Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Brief uit Zeeland

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Brief uit Zeeland

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

CLIII.

Naar aanleiding van de brieven over de sociale verzekeringswetten, is de vraag gesteld hoe het staat met de uitkering krachtens de Noodwet Drees.

Daarover is reeds op onderscheidene plaatsen gehandeld en de meningen zijn niet eenparig. Ds Hennephof acht het ontvangen niet verantwoord en in strijd met Gods Woord. In meerdere vergaderingen van de Gereformeerde Gemeen­ ten is uitgesproken, dat, alhoewel een diaconie nooit naar de overheid zal verwijzen, toch ook geen aanleiding kan gevonden worden om vermanend op te treden tegen hen, die de uitkering aannemen.

De uitkering krachtens de Noodwet Drees is geen uitkering krachtens een verzekering. Dat staat vast. De personen, welke de uitkering ontvangen hebben maar alleen aan enige eisen betreffende hun inkomen en vermogen te voldoen om voor uitkering in aanmerking te komen.

De bezwaren, welke tegen de verzekering bestaan, omdat die indruist tegen het geloof in de voorzienigheid Gods, gelden hier niet.

Zijn er dan geheel geen bezwaren? Aangevoerd is, voornamelijk door de Anti-Revolutionnairen, dat de Staat door die uitkering iets doet, wat de Staat niet doen mag. Dat het of Staatsarmenzorg, of Staatspensioen is. Ook wordt aangevoerd, dat de Staat op deze wijze tracht om ons volk los te maken van de instelling van liefdadigheid en in zonderheid van de Diaconale zorg. Dat de Staat daarmede treedt in de rechten van de Kerke Christi.

En, al onderschrijven wij nu niet al die bezwaren, het is wel nodig oog te hebben voor het streven dat er tegenwoordig bij de overheid is. Steeds en steeds meer tracht de overheid alle gebieden te bestrijken en alles tot Staatszorg te maken.

Ook wordt wel aangevoerd, ja, maar straks, als die Noodwet is uitgewerkt, dan zal het weer verzekeren worden en dan komen onze mensen op een hellend vlak.

Maar wat komen kan, kunnen wij niet bezien. Vast staat, dat het thans geen verzekering is en dat, behoudens wijziging van de wet, zij, die er nu onder vallen, dat hun gehele leven zullen blijven doen, zonder verzekering, mits zij maar aan de andere gestelde eisen blijven voldoen.

Maar is het dan geen Staatsarmenzorg, en heeft de Staat zich als zodanig daarvan niet te onthouden?

Als wij nagaan hoe na de Hervorming de armenzorg is geregeld in ons land, dan zien wij, dat er in het begin een samenwerking was tussen de overheid en de kerk. De overheid gaf de bedeling over aan de kerk, maar conti'oleerde de rekeningen en daar, waar huizenzitmeesters waren, werd overleg gepleegd met die personen.

Ook de tegenwoordige Armenwet kent dat overleg. Er zijn Armenraden, en waar die niet zijn, zijn Burgemeester en Wethouders de aangewezen personen om als tussenpersonen op te treden.

Dus ook nu is de overheid bij de gewone armenverzorging niet geheel uitgesloten. Bezwaren daartegen zijn niet vernomen. Wel is het de taak van de Diaconie om te ondersteunen zonder dat een ander er iets van weet en leggen de diakenen dan ook niet hun zaken bloot, alhoewel ze wel overleg kunnen plegen, wat ook nodig is om dubbele bedeling te voorkomen.

Daarmede zijn wij nog niet tot de kern. De vraag is: Mag de Staat wel ooit iets doen aan armenzorg. In ons program van beginselen wordt gesteld, dat de overheid moet trachten de armoede te voorkomen. De overheid late bijzondere werken uitvoeren. Werken, welke niet rendabel zijn en dus door een particulier niet gedaan worden. Daardoor trachte de overheid armoede te voorkomen. Dat is te aanvaarden.

Dan zal er ook niet zo'n gioot bezwaar meer zijn dat de overheid, nu alles zo veel duurder is geworden, ouderen hulp verleent, welke anders dreigen tot armoede te vervallen. Daarom ziet uw briefschrijver niet zo'n bezwaar tegen die uitkering. Wel wil hij manen om steeds waakzaam te zijn, opdat de grenzen niet worden overschreden. De Diaconieën hebben hun taak te verstaan, maar ook wij als particulieren hebben die te kennen. Maar wij moeten

Dit artikel werd u aangeboden door: Staatkundig Gereformeerde Partij

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 1951

De Banier | 8 Pagina's

Brief uit Zeeland

Bekijk de hele uitgave van donderdag 8 februari 1951

De Banier | 8 Pagina's