het art zingen.

Des nachts. Zijn lied. Bij mij. Hoeveel eeuwen is er al niet gezegd: „'t Is voor iedereen"? n wat is het resultaat? Geen geloof. od verlaten en dus smart op smart te rezen.

al Zijn lied bij mij zijn, dan moet ik eranderd, vernieuwd, wederomgeboren, ekeerd zijn. Dan moet ik van dood levend gemaak!; zijn.

Zo wordt het waarlijk Kerstfeest. Ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij. Lezer(es), dan alleen is het waarlijk Kerstfeest. Laat u met God verzoenen.' Laat u zaligen.

O, dat die Heere Jezus u onmisbaar mocht zijn geworden. Deze Hemelkoning, Die in een kribbe wilde komen. Deze Minnaar, Die dingt naar de hand

van een gans onwaardige bruid. Hebt ge alle andere minnaars, die naar uw hand dongen, al afgewezen en deze Enige door genade leren kiezen? Leerdet ge het schoonste lied van deze Koning zingen? Er is niet meer dan één fontein der zaligheid; er is geen vreugde buiten Hem; er is geen leven buiten Jezus. Hebt ge met Hem onderhandeld over uw onsterfelijke ziel? Moge de wereld al dromen van een wit Kerstfeest — Gods kerk weet, dat witter dan sneeuw haar zonden worden in dat dierbare bloed van de Heere Jezus. Is er plaats gekomen in uw hart voor Hem? Wat ontzettend, dat er voor alles en iedereen plaats is, behalve voor Hem! De adventsweken van 1950 mogen rijk gezegend wezen. Zijn lied zij bij Zijn kerk. Uw hart en uw mond mochten dit lied zingen:

De Heer' is mij tot hulp en sterkte; Hij is mijn lied, mijn psalmgezang. Hij was het. Die mijn heil bewerkte. Dies loof ik Hem, mijn leven lang.

G. J. V. D.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen