Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Voor Oud en Jong

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Voor Oud en Jong

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

-XXXIII.

Pionius voor de Landvoogd.

In zijn korte toespraak tot de leden der Smyrnase gemeente wees Pionius op de grote dag des Heeren, waarop Hij Zijn dorsvloer doorzuiveren zal om het kaf met vuur te verbranden, terwijl het koren in Zijn schuur gedragen zal worden. Deze dag zal komen in het eind der dagen, maar ook telkens kan van een doorzuivering gesproken worden, als de Heere het de vijanden van Zijn kerk toestaat om haar leden te vervolgen, gelijk dat ook nu het geval was. Zal, zo vroeg Pionius, de Heere ons dan bereid vinden Zijn kruis op te nemen en Hem na te dragen ook door de diepte des doods? Hij drong daarbij vervolgens aan op ernstig zelfonderzoek, opdat men zich niet op droggronden zou stellen voor de grote en naderende eeuwigheid, om daarna de aanwezigen aan te moedigen zich vast te klemmen aan Hem, Die Zijn kracht in zwakheid wil volbrengen. Enkele dagen later bleek, dat het vermoeden van Pionius, dat de vervolging zich ook in Smyrna in alle hevigheid zou openbaren en dat het daarbij ook op hem gemunt zou zijn, maar al te zeer juist was. Toen toch verzamelde zich voor zijn woning een opgewonden en dreigende volksmenigte, die een vervaarlijk geschreeuw aanhief.

Door enkele vrienden gewaarschuwd voor wat hem boven het hoofd hing, zocht Pionius zijn toevlucht tot de Heere, biddende dat het hem gegeven mocht worden, dat de Heere Zijn kracht in zijn zwakheid wilde volbrengen, opdat hij voor wankelen bewaard mocht worden.

Hierna trad Pionius de priester, die zich aan het hoofd van enkele dienaren had gesteld om hem gevangen te nemen, onbevreesd tegemoet, \'ragende wie hij zocht.

De priester zeide, dat hij bevel had om Pionius voor de landvoogd te brengen, waar hij de goden de verschuldigde eer zou moeten bewijzen. Pionius weigerde dit laatste met alle beslistheid. Ik dien de ene, ware God en kan dus uw bevel niet volbrengen, sprak hij.

Hierop gaf de priester een wenk aan de gerechtsdienaren, die zich van Pionius meester maakten en hem vastbonden. Met een paar vrienden, die bij hem gebleven waren, werd Pionius daarop meegesleurd en naar de marktplaats gevoerd, gevolgd door de volksmenigte, die zich rondom de rechterstoel verdrong. Onder de menigte bevonden zich behalve heidenen, ook joden, wier haat tegen de clnistenen sedert de dagen der apostelen allerminst afgenomen was. Integendeel, zij verheugden zich er in, dat zij weldra de stervenskreten der door hen verachte Nazareners zouden horen en dat het Christendom weldra uitgeroeid zou zijn.

Behalve het volk rondom de rechterstoel bevonden zich in de nabijheid van de landvoogd enkele heidense priesters en voorts de overheden der stad.

Kalm en rustig naderde Pionius met zijn vrienden de rechterstoel, waar één der priesters hem als volgt toesprak: Veracht Christus, laat Zijn dienst varen en offer de goden, zo gij uw ongehoorzaamheid niet met de dood wilt boeten.

Pionius weigerde echter onverschrokken. Neen, zeide hij blijmoedig, ik blijf mijn Heiland getrouw; Hij is mijn Koning, buiten Hem kan ik niet leven en niet sterven. Waarom wilt gij ons echter doden? Wij hebben toch niets gedaan, dat strafwaardig is? Zijt gij beter onderdanen van de keizer dan wij?

En zich lichtende tot de Joden, die hij maar al te goed herkende, zeide hij: Gij Joden, waarom vervolgt gij nog steeds de Heiland van zondaren? O, kust de Zoon, opdat Hij niet toome en gij op de weg zoudt vergaan, wanneer Zijn toorn slechts eèn weinig mocht ontbranden.!

Onder de toeschouwers waren er enkelen, die, hoewel heiden zijnde, Pionius toch achting toedroegen en om zijn leven te redden, hem toeriepen: Laat u overhalen de goden te offeren; gij zijt waardig te leven en het leven is aangenaam.

Pionius echter wees ook dit verzoek van de hand en bad hun toe, dat ook zij christenen niochten worden.

De landvoogd vroeg daarop kort en op barse toon: Wilt gij offeren? Neen, luidde Pionius' antwoord, even kort en krachtig.

Ook de andere christenen, die met Pionius meegenomen waren, werd dezelfde vraag gedaan, doch ook zij betuigden, dat zij dit niet konden en niet wilden, daar zij hun Zaligmaker getrouw wensten te blijven tot in de dood.

Hierop werden allen tezamen naar de gevangenis geleid, waar de grijze Pionius zijn medegevangenen moed insprak en hen opwekte om onder beding van Gods genade standvastig te blijven en te volharden tot het einde. De kerkerwanden weergalmden voortdurend van des Heeren lof en daar in die duistere, sombere cel mochten de vrienden onder het kruis de zoete nabijheid des Heeren smaken, Die het ook hier weer waar maakte, dat Hij de Zijnen nooit begeven of verlaten zal, zelfs niet in de bangste ogenblikken des levens.

Na enige dagen kregen zij de priester, die hen gevangen genomen had, op be zoek. Op dreigende toon zei hij:

Uw bisschop Eudemon heeft in het openbaar aan de onsterfelijke goden geofferd. Gij moet eveneens in de tempel verschijnen om zijn voorbeeld te volgen. Bij weigering zal uw oordeel vreselijk zijn.

En mijn winst heerlijk! voegde Pionius hem toe.

Vol verbittering vielen daarop enkele soldaten op de grijsaard en twee zijner vrienden aan, bonden hen en sleurden hen met geweld naar de tempel, waar Eudemon, , de bisschop der Smyrnase gemeente gereed stond om nog eenmaal wierook op het altaar der afgoden te strooien als bewijs der hulde en aanbidding

Vreselijk was het voor Pionius en zijn vrienden om dit te moeten aanzien. Hun hart kromp ineen en zij deinsden een ogenblik verschrikt terug. Doodsbleek vermocht Pionius op dit moment niet anders te doen dan te roepen: Eudemon!

(wordt vervolgd)

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 1950

De Banier | 8 Pagina's

Voor Oud en Jong

Bekijk de hele uitgave van donderdag 21 december 1950

De Banier | 8 Pagina's